IFFR 2010
Kun-jae Jang (1977), die tussen 2002 en 2003 een opleiding als cameraman aan de prestigieuze Korean Academy of Film Arts en bovendien een universitaire filmproductiestudie volgde, maakt al meer dan tien jaar korte films. Vorig jaar debuteerde hij met de speelfilm Eighteen, die in het ‘Bright Future’-programma van het afgelopen IFFR werd vertoond. Een gesprek met de regisseur over de voorbereiding, opnames en nasleep van de film.
Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang
Je opleiding als cameraman lijkt ergens in het midden van je carrière als filmmaker te vallen.
De film heeft een bijzonder uitgekiende en gedetailleerde vormgeving. Hoeveel daarvan was van tevoren bedacht?
Ik heb geen storyboard gebruikt; er was alleen een script. De vorm van de scènes, de camerastandpunten en de visuele details enzovoorts zijn allemaal op locatie ter plekke gevormd, in overleg met de cameraman en de acteurs. Een aantal van de dialogen is ook ter plekke bedacht.
Hoewel je als cameraman bent opgeleid, heb je voor Eighteen een andere cameraman gebruikt.
De cameraman (Hyung-bin Lee, red.) is mijn beste vriend dus we kenden elkaar al erg goed. We hebben ook al eerder samengewerkt voor kleinere projecten, ik als regisseur en hij als cameraman, of andersom. Het is dus altijd meer een partnerschap geweest dan twee mensen met twee verschillende rollen. Maar Eighteen is onze eerste speelfilm en in het begin waren er wel wat spanningen tussen ons. Uiteindelijk hebben we elkaar goed geholpen.
De film is op digitale video opgenomen, terwijl een aantal van je korte films op 35 mm zijn gedraaid. Was dit een bewuste overweging of was je gedwongen?
Ik kijk veel naar details en vraag me altijd af werk formaat het best bij een project past. Maar de voornaamste reden dat we digitale video hebben gebruikt is het budget. De digitale camera was de enige die we gratis konden lenen. Ik denk wel dat ik in de toekomst dezelfde techniek ga gebruiken.
De film kostte ongeveer honderd miljoen won (63 duizend euro). 80 procent daarvan is gefinancierd door de overheid, via drie verschillende instanties. Dat was een wonder, want ik ben daarvoor de afgelopen tien jaar ongeveer 70 keer afgewezen. Het is ontzettend moeilijk om geld los te krijgen voor een onafhankelijke film. De korte films die ik tot nu toe heb gemaakt, heb ik gefinancierd met deeltijdbaantjes. Het was ook de bedoeling dat deze film met een heel klein budget zou worden gemaakt, maar toen kreeg ik plotseling geld van de overheid en kon ik een grotere crew inschakelen.
Eighteen heeft bij de wereldpremière in Vancouver een juryprijs gewonnen. Ben je geïnteresseerd in commercieel succes? Wat verwacht je verder van de ontvangst van de film?
Hij draaide in december vorig jaar ook op het festival voor onafhankelijke film in Seoel en heeft daar een prijs voor beste acteur gewonnen. De film zal op 25 februari in Korea in ongeveer 10 zalen in première gaan. Ik heb nu drie projecten lopen. Na de première van Eighteen ga ik het script van een daarvan ontwikkelen en er vervolgens financiering voor zoeken. Succes betekent voor niet meer dan mij de mogelijkheid krijgen om een volgende film te maken.
De twee hoofdrolspelers zijn onbekenden, maar ze spelen geweldig. Waar komen ze vandaan?
Het westen heeft een beeld van Zuid-Korea als een erg patriarchische samenleving. Je hebt vaker gezegd dat de film op je eigen jeugdervaringen is gebaseerd. Maar hoe realistisch is de familiesituatie in de film?
De vader van het meisje is geen veel voorkomend figuur, maar hij is ook gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Het is wel zo dat hij typisch Koreaans is in de zin dat hij op eigen houtje zijn fortuin heeft vergaard en daarom vindt dat zijn dochter dat ook moet doen. Daarom beschermt hij haar zo sterk.
Het komt in Korea ook veel voor dat er niet getrouwd wordt als de ouders daar geen toestemming voor geven. Bij de vertoning in Vancouver had het publiek vooral medelijden met het meisje. De reacties hier waren veel heftiger en gericht op het feit dat de vader het meisje slaat.
De muziek in de film is erg subtiel en wordt spaarzaam gebruikt. Hoe is de soundtrack tot stand gekomen?
De muziek was het lastigste element van het maken van de film. De componist (Tae-seong Kim, red.) had meer ervaring dan ik, dus ik was erg van hem afhankelijk. Hij is redelijk bekend. Hij verdient zijn geld met muziek voor commerciële films en maakt de muziek voor onafhankelijke films vaak gratis, als vriendendienst.
Er is een liedje dat ik eigenlijk in de film wilde hebben. De internationale titel van de film is Eighteen, maar de originele titel betekent ‘wervelwind’. Ik wilde dat de titel La tourbillon de la vie zou zijn, naar het liedje in Jules et Jim van Truffaut. Maar de kosten van het gebruik van die titel zouden bijna even hoog zijn als het budget voor de gehele film. De melodie die de jongen en het meisje in mijn film neuriën, is trouwens een iets aangepaste variant op het liedje uit Jules et Jim.
Met dank aan Yei Ji Park voor de vertaling.
Eighteen is niet aangekocht. Lees hier een recensie van de film. Een dvd met een selectie van Jangs korte films, met Engelse ondertiteling, is online te koop (alleen Koreaans).