Film / Achtergrond
special: Deel 1

IFFR 2010

Vandaag gaat het 39e International Film Festival Rotterdam van start. 8WEEKLY doet zoals gewoonlijk zeer uitgebreid verslag met tal van kritische recensies en een aantal interviews met interessante filmmakers. Vandaag aandacht voor de openingsfilm en wisselvallig werk uit Griekenland, Brazilië en Isräel.

Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang

Inhoud: Paju | Dogtooth | Hotel Atlantico | Lebanon

Complexe verhoudingen


Paju
– Bright Future
Chan-ok Park • Zuid-Korea, 2009

Filmmaker Chan-ok Park debuteerde in 2003 met Jealousy Is My Middle Name, waarvoor ze een Tiger Award won. Een sterke start dus, maar het duurde zes jaar voordat ze haar tweede speelfilm presenteert in Rotterdam.

~

In Paju volgt ze een man en de invloed die drie vrouwen op zijn (gevoels)leven hebben. Joongshik (Sun Kyun Lee) vlucht weg van zijn vriendin na een tragisch ongeluk met haar zoontje. Hij leert Eunsoo (Yi Young Shim) kennen, trouwt met haar maar blijft uiteindelijk weer alleen achter als ze om het leven komt bij een gasexplosie. Eunsoo’s jongere zus Eunmo (Woo Seo) is nog te jong om te gaan studeren en zo belanden zwager en schoonzus bij elkaar in huis. Eunmo heeft een haat-liefdeverhouding met Joongshik, en de film volgt in flashbacks hoe deze relatie zich ontwikkeld heeft en waarom die zo gecompliceerd is.

De conflicten die zich bij de personages afspelen, zijn in detail op hun gezichten te zien, en zijn ook nooit zwartwit. Dat geldt voor de getergde Joongshik en voor Eunmo, maar ook voor zijn ex-vriendin, die na vele jaren weer opduikt, en voor zijn vrouw, die in flashbacks laat zien dat ook zij geen eenduidige relatie met hem heeft gehad. Maar juist door die nuances weet Park de aandacht vast te houden. Paju is een sterk portret van een complexe man en de invloed die hij heeft op de vrouwen om hem heen. Een film die ondanks een traag tempo altijd boeiend is. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Dogtooth is een waar curiosum. Wie Griekse cinema associeert met de poëtische evocaties van Theodoros Angeloupoulos, zal verbaasd de zaal verlaten na het zien van deze film. Kil geregistreerd, maar met een vleugje surrealisme als in Buñuels Le charme discret de la bourgeoisie en Le fantôme de la liberté, vertelt Dogtooth het verhaal van een pater familias die met vreemde rituelen zijn drie volwassen kinderen in het gareel houdt. Deze rijke man heeft een hoge baan in een fabriek en woont met zijn vrouw in een grote ommuurde villa. In de eerste scènes neemt hij een vrouw mee om voor geld te vrijen met zijn wereldvreemde zoon. De twee dochters van het gezin spelen absurde spelletjes en luisteren naar geluidsopnamen die de valse betekenis van woorden geven. Gaandeweg, maar zonder een echte verklaring, blijkt dat de zoon en dochters nooit buiten de villa zijn geweest. Ze worden door hun ouders bang gehouden. In een scène wordt hun verteld dat katten levensgevaarlijk zijn en dat het dodelijk is om op de grond buiten de villa te lopen. De kinderen worden grootgebracht in een luxe, maar vreemde cocon die hun afschermt van de realiteit.

Het gevoel dat je als kijker ervaart bij het zien van Dogtooth, zit tussen vermaak en afschuw in. De film is op het eerste gezicht een zieke grap, maar er is ook een maatschappijkritische laag in de uitbeelding van een burgerlijk gezin waarvan de kinderen moeten geloven in een goedbedoelde illusie. De op het eerste gezicht keurige vader blijkt een verknipt wereldbeeld te hebben. De sfeer van de film wordt grimmiger naar het eind toe, maar regisseur Lanthimos kiest ervoor om zaken niet eenduidig door de kijker te laten vatten. De spanning tussen een bijna expliciet realisme en surreële vervreemding blijft hierdoor sterk en ongemakkelijk. Rolf de Heers Bad boy Bubby, waar door de ogen van een afgezonderde outsider wordt gekeken naar de absurditeiten van een moderne samenleving, is een duidelijke referentie voor Lanthimos. De film doet in zijn minimale registratie van het gezin echter ook denken aan de onopgesmukte cinema van Haneke. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

In de Braziliaanse film Hotel Atlantico hangt het verhaal van losse en vervreemdende ontmoetingen aan elkaar. Een acteur zonder werk vertrekt van een mistroostige havenplaats om door het land te dwalen, zonder richting of doel. De hoofdpersoon komt in bizarre en soms macabere situaties terecht. Zo pleegt een vrouw zelfmoord, reist hij mee met twee gevaarlijke mannen en duikt onder bij een vreemde priester. De climax komt als hij een ongeluk krijgt en door de mooie, maar obsessieve dochter van een lokale dokter en politicus wordt gedwongen om met haar te trouwen.

De film is gebaseerd op het boek van João Gilberto Noll en streeft een alledaags surrealisme na. Een stijl die geschikt is voor de Latijns-Amerikaanse werkelijkheid. De film slaagt er echter niet in om te boeien. Amaral wil graag mysterieus doen zonder het echt waar te maken. Bepaalde scènes hebben de pretentie om belangrijk te zijn, terwijl gekunsteldheid overheerst. In dialogen wordt er gepoogd om dieper te gaan, maar door houterig acteerwerk komt dit niet over. Verwijzingen in de film (een foto van de dode Che Guevara, de rol van de kunstenaar in de maatschappij) gelden vooral als artistieke versiering en worden niet uitgediept. Het is alsof de regisseuse ervan overtuigt is dat een serieuze film moet bestaan uit een mix van absurde toevalligheden, intellectueel aandoende vervreemding en wat gekke types. Deze som is minder dan de losse delen en de film overtuigt daarom niet. Het enige dat overblijft is een gevoel van doelloze vrijblijvendheid, die misschien in de lijn is van het absurde boek, maar voor de kijker tijdverspilling is. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Libanon, juni 1982. Onder leiding van Defensieminister Ariel Sharon valt Israël Libanon binnen en start daarmee een oorlog die duizenden doden zou eisen. Directe aanleiding was een mislukte moordaanslag op de Israëlische ambassadeur in Groot-Brittannië, maar de situatie was al lang onrustig en met wederzijdse beschietingen tussen Israel en de PLO leek escalatie van het conflict onafwendbaar.

Regisseur Samuel Maoz gebruikt de chaotische begindagen van de oorlog als achtergrond voor de extreme druk waaraan een tankbemanning bloot staat als de mannen, vrijwel blind, hun weg moeten zoeken in vijandig gebied. Maoz maakt die verblinding letterlijk door zijn camera te plaatsen in de tank zelf en alleen beelden van de omgeving te laten zien door het vizier waarmee de bemanning naar buiten kijkt. Deze letterlijke vernauwing van de blik en de beperking die Maoz zich met de locatie opwerpt, werkt goed. Hij bereikt het realisme waar hij naar streeft en de stress waar de bemanning onder staat wordt overgebracht op de kijker. Die ziet de mannen constant van dichtbij, waardoor identificatie met hun missie slechts een kleine stap is. Ook weet de regisseur creatief om te gaan met de ruimte door zijn camera naar details te laten zoeken en die visueel gewicht te geven. Maar buiten die gimmick heeft Maoz niet echts iets nieuws te melden. De manier waarop de bemanning met elkaar omgaat, de clichématige onderlinge verschillen, de beperkte informatie waar ze over beschikken, de problemen die ze hebben om gefundeerde beslissingen te nemen en de zinloosheid van hun missie zijn zo oud als het fenomeen oorlog zelf.

Problematischer is echter dat Maoz, ondanks de positionering van zijn film in de oorlog van 1982, geen mening lijkt te hebben over dat conflict. Hij laat het bij algemene duidingen als ‘oorlog is slecht’ en ‘in oorlog zijn alleen maar verliezers’. Dat maakt dat Lebanon de film weinig met Lebanon de oorlog te maken heeft, wat toch wel een gemiste kans mag heten. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR