Film / Achtergrond
special: Deel 7

IFFR 2009

In dit deel van onze reeks IFFR-recensies aandacht voor narratieve fragmentatie uit Engeland, Marokkaanse migrantenproblemen, hikikimori, Argentijnse mystiek, een Italiaanse bandiet en associatieve poëzie uit Zwitserland.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | Interview Kyung-mook Kim

Inhoud: Better Things | Française | Left Handed | La mujer sin cabeza | Segreti di stato | The Sound of Insects: Record of a Mummy

Liefde en het niets
Better Things
Duane Hopkins • Groot-Britannië/Duitsland, 2008

~

De Britse kunstenaar Duane Hopkins volgt met zijn speelfilmdebuut Better Things in de voetsporen van Steve McQueen. Net als Hunger is Better Things vooral in zijn stilistische aanpak en narratieve fragmentatie eigenzinnig, maar anders dan McQueens film weet deze de kijker niet altijd te boeien. Better Things is naar Hopkins’ zeggen een film over liefde en de wijze waarop die het tegenstrijdige gedrag van mensen verklaart. De film toont de levens van verschillende personages, zonder een heldere chronologie of een directe samenhang. Zo wordt een stel jongeren gevolgd in een troosteloos Brits dorpje, terwijl ze worstelen met drugsverslaving en verliefdheid. Hopkins volgt ook een bejaard echtpaar met huwelijksproblemen en een oude weduwe die op sterven ligt en door haar kleindochter wordt verzorgd. Geleidelijk weet Hopkins te illustreren hoe liefde kan samengaan met afhankelijkheid, jaloezie en teleurstelling maar ook met vergeving, compassie en begrip.

Hopkins’ stijl is duidelijk geïnspireerd door de cinema van Bruno Dumont, maar de regisseur kijkt ook verder dan de bioscoopzaal. Zo is een scène in zijn compositie een verwijzing naar het schilderij The Death of Chatterton van de schilder Henry Wallis en gebruikt Hopkins ook effectief een muziekstuk van Schubert. De film is echter niet altijd even krachtig qua dialogen en acteerwerk. Hopkins heeft bewust gekozen voor een minimale aanpak en de personages die in vrij lange stille shots worden gevolgd blijven vrij leeg. Dit benadrukt misschien de existentiële leegte die alleen nog door liefde kan worden opgevuld, maar dit gegeven wordt lang uitgesponnen. Daarnaast is dit thema al vaker in films behandeld en Better Things biedt in vergelijking weinig nieuwe inzichten. De film komt uiteindelijk over als een poging van een beginnende regisseur om het arthouse-idioom te verkennen en aan te vullen met een eigen signatuur. Het eindresultaat weet maar deels te overtuigen, maar geeft aan dat Hopkins zeker wat in zijn mars heeft. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Tussen volk en vaderland
Française
Souad El-Bouhati • Frankrijk/Marokko, 2008

~

In films over migranten die moeilijk kunnen aarden in hun nieuwe land, wordt vaak ingegaan op aanpassingsproblemen en wordt er op nostalgische wijze aangekeken tegen het vaderland. Alsof alle problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen als men teruggaat naar het land van herkomst. Debuterend regisseur Souad El-Bouhati draait dit gegeven om. In Française concentreert zij zich in de openingsscènes op de achtjarige Sophia, een Marokkaans meisje dat het in Frankrijk prima naar haar zin lijkt te hebben. Haar ouders kampen echter met heimwee en financiële problemen en besluiten met het hele gezin te verkassen naar Marokko. De film springt vervolgens tien jaar vooruit in de tijd en toont de verwoede pogingen van Sophia om na haar eindexamen terug te gaan naar Frankrijk, het land waar ze zich na al die jaren nog steeds mee verbonden voelt.

