I don’t want someone to watch me
‘Oh, how I need someone to watch over me’, zong Ella Fitzgerald in 1926. Vroeger was privacy iets vanzelfsprekends en kon je zelf bepalen wat je aan anderen wilde laten zien. Nu kunnen we ons de wens van Fitgerzald nauwelijks meer voorstellen. Schrijver Jan van Mersbergen, MC/spoken word artiest Typhoon en theatermaker Dilan Yurdakul gingen in de voorstelling ‘WEST WORDS: SOMEONE TO WATCH (OVER) ME’ op zoek naar de betekenis van privacy in onze veranderende wereld.
Het publiek komt verward binnen. ‘Niet plaatsnemen op de tribune’, wordt er op het hart gedrukt bij het afscheuren van de kaartjes. Kriskras verdeeld over de speelvloer staan ongemakkelijke houten stoelen. Gezellig en ontspannen naast elkaar zitten is er op deze derde avond van West Words niet bij. Nieuwsgierig maakt de opstelling wel.
Worstelen met privacy
Tijdens West Words, een literair concept van de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA) en Podium Mozaïek, reflecteren kunstenaars op multidisciplinaire wijze op actuele thema’s. De voorstellingen draaien om een nieuw geschreven tekst van een schrijver. Dit keer schrijft Jan van Mersbergen (Naar de overkant van de nacht) een tekst. Theatermaakster Yurdakul (GTST) en spoken word artiest Typhoon geven een bijdrage onder regie van Caspar Nieuwenhuis.
Wat privé is en wat niet, is nogal aan verandering onderhevig geweest. Alles wat we doen, wordt nu vrijwillig en onvrijwillig gedocumenteerd: welke film we ’s avonds kijken op de bank, welke boodschappen we doen, welke muziek we leuk vinden, hoeveel geld we hebben. Welke waarde kunnen en mogen we dan nog aan privacy hechten? Met deze vraag worstelen Van Mersbergen, Yurdakul en Typhoon.
Privacy is vrijheid
‘Tinder, heb je dat al geprobeerd?’ vraagt Yurdakul vanachter haar laptop. ‘Licht uit. Donker. Tril. Stil. Tinder. Ontmoet.’ In haar bijdrage – een monoloog in telegramstijl – wordt duidelijk hoe eenzaam je je kunt voelen in een wereld waarin je telkens moet posten waar je mee bezig bent. ‘Wil je een foto van me? Wil je een geile foto van me?’ Social media maken ons volgens Yurdakul stil en eenzaam. Zo zijn we volgens haar ‘gestrand, eenzaam, vastgelopen, ontaard.’ Typhoon beaamt dit wanneer hij zijn tweede stuk inzet met ‘Ik ben een bevestigingsjunk.’ Hij rapt en zingt over de wens om terug te krijgen wat hij verloren is: zijn vrijheid. Zijn bijdrage doet het meest denken aan een wanhopige noodkreet. ‘Geef ons terug wat van ons is. Kijk liefde. […] Streep door m’n privacy.’ Privacy is voor hem vooral iets uit het verleden, waar hij naar terugverlangt. Tegelijkertijd kan hij het twitteren en facebooken niet laten.
Jan van Mersbergen schrijft naar eigen zeggen graag over zijn zoon. ‘Je moet niet over mij schrijven’, krijgt hij dan te horen. Want zijn zoon heeft een privacyprobleem: Van Mersbergen twittert, post en blogt over hem. De jongen komt dus, volgens Van Mersbergen (wiens blog in 2010 is uitgeroepen tot beste literaire weblog van Nederland) regelmatig zijn eigen uitspraken tegen op facebook of twitter. Prettig is dat niet. Toch heeft Van Mersbergen de macht om dat te blijven doen en vinden we het ook niet gek dat hij dat doet (hij is niet de enige, denk aan Sylvia Witteman die regelmatig met naam en toenaam over haar kinderen twittert). Privacy gaat voor Van Mersbergen daarmee vooral over de macht en onmacht om dingen persoonlijk te houden en over de scheidslijn tussen fictie en non-fictie. ‘Persoonlijke dingen zijn het moeilijkst’, verzucht hij.
Niets te verbergen
Van Mersbergen, Typhoon en Yurdakul laten alle drie iets heel anders zien. Dit multidisciplinaire karakter is ook het aantrekkelijke van de avond. De voorstelling duurt bovendien niet te lang en blijft boeien. De vorm van de voorstelling – de artiesten op de tribune en het publiek verbrokkeld over de speelvloer – versterkt het facebookgevoel: bekeken worden terwijl je anderen bekijkt. In plaats van veilig op de tribune, ben je alleen en kwetsbaar en dat gevoel wordt sterker doordat de artiesten het publiek rechtstreeks aanspreken, er tussenzitten of erdoorheen lopen. Als toeschouwer kun je, hoewel het donker is, dus niets verbergen.
Kunnen we dan helemaal geen dingen meer voor onszelf houden? Vooral de bijdrages van Typhoon en Yurdakul stemmen wat dat betreft somber. We zijn bevestigingsjunks op onze eenzame eilandjes waarvandaan we gluren naar anderen, jaloers wanneer onze partners te veel op hun beeldschermen kijken. Van Mersbergen stemt lichter: voor hem is privacy ook een literair interessante kwestie waar mooie dingen uit voortkomen. Uiteindelijk is privacy vooral iets uit het verleden waar met veel heimwee en frustratie aan wordt teruggedacht. Typhoon sluit de avond af met de treffende woorden: ‘De grap is dat we niks in de hand hebben op ons eigen handelen na.’ Met de telefoon in de hand, er moet natuurlijk wel getwitterd worden.