
Uppers & downers
.
Conrad Rooks is niet de grootste naam in de filmgeschiedenis, met maar twee titels op zijn naam. Zijn beide films verschenen onlangs op dvd. Chappaqua (1966) is een van de eerste acid-films, een onafgebroken reeks LSD-visioenen die – in tegenstelling tot de meeste LSD-films – niet na tien minuten verveelt. Siddharta, naar de roman van Herman Hesse, is niet echt een film maar een fotoroman: mooie plaatjes zonder inhoud. Rooks zelf vormt met zijn fantastische levensgeschiedenis min of meer de levende schakel tussen de beatniks en de hippies, hetgeen de interviews op de dvd’s goed illusteren.
De levensgeschiedenis van Conrad Rooks laat zich niet gemakkelijk samenvatten. Dat komt vooral doordat de belangrijkste bron van dat verhaal Rooks zelf is, en zijn verhalen zijn (wegens overmatig substantiemisbruik door de verteller) niet altijd even samenhangend; Rooks was met veertien jaar alcoholist en voegde elk jaar een nieuwe verslaving toe. Tijdens de extra-interviews op de dvd’s – één op iedere schijf plus Rooks als item bij een Duits televisiemagazine – ratelt Rooks maar door, met steeds nieuwe ervaringen en steeds gekkere ontmoetingen; Jack Kerouac (“we were both drunks, so naturally, we got along”), Allen Ginsberg, de zoon van Gandhi, de moordenaar van Raspoetin. Het volgende staat in elk geval vast: hij werd geboren in 1934, in Kansas City; zijn eerste vrouw was de Russische prinses-bannelinge Zina de Rachevsky, die hem introduceerde bij de beatniks; in 1961 werd hij opgenomen in een Zwitserse kliniek; en in 1965 verfilmt hij het afkickproces in het autobiografische Chappaqua.
Hallucinant
~
~
America in the sixties
Het is de acid wave waar Johnny Depp als Hunter S. Thompson op terugkijkt in Terry Gilliams Fear & Loathing in Las Vegas; het is de counter culture vlak voor de climax, nog niet gekaapt door de commercie. Rooks zit er middenin, en al zijn vrienden doen mee. Oude goden als William S. Burroughs en Allen Ginsberg, die met hun literaire werk in Greenwich Village de basis hadden gelegd voor de wereldwijde hippierevolutie, figureren. De nog onontdekte Ravi Shankar doet de muziek, in samenwerking met Philip Glass. Fotograaf Robert Frank gebruikt elke denkbare filmische techniek om het woeste, meeslepende karakter van de trip te imiteren. Niet voor eigen gewin, of omdat de regisseur goede sier wil maken met een minder dan prijzenswaardige eigenschap. Rooks wil simpelweg een krankzinnige episode uit zijn leven delen met een publiek dat minder ervaring heeft met geestverruimende middelen dan hij.
Op het filmfestival van Venetië in 1966 konden ze Rooks’ experimenten waarderen: daar won Chappaqua een Zilveren Leeuw. Met als gevolg dat hij betere middelen tot beschikking kreeg en zijn tweede film, de Herman Hesse-verfilming Siddharta veel traditioneler uitviel. Of misschien dat de regiseur wilde bewijzen dat hij ook ‘normale’ films kon maken, binnen de lijntjes kon kleuren. Terwijl juist Siddharta een onconventionele behandeling verdient, dat door beatniks, hippies en leraren Duits kapot geanalyseerde boek.
En toen en toen
~
Chappaqua (1966) verscheen onlangs op dvd bij distributeur De Filmfreak; Siddharta (1972) bij Homescreen.