Film / Achtergrond
special: Deel 5

IFFR 2007

~

Hierbij het laatste deel van ons verslag van het International Film Festival Rotterdam van 2007. Een blik op interessante en wat minder interessante films, waaronder Abandoned House, die bij de publieksenquête op de laatste plaats eindigde, een nieuw experiment van de tegendraadse Filippijnse rebel Khavn en aandacht voor het filmdagboek van de experimentele cineast Jonas Mekas.

Overzicht verslag IFFR 2007

5 februari

Herhaling van zetten
American Combatant – Time & Tide
Charles Libin • VS, 2006

De Amerikaanse regisseur Charles Libin knipte zijn debuutfilm The Distribution of Lead (1988) in stukjes en monteerde ze in omgekeerd chronologische volgorde in zijn nieuwe film American Combatant. Om het geheel toch tot een nieuwe film te maken voegde hij er een nieuwe framework aan toe, gefilmd in documentaire-stijl. Een van de personages uit The Distribution of Lead kijkt daarbij zo’n twintig jaar later vol wroeging terug op de dubbelzinnige rol die hij speelde bij de dood van zijn zus. Het levert een eigenaardige film op die de pretentie heeft om iets over 9/11 te zeggen, maar die vooral een herhaling van zetten blijkt te zijn.

~

Hoever kun je gaan met het herkauwen van oud materiaal? Libin schroomde niet om een complete speelfilm in een nieuw kader te plaatsen. Wil dit iets opleveren dat moet er op z’n minst een nieuwe betekenishorizon worden geopend die de oorspronkelijke film in een ander, verassend perspectief plaatst. Libin probeert dit in American Combatant te bereiken door het berouw van een van zijn personages als uitgangspunt te nemen en door op modieuze wijze te verwijzen naar 9/11. Het berouw krijgt echter te weinig psychologische diepgang om te beklijven en de verwijzingen naar 9/11 zijn volledig uit de lucht gegrepen. Dit maakt American Combatant tot een film met veel suspense, maar weinig substantie. Een film die op pseudo-diepzinnige wijze flirt met de angst en chaos van na 9/11, zonder er ook maar iets van waarde aan toe te voegen. (Martijn Boven)

Hypnotisch verval
Transe – Time & Tide
Teresa Villaverde • Portugal/Rusland/Frankrijk/Italië, 2006

Teresa Villaverdes Transe is een kille kroniek van een Russisch meisje, Sonia (kwetsbaar vertolkt door Portugese actrice Ana Moreira), dat in de prostitutie terechtkomt. De film begint met het schetsmatig in beeld brengen van haar achtergrond. Haar illegale migratie naar Europa wordt op documentaire-achtige wijze in beeld gebracht en Villaverde weet het realisme van die stijl op bepaalde momenten treffend af te wisselen met poëtische beelden. Maar naarmate we getuige zijn van de eerste beproevingen die Sonia moet doorstaan, ontwikkelt zich een verhaal waarin Sonia langzaam neerdaalt in de hel van de prostitutie. De film is te vergelijken met Lukas Moodyssons Lilja 4-ever, maar gebruikt in zijn afhandeling meer artistieke kunstgrepen waardoor een hypnotiserend effect bereikt wordt. Gaandeweg wordt het verhaal ook surrealistisch als Sonia terechtkomt op een landhuis, nadat ze is verkocht aan een rijke Italiaan als een troostmeisje voor zijn psychisch instabiele zoon.

~

Transe is een krachtige film, maar het probleem is dat Sonia’s personage te veel een sjabloon is van een hulpeloos en puur slachtoffer van het menselijke kwaad. De titel suggereert dat Sonia in een staat is geraakt waarin ze bijna passief lijkt te zijn tegenover alles, en elke mogelijke vorm van hoop voor haar ver weg is. Je zou Villaverdes perspectief kunnen zien als een persoonlijke visie op het lot van illegale vreemdelingen, waarbij ze niet geïnteresseerd lijkt te zijn in het immigratieprobleem an sich.