Ondanks het uitgangspunt, dat iets verschilt van de meeste migrantenfilms, is Française te conventioneel. De film is zeer degelijk en professioneel gemaakt, maar ook een tikkeltje saai en veilig. De film wordt gered door de schitterende vertolking van Sophia door het grote talent Hafsia Herzi, die vorig jaar een verpletterende indruk achterliet met La Graine et le mulet. Zij geeft de verbetenheid van haar personage op fraaie wijze gestalte en geeft Française net dat beetje extra dat de film nodig heeft. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Verscholen kindertijd
Left Handed (Tobira no muko)
Laurence Trush • Japan, 2008

~

Left Handed heeft hikikomori als onderwerp. Dit is een Japans fenomeen waarbij jongeren zich opsluiten in hun kamer en elk contact met de buitenwereld verbreken. Voor de ouders van deze moderne kluizenaars zijn schaamte en sociale druk vaak een reden om dit geheim te houden voor de buitenwereld. De film volgt op een bijna Bressoniaanse wijze de tiener Hiroshi, die problemen heeft op school en zich vervolgens opsluit op zijn kamer. De film focust dan op Hiroshi’s moeder, die probeert om hem uit zijn isolement te halen. De Brit Laurence Trushs heeft zich voor zijn film nauwkeurig gericht op de Japanse cultuur. Hij gebruikte een niet-professionele cast en de film is strak gevangen in statische zwart-witshots. Waar Left Handed in tekort schiet is het betrekken van de kijker. Hiroshi wordt op een documentaire-achtige wijze gevolgd, maar is als karakter vrij eendimensionaal. Achtergronden worden niet gegeven of alleen summier genoemd. Daarnaast is de film erg traag in zijn afhandeling. Left Handed mist een menselijke kant en weet dat nauwelijks te compenseren met een emotionele ontknoping. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Nauwgezet en wanhopig
La mujer sin cabeza
Lucrecia Martel • Argentinië/Spanje/Frankrijk/Italië, 2008

~

Wie La cienaga en La niña santa kent, weet dat de Argentijnse regisseuse Lucrecia Martel een meester is in het maken van schijnbaar plotloze en realistische films waarbij zij in haar observaties van mensen mysterieuze en geheimzinnige details weet bloot te leggen. Haar films zijn alledaags en levensecht, maar ook sensueel en puur in hun heldere en precieze cinematografie. Misschien is het opmerkelijkste feit van Martels nauwgezette stijl dat deze zo ongekunsteld overkomt in vergelijking met de ontelbare arthousefilms die realisme, vervreemding en narratieve leegte hoog in het vaandel hebben staan, maar vaak niet weten te overtuigen. Uit La mujer sin cabeza blijkt dat Martel niet van stijl is veranderd en voor velen zal de film daardoor overkomen als een lege en zinloze kijkervaring. Martels zelfopgelegde zwijgplicht betreffende het uitleggen van haar films zal bij veel nieuwsgierige kijkers destemeer overkomen als een arrogante en gemakzuchtige manoeuvre. Toch is La mujer sin cabeza een film die langzaam verwordt tot krachtige en gelaagde cinema. De film wordt gedragen door het sterke spel van María Onetto als Vero, die gevolgd wordt nadat zij met haar auto een hond heeft aangereden en in shock verkeert. Dit vormt de rode draad  van de film, terwijl Vero contact heeft met haar familie en zich schikt aan de routine van alledag.

Tegenover het ongekunstelde realisme van bepaalde scènes bieden close-ups van Vero een sterk contrast. Haar gedrag lijkt na het voorval veranderd te zijn en gaandeweg denkt zij dat ze een persoon heeft aangereden. Onetto is als Vero overtuigend afwezig, terwijl er een lichte wanhoop merkbaar is als zij zich realiseert dat ze met moeite kan functioneren in haar omgeving. Martel laat het open of Vero altijd zo geweest is en of er andere zaken meespelen die haar gedrag kunnen verklaren. Deels doet de film in zijn observatie van een vrouw en haar omgeving denken aan Todd Haynes’ Safe. Martel heeft in vergelijking met Haynes wel een sterker naturalistisch oog voor hoe mensen praten en zich gedragen. La mujer sin cabeza gaat deels over de kwetsbaarheid van identiteit en het verschil tussen een publieke rol en je eigen intieme beleving. Martel toont met de film dat ze op een subtiele wijze een realistisch gegeven effectief weet te gebruiken als startpunt om vele thema’s onderhuids te verkennen. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Fascinerende voetnoot
Segreti di stato
Paolo Benvenuti • Italië, 2003

