Het schrijversdagboek van een onuitstaanbaar type
.
Eendagsvliegen begint met de notities die een 13-jarige Komrij op een dag in 1957 maakte in zijn agenda. Het betreft een rijtje scheldwoorden: plebs, gepeupel, janhagel, geboefte, gespuis, rapalje, uitschot, uitvaagsel, en zo verder tot zeurpiet, kletskous, oud wijf, haaibaai. Achtenveertig jaar later merkt een 61-jarige Komrij, gezeten in de bibliotheek van schrijversverblijf Hotel Ambassade, op: “Als dichter wil je zo’n groot mogelijk reservoir aan woorden tot je beschikking hebben.” En vuilbekkerij hoort daar ook bij. De auteur zou door de jaren heen nog vele woordenrijtjes opschrijven. “Je zit met je kont op een ongelooflijk rijke taal. Er zijn zoveel woorden die slapen en je alleen maar wakker hoeft te kussen om te merken hoe ze eruit zien.”
Commonplace book
De rijtjes vormen samen met neergepende citaten uit andermans werk, vlug genoteerde gedachtengangen, talloze titels van gelezen boeken, onafgemaakte gedichten en dagboekaantekeningen van het leven in Portugal (waarheen Komrij in 1984 met levensgezel Charles Hofman emigreerde) de eendagsvliegen van de boektitel. Het gaat hier om een zogenaamd commonplace book. Een boekgenre dat volgens Komrij te weinig wordt beoefend in Nederland. Eendagsvliegen is een verzameling aantekeningen uit oude klad- en knoeiboeken. De uitgave ervan gunt de lezer een blik op de werkwijze van schrijver Gerrit Komrij: “Je probeert een portret van jezelf te geven.”Dat portret begint zoals gezegd met de jonge Komrij, die vlakbij de Duitse grens, in het plaatsje Winterswijk woonde. Faust kende hij op zijn 14e uit zijn hoofd. Duits was zijn tweede moedertaal en Goethe zijn jeugdidool. “Ik kocht toen alles wat ik van Goethe vond. Ik had nog geen idee dat er wel een half miljoen boeken over die man was geschreven.” Faust wisselde hij af met Donald Duck en Okkie Pepernoot. “Als je verder wilde komen in de wereld kwam je bij boeken uit. Als je niks wilde en eeuwig in dat gat wilde blijven wonen waar je geboren was en van plan was je hele leven achter een een kinderwagen aan te hollen met een vrouw met pijpekrullen, dan ging je niet lezen natuurlijk.”
De man met één boek
Portret van Gerrit Komrij door Theo Daamen |
Een bepaalde belezenheid vindt Komrij noodzakelijk. “De man met één boek is het gevaarlijkst. Dan bedoel ik natuurlijk de bijbel, de koran, Mein Kampf. Je moet wel weten wat er leeft in de wereld.” En ook: “De iets minder blinden en lammen zullen de blinden en lammen verder helpen.” Maar een boekenverzamelaar van zijn eigen kaliber vervalt weer in het andere extreem. “Eigenlijk zou je een oormerk moeten hebben. Een tattoo op het voorhoofd, waaraan je kan zien hoeveel boeken iemand heeft. Dan gaat het van: ‘Kijk, daar heb je de man met drie boeken.’ En mensen die meer dan duizend boeken bezitten, worden standrechtelijk geëxecuteerd. Dat komt nog eens.” Lezen is tegenwoordig louter een tijdverdrijf geworden, concludeert Komrij. “Literatuur is natuurlijk niet bedoeld voor het doodslaan van de tijd. Je moet er vooral niet een beter mens, maar een ander mens van worden. Op betere mensen heb ik het niet zo begrepen.” Maar van een ontlezing die in deze tijd zou plaatsvinden wil hij niet horen. “Als jongetje zag ik om me heen al nooit mensen lezen.”
Poëzie is zwendel
Komrij lukte het inderdaad weg te komen uit Winterswijk. Als inwoner van Amsterdam debuteerde hij in 1987 met Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten bij Martin Ros en zijn Arbeiderspers, voor wie hij eveneens veel vertaalwerk deed. De dichter Komrij had zo zijn eigen opvatting van de dichtkunst en verkondigde dat poëzie ‘zwendel’ is. “De poëzie draaide in die tijd voor een deel om de diepe zieleroerselen van de dichter. De zogenaamde bekentenispoëzie. Daar had ik het niet zo op. Ik heb poëzie altijd gezien als goochelarij, een constructie waarmee je mensen iets voor de ogen tovert dat nieuw voor ze is. Ik zie poëzie als maakwerk, niet als gevoelsuiting. Je bent een jongleur die effecten bereikt door te bedriegen.”
“Taal is in feite veel meer een middel om te manipuleren dan mensen willen toegeven”, luidt Komrijs theorie. “Je presenteert jezelf ermee, je bouwt jezelf ermee op. Taal is een kwestie van bedriegers en bedrogenen. Een schrijver voert dat op tot grote hoogten. Hij wil een topgoochelaar zijn. Iedereen goochelt wel eens tussen de schuifdeuren. Maar bij een goede schrijver heb je het niet door dat hij je bedriegt.” De onsamenhangende berg notities waaruit Eendagsvliegen bestaat, biedt dan ook weinig meer dan een glimp van de mens Komrij. Het onderwerp van het boek is de schrijver, die zijn woordenschat uitbreidt, inspiratie haalt uit andermans boeken en de ingevingen die hij heeft zo snel mogelijk op een papiertje krabbelt.
De schaamte voorbij
Hij kijkt niet graag terug, zegt Komrij. Uit eigen beweging kwam deze notitiebundel er dan ook niet. Voor de vorig jaar aan Komrij gewijde tentoonstelling van het Letterkundig Museum in Den Haag werd zijn zolder overhoop gehaald. Toen hij de schaamte voorbij was, ging Komrij toch maar tot publicatie over. “Ik heb een zwak voor alle figuren die ik was. Maar het is wel alsof je een zerk op je eigen graf plaatst.” Tegelijkertijd heeft de uitgave van de decennia aan aantekeningen juist een louterend effect op de schrijver. “Het is als een bad ezelinnenmelk waaruit je vernieuwd tevoorschijn komt. Anders draag je het als een bochel op je rug mee. Nu ben je het kwijt. Het ligt vervolgens wel bij mensen thuis die heel veel van je weten, van wat je zelf allemaal vergeten wilt. Maar het is de deur uit. Je hebt de troep op andermans stoep geveegd. Hoewel het edele, heerlijk ruikende troep is.”
Bij dit schrijversdagboek blijft het niet, merkt Komrij vilein op. “Dagboeken als die van Hans Warren komen nog wel. Maar die zijn zo gemeen en zo smerig; die verschijnen pas na mijn dood. Ik prakkizeer er niet over om ze nu uit te brengen. Anders kan ik net zo goed een jutezak over mijn hoofd trekken. Ik wil nog een paar mensen overhouden.” Maar ook in Eendagsvliegen kan Komrij venijnig uit de hoek komen. “Het lijkt me een hondser taak dan het tellen van de sterren aan de hemel, de zandkorrels in de woestijn of de mislukte gedichten in het oeuvre van J. Bernlef”, schrijft hij bij voorbeeld ergens. Is hij niet bang op deze manier nieuwe vijanden te maken? “Het zijn typeringen van mensen die je ooit te binnen schoten. Zo komt ook menigmaal iets dierbaars over collega’s naar boven. Waarom zou je dat weglaten? Mensen horen dat graag. Het lijkt me daarbij moeilijk meer vijanden te creëren. Ik heb weinig vrienden in de literaire wereld. Dat is ook de reden dat ik geen register in het boek heb opgenomen: anders gaan die mensen in de winkel hun naam opzoeken. Ze moeten het boek wel eerst mee naar huis nemen en