Deels blijkt dit ook uit de poëtisch vervreemdende tussendoortjes die Villaverde gebruikt en de film binnen de arthouse-traditie plaatsen. In een interview citeerde Villaverde de Spaanse schrijver Jorge Semprun, die schreef over zijn ervaringen in het concentratiekamp Büchenwald. Met haar fascinatie voor Semprun lijkt Villaverdes visie duidelijker te zijn: Sonia is niet zozeer een symbool voor het lot van immigranten, maar meer een slachtoffer van een wereld zonder troost en zingeving. Dit maakt haar tot weinig meer dan een pion in Villaverdes artistieke pessimisme, waar zij de regels bepaalt. Haar individuele lot, maar ook haar bewegingsvrijheid zijn daarmee beperkt door een intens zwart wereldbeeld. (George Vermij)

Droogkomische karakterschets
Forever Never Anywhere (Immer nie am Meer) – Sturm und Drang
Antonin Svoboda • Oostenrijk, 2007

Immer nie am Meer van Antonin Svoboda komt uit de stal van het Oostenrijkse platform Coop99, dat eerder verantwoordelijk was voor films als Darwin’s Nightmare en The Edukators. Het platform richt zich volgens eigen zeggen op authentieke films waarin ruimte is voor eigen standpunten en waarin een persoonlijke aanpak voorop staat. Net als de eerdere films die dit platform uitbracht is ook Immer nie am Meer publieksvriendelijk zonder in standaardformules te vervallen. Boeiende cinema voor een breed publiek dus, zonder al teveel artistieke pretenties.

~

Immer nie am Meer is een droogkomische karakterschets over drie mannen die nadat ze van de weg zijn geraakt langdurig vast komen te zitten in een auto. Door hun tegendraadse karakters en de onderlinge weerzin die ze voor elkaar voelen ontstaat de ene na de andere hilarische situatie. Als de drie mannen door een klein jongetje worden ontdekt, lijkt de redding nabij. Maar het tegendeel is waar, het jochie besluit hen te gebruiken voor een van zijn experimenten. Op dat moment lijkt de film voor even richting het vroege werk van Haneke te gaan, maar al snel wint de komedie het van de tragedie en de beklemming verdwijnt als sneeuw voor de zon. De film had aan diepgang gewonnen als dit bizarre experiment meer substantie had gekregen en als de grimmige potentie ervan beter benut was. Nu verliest Immer nie am Meer aan het einde zijn richting waardoor de film als een nachtkaars uitgaat. Dat neemt niet weg dat het zondermeer een van de meest hilarische films op het IFFR 2007 was. (Martijn Boven)

Komisch revisionisme
12:08 East of Bucharest (A fost sau n-a fost?) – Time & Tide
Corneliu Porumboiu • Roemenië, 2006

12:08 East of Bucharest heeft een ambitieus doel, maar is op het eerste gezicht verpakt in een nuchtere en humoristische stijl die pas in de tweede helft van de film op een effectieve wijze een serieuze boodschap prijsgeeft. De film is een realistische komedie die subtiel kritiek levert op de Roemeense revolutie van 1989. Het uitgangspunt van de film is een tv-programma van een lokale omroep, waar wordt teruggekeken op de revolutie die de dictatuur van Ceauþescu omverwierp. De vraag die de interviewer aan twee gasten (een geschiedenisleraar en een bejaarde man) voorlegt, is waar ze op de dag van de revolutie waren en wat ze toen deden.

~

Porumboiu begint de film met banale beelden van het leven van de hoofdpersonen. De laconieke leraar verspilt al zijn geld aan drank en de interviewer heeft stiekem een affaire. Porumboiu is meesterlijk in de manier waarop hij de banaliteit en de routinematigheid van een dag weet uit te beelden. Deze scènes geven een treffend beeld van het hedendaagse Roemenië. Daartegenover staat het tweede gedeelte van de film, waarin het onduidelijke verleden door het interview naar boven komt.

In de rommelige en komische discussie die uitbreekt is in een kleine vorm de strijd te zien van een land met zijn verleden. Met deze wending toont Porumboiu een volwassen visie op de geschiedenis, waarin revisionisme een belangrijk aspect vormt. De duidelijke tegenstelling tussen de verschillende kampen, tussen de revolutionairen en de krachten van het totalitaire regime blijken complexer te zijn dan op het eerste gezicht leek.

Porumboiu leeft teveel met zijn personages mee om ze af te schilderen als meelopers of leugenaars. Het zijn bovenal mensen die in hun gedrag en karakter wispelturig zijn. Het revisionisme van 12:08 East of Bucharest toont het hedendaagse Roemenië, waar iedereen er maar het beste van probeert te maken en in lichte mate gedesillusioneerd lijkt te zijn door de vervlogen idealen van de revolutie. Maar mocht men denken dat de film pessimistisch is over de revolutie, dan biedt de laatste scène op een subtiele wijze toch nog hoop op de kracht van veranderingen. (George Vermij)

Spel met contradicties
Squatterpunk (Iskwaterpangk) – Time & Tide
Khavn De La Cruz • Filippijnen, 2007

De tegendraadse Filippijnse rebel Khavn De La Cruz (1972) heeft ondanks zijn jeugdige leeftijd een indrukwekkende rij films op zijn naam staan. Hij is de grondlegger van het productiebedrijf Filmless Films, dat zichzelf tot doel heeft gesteld om de digitale revolutie in de film een steuntje in de rug te geven. Khavn, die al eerder op het IFFR was en ook steun ontving van het Hubert Bals fonds, is dit jaar vertegenwoordigd met het stijlvol gefilmde Squatterpunk, waarin gespeeld wordt met contradicties en verwachtingspatronen. Daarnaast zijn er ook enkele van zijn korte film te zien.

~

Squatterpunk is een film zonder dialoog en zonder traditionele verhaallijnen, het is een collage van beelden die worden begeleid door keiharde punkmuziek (o.a. van Khavns eigen band). Elke vorm van emotie is afwezig en het wordt de kijker onmogelijk gemaakt om zich met de personages te identificeren, zover er überhaupt al sprake is van personages. We zien spelende kinderen tussen het afval in de sloppenwijken, af en toe afgewisseld met de chique wolkenkrabbers even verderop. Het geheel wordt van summier commentaar voorzien door enkele tegeltjeswijsheden in graffitistijl. De soundtrack, die uitsluitend uit snoeiharde punkmuziek bestaat, staat feitelijk los van de beeldencollage, waardoor de emotionele impact nog verder wordt gereduceerd. Het vormt Khavns alternatief voor de amusementsindustrie die de kijker manipuleert met een bombardement van emotionele impulsen.

Khavn speelt met de schijnbare contradicties tussen sloppenwijken en spelende kinderen, tussen de smerige sloppenwijken en de prachtige cinematografie, tussen de gestileerde beelden en de ruige muziek. Voor even weet dit speel zeker te boeien, maar al snel word je overvallen door het gevoel dat je naar een vakantievideo van een verre vriend zit te kijken die snoeiharde punkmuziek heeft opgezet en toen even weg moest. De onverschilligheid slaat toe en een uur later sta je afgebeuld en slaperig weer buiten. (Martijn Boven)

Pseudo-pornografie
Abandoned House – Kings & Aces
James Herbert • USA/Italië, 2007

Abandoned House heeft de pretentie om een artistiek verslag te zijn over het huidige slagveld van de seksen. De film laat naakte jongeren in een Italiaanse setting praten over hun eerste seksuele ervaringen. Herberts film maakt gebruik van niet-professionele acteurs, die je niet weten te raken met hun banale verhalen. Hij wisselt dit af met pseudo-poëtische beelden van naakte lichamen die lijken te flirten met de pornografie.

~

Maar de personages hebben geen diepgang. En het zijn vooral de in het gebrekkig Engels pratende Italianen die lachwekkend zijn in hun beschrijving van verschillende seksuele daden (“she make me a blowjob“). Trucjes van Herbert om het geheel nog artistiek cachet te geven mislukken genadeloos. Zo verwijzen bepaalde beelden naar schilderijen en monteert Herbert ook poëtische beelden door het geheel heen. Maar de film is een schaamteloze, pretentieuze mislukking. Op het festival resulteerde de vertoning voornamelijk in veel lachsalvo’s bij de toeschouwers, waarvan het merendeel na verloop van tijd ook de zaal verliet. (George Vermij)

Standaard vrouwenfilm
Das Fräulein – Sturm und Drang
Andrea Staka • Zwitserland/Duitsland, 2006

Das Fräulein gaat over het leven van vrouwen uit het voormalige Joegoslavië die elkaar in Zwitserland ontmoeten. De personages zijn allen bannelingen die wegens verschillende reden zijn gevlucht naar West-Europa. Ruza is een Servische vrouw die een restaurant runt en veel Joegoslaven heeft die voor haar werken. Met haar geordende leven toont ze weinig emotie, waardoor je als toeschouwer direct weet dat ze worstelt met een onverwerkt verleden. Als de jonge Ana al liftend aankomt in de stad, waar Das Fräulein zich afspeelt, duurt het niet lang voordat ze in contact komt met Ruza. Ana vormt de tegenpool van Ruza. Ze leeft van dag tot dag en laat zich leiden door de dynamiek van het moment. In de film heeft ze korte affaires die nog eens aangeven dat zij zich niet wil binden aan een persoon.

~

Gaandeweg blijkt dat ook Ana’s gedrag te maken heeft met onverwerkte oorlogstrauma’s. Daarnaast heeft ook de terminale ziekte waaraan ze leidt invloed op dat gedrag. Ana zorgt er met haar vitaliteit voor dat Ruza zich meer openstelt en gaat leven. Das Fräulein volgt verder nog andere personages die verbonden zijn aan Ruza’s restaurant en poogt zo een beeld te geven van het lot van gevluchte Joegoslaven. De film is bij vlagen komisch en lijkt nog het meest op een vrouwenfilm à la Almodóvar, waarin het plot focust op personages die elkaar in moeilijke situaties steunen. Maar de film blijft verder vrij onopmerkelijk in de afhandeling van zijn thema’s, ondanks het goede acteerwerk. (George Vermij)

Beproevingen van twintigers
Reprise – Sturm und Drang
Regie: Joachim Trier • Noorwegen, 2006

Reprise is een vlotte film die de lotgevallen van een groep van Noorse twintigers als thema heeft. Erik en Phillip zijn twee vrienden die dromen van literaire roem en het saaie Noorwegen willen ontvluchten. Als Phillips roman een succes wordt lijkt alles goed te gaan, maar al gauw blijkt het geluk niet zo gemakkelijk te vangen. Erik worstelt nog met zijn schrijversschap en beide personages schipperen tussen onzekerheid en dromen van wensvervulling. Daarnaast volgt de film de vrienden van het duo en hun ervaringen in de liefde.

~

Triers film zit vol met literaire, filmische, en filosofische verwijzingen, maar het is allemaal verpakt in een gladde stijl die verraadt dat Trier vóór deze film reclamespotjes maakte. De beproevingen van de jonge helden zijn erg herkenbaar en tonen de universaliteit van bepaalde dromen van roem en succes. De film is ook erg grappig en maakt goed gebruik van de muziek van bands als Joy Division en le tigre. Toch is Reprise net iets te ironisch om echt te raken en soms vervalt de film in het standaard sjabloon van een getroebleerde twintigersfilm. Trier probeert door trucjes en een dynamische montage het geheel nog verrassend te maken, maar de film blijft ondanks dat alles een weinig vernieuwende publieksfilm. (George Vermij)

De melancholie van bannelingen
Lost Lost Lost – Cinema regained
Jonas Mekas • VS, 1977

Lost Lost Lost bestaat uit het filmmateriaal dat de experimentele cineast en filmcriticus Jonas Mekas had verzameld vanaf zijn aankomst in de VS in 1949. Mekas vluchtte na de oorlog uit Litouwen en de filmpjes geven een verslag van de eerste migranten die zich in New York vestigen. Als tijdsdocument is de film erg opmerkelijk in zijn evocatie van mensen en plaatsen uit een verloren tijdperk.

~

We zien melancholische beelden die grof zijn gemonteerd, waarin Mekas bevangen lijkt te zijn door gevoelens van heimwee en spanning. Maar als toeschouwer is men ook getuige van de uitwerking die de energie van de grote stad op Mekas heeft. Als kunstenaar verliest hij zich al snel in de dynamische grootsheid van Amerika. Mekas zou zich in New York gaandeweg gaan profileren als avant-gardistische regisseur. De film beslaat ook de periode dat hij met zijn broer Adolfas stukken schreef voor het tijdschrift Film Culture.

Lost Lost Lost is een groots filmdagboek, waarin Mekas de beelden voorziet van poëtisch commentaar. Maar de lange duur van de film (bijna drie uur) maakt het wel een lange zit. De film kan nog het beste gezien worden als een lange tijdsreis, opgeroepen door Mekas’ keuze van opmerkelijke beelden. Lost Lost Lost past daarom perfect binnen het programmaonderdeel cinema regained. De film bevat verder ook nog beelden van een jonge Peter Bogdanovich, een citerende Allen Ginsberg en andere beroemde New Yorkse bohemiens. (George Vermij)

Lachwekkende pedanterie
Fragments of Cinema and Philosophy – Cinema Regained
Enrico Ghezzi, Ciro Giorgini, Stafano Francia • Italië, 2007

De begincredits van Fragments of Cinema and Philosophy doen het ergste vermoeden. De film opent met een logo van een lokaal bureau voor toerisme en vervolgens krijgt de toeschouwer beelden voorgeschoteld van het idyllische eiland Prodicaa, dat dichtbij Napels ligt. Deze film is een slecht gemaakte en bij vlagen lachwekkende reportage over het festival Il Vento di Cinema dat elk jaar op dit eiland gehouden wordt.

~

Het filosofische idee achter het festival lijkt interessant, maar als we dit verslag moeten geloven lijkt het een te vaag concept van hoofdprogrammeur Enrico Ghezzi. De film bestaat uit interviews die deze Italiaanse filosoof in slecht en onduidelijk Engels voert met de regisseurs Werner Herzog, Amos Gitai en de filosoof Boris Groys. Ghezzi komt zelden goed uit zijn woorden en de vaagheid en obscuriteit van zijn beslommeringen maken het moeilijk om zijn vragen te begrijpen. In de ergste gevallen lijken bepaalde vragen gaandeweg te verdwijnen in zijn onkunde om duidelijk in het Engels te kunnen formuleren. Dit gegeven maakt van Ghezzi een komisch figuur ondanks, zijn schijnbare filosofische geleerdheid. De ondervraagden proberen zich nog te redden binnen Ghezzi’s richtingloze nieuwsgierigheid. Groys is nog het meest lucide op de wijze waarin hij filosofische ideeën verbindt aan de geschiedenis van de cinema, maar zijn uitspraken worden door Ghezzi verder niet uitgewerkt. Een ander irritant element vormen de beelden van het eiland zelf die door de interviews gemonteerd zijn en waarschijnlijk dienst doen als toeristische promotie. (George Vermij)