~

Aan de Italiaanse regisseur Paolo Benvenuti was een retrospectief gewijd op het IFFR. Zijn Segreti di stato is een perfecte aanvulling op Paolo Sorrentino’s Il divo. Waar in Il divo het gigantische web aan politieke intriges en geheime machtspelletjes aan bod kwam, ligt bij Benvenuti de focus op een voetnoot in de recente Italiaanse geschiedenis. In 1947 openden bandietenleider Salvatore Giuliano en zijn bende het vuur op Siciliaanse communisten die een 1 mei-optocht houden. De film begint bij een geheim beraad tussen politieke leiders en criminelen, waar wordt besloten om een van de verdachten van dit bloedblad te liquideren. Benvenuti toont aan de hand van het onderzoek van de advocaat van deze verdachte wat er precies gebeurd is.

In zijn geconcentreerde aanpak doet de film deels denken aan Franceso Rosi’s Cadaveri eccellenti. Tijdens het onderzoek blijkt dat bandietenleider Giuliano (al eerder het onderwerp van Rosi’s Salvatore Giuliano en The Sicilian van Michael Cimino) de pion is geweest van andere partijen. De film maakt duidelijk dat het voor de Italiaanse politieke elite noodzakelijk was om de macht van de communisten in te perken. Dit vormde in feite de geheime consensus tussen de machthebbende Italiaanse politici (waaronder Andreotti, de ongrijpbare hoofdpersoon uit Il divo), de maffia en de kerk, die het Italiaanse politieke landschap zou bepalen tot aan de val van de muur. In een minimale maar krachtige conclusie toont Benvenuti subtiel de connecties tussen deze partijen. Daarnaast toont de film dat de Amerikaanse geheime dienst, zoals in zo veel landen in het westen, achter de schermen de touwtjes strak in handen had. De kracht van de film zit hem in de eenvoudige maar krachtige aanpak, die zeer feitelijk overkomt en op geen moment pamflettistisch of moralistisch is. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Berichten van een aangekondigde dood
The Sound of Insects: Record of a Mummy
Petre Liechti • Zwitserland, 2009

~

De Zwitserse filmer Peter Liechti had dit jaar een retrospectief op het IFFR en zijn film The Sound of Insects: Record of a Mummy had er zijn première. De film is gebaseerd op een boek van de Japanse schrijver Masahiko Shimada  over een man die besluit om zelfmoord te plegen door zich te verhongeren. De film bestaat uit een monoloog van de hoofdpersoon die zich in de bossen heeft afgezonderd om te sterven. Liechti’s aanpak doet denken aan Péter Forgács’ Own Death (vorig jaar te zien op het festival), waarin een man in voice-over spreekt over de transitie van leven naar dood. In The Sound of Insects beschrijft de hoofdpersoon nauwkeurig het proces van verhongeren en de gevolgen daarvan op zijn lichaam.

Liechti gebruikt net als Forgács associatieve beelden die een losse maar tegelijk ook poëtische relatie hebben met te woorden van de hoofdpersoon. De film is daarmee een overtuigend verslag van de ervaringen van iemand die ervoor kiest om zelfmoord te plegen, zonder dat zijn motieven duidelijk zijn. Liecthi slaagt er zo in om een beklemmend effect te creëren, waarbij je als kijker wordt meegenomen in de beleving van deze persoon die zweeft tussen wanhoop en een vage notie van verlossing. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR