IFFR 2010
In deel 3: Revolutionaire beelden uit Teheran, relaties waarvan het motto is kwetsen en gekwetst worden, een tienjarig meisje tussen de hippie’s, drugshandel in een Deense gevangenis, de ontvoering van een zakenman en playboy, de Zuid-Amerikaanse passie voor muziek en kunstige slagerijporno in Rotterdam.
Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang
Inhoud: Green Days | I Am Not Your Friend | My Queen Karo | R | Rapt | Los viajes del viento | Vlees
Groene revolutie
Green Days – Spectrum
Hana Makhbalmaf • Iran, Frankrijk 2009
Terug naar boven | Deze film op site IFFR De proloog van I Am Not Your Friend is briljant. Een groepje kleuters wordt van een afstand geobserveerd in hun klasje. Vriendschappen worden hier met even groot gemak gesmeed als opgezegd; de manier waarop dit wordt gecommuniceerd is even ontwapenend als rechtdoorzee en eerlijk. Of beter gezegd: keihard. Daarmee zet regisseur György Pálfi (Hukkle, Taxidermia) de toon voor de rest van de film. Want als lieflijke peuters eenmaal volwassenen zijn wordt het er niet beter op. Integendeel.
In totaal negen personages worden gevolgd in Boedapest, wiens levens elkaar in korte tijd kruisen. De manier waarop ze met elkaar omgaan is vaak stuitend. Het onvermogen om zich te verplaatsen in de ander vormt de voedingsbodem voor egoïstisch, kwetsend gedrag. Dit tragikomische schouwspel doet daarmee enigszins denken aan het werk van Todd Solondz (Happiness). Enig kritiekpunt is dat de onderlinge relaties wel heel erg verweven zijn en daarmee licht onwaarschijnlijk. Het doet verder geen afbreuk aan de gebroken spiegel die Pálfi de mensheid voorhoudt en die (helaas zou je bijna zeggen) nergens ongeloofwaardig wordt. Dat deze sterk geacteerde film, die stilistisch weer heel anders is dan Pálfi’s voorgaande werk, is ontstaan uit improvisaties van niet-professionele acteurs is nauwelijks te geloven, en daarmee een groot compliment aan regisseur en spelers. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR
Van den Berghe kan bogen op een goede cast. Naast de jonge actrice Anna Franziska Jaeger (Karo) zetten Matthias Schoenaerts en Déborah François een sterke vader en moeder neer. Het zijn mensen die elk op eigen kinderachtige manier tobben met hun ideeën en driften, maar toch sympathiek worden. Maar op een aantal punten laat My Queen Karo ook steken vallen. Karo’s vreemde huisdier, een egel, wordt het mikpunt van overdreven symboliek. Een aantal karakters, waaronder Bob Fosko als boze huisbaas, doet af aan de geloofwaardigheid van de film. En dan is er nog de lengte: na een energiek begin kabbelt de film voort. Saai wordt het echter nooit, mede door de geslaagde fotografie en de aanstekelijke soundtrack. (Geert Maarse)
Terug naar boven | Interview met de regisseur | Deze film op site IFFR
Die andere gevangenisfilm
R – Tiger Awards
Michael Noer & Tobias Lindholm • Denemarken, 2010
Terug naar boven | Deze film op site IFFR Stanislas Graff staat aan het hoofd van een machtig zakenimperium, hij bewoont een kast van een huis in Parijs, en heeft een liefhebbende vrouw en twee dochters. Zijn levenstempo is jachtig en om de continue draaiende adrenalinemotor aan de gang te houden vult hij zijn dagelijkse bezigheden nog eens aan met nachtelijke gokavonturen en een trits minaressen. Dan wordt hij op een ochtend op brute wijze ontvoerd. Zijn ontvoerders zijn met velen en aarzelen niet om geweld te gebruiken. Ze snijden een vinger van hem af en sturen die naar de familie. Als die het losgeld van vijftig miljoen euro niet betalen zal een tweede lichaamsdeel volgen.
Het is regisseur Lucas Belvaux in deze thriller niet echt te doen om de machinaties rondom een ontvoering of om de technieken waarmee het onderzoeksteam werkt om de daders te pakken te krijgen. Graffs vrouw en zijn directiecollega’s weten weinig van zijn uitspattingen, of doen althans of dat niet zo belangrijk is. Maar als ze grote moeite blijken te hebben om het losgeld bij elkaar te krijgen omdat Graff zoveel van zijn privégeld verloren is, en als de media zich massaal op diens buitenechtelijke avontuurtjes storten, verandert dat. Dan blijkt dat Graffs positie wankel is, ondanks het vreselijke lot dan hem boven het hoofd hangt. Zijn vrouw blijft achter hem staan maar voor de rest blijkt ieders steun voor de industrieel ineens vloeibaar. Belvaux laat zien dat geld en zakelijke belangen boven alles gaan, al draait iedere betrokkene om die hete brij heen. Als pure thriller bereikt Rapt geen grote hoogten maar als portret van de psychologische machtsspelletjes rond een diepgevallen man doet de film dat wel. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR
Terug naar boven | Deze film op site IFFR Een kale slagerij, ergens in de Rotterdamse havens, is het decor voor een absurde, geheimzinnige film over lusten. Er is een dikke slager, een willig kassameisje en een langharige inspecteur die een moord moet onderzoeken. Er wordt gefluisterd over natte schaamlippen en zachte mondjes, en er worden lammeren uitgebeend en karbonades losgehakt. Seyferth en Nieuwenhuijs kregen met moeite het budget bij elkaar voor hun project en een van de geldschietende fondsen, zo werd op de première-avond lachend verteld, is opgedoekt. Toch is het de vraag of het door het gebrek aan geld komt dat hun film een richtingloos rommeltje is.
Het verhaal is onbegrijpelijk, maar dat is niet zo’n probleem. De slagerij is een lust voor het oog: prachtig gestileerd en meesterlijk uitgelicht. De scènes die zich daarin afspelen kunnen qua sfeer en stijl tippen aan het werk van Alex van Warmerdam (De Noorderlingen, De laatste dagen van Emma Blank) en Roy Andersson (Songs from the second floor, You, the Living). Maar alles wat zich daarbuiten afspeelt is ronduit slecht. Het lijkt of er twee totaal verschillende films in elkaar gevlochten zijn: de kunstige en absurde slagerijporno en het realistische, maar amateuristische detectiveverhaal. En dat is doodzonde. De film bevat een aantal meesterlijke scènes, maar die worden besmet door de fantasieloze en geforceerde rest. Buiten de theatrale metalen slagerij valt ineens op hoe bedroevend slecht er geacteerd wordt. Dat is niet alleen aan de acteurs te wijten, maar ook aan het klungelige scenario, dat dialogen voorschrijft die zich niet geloofwaardig laten uitspreken. (Geert Maarse)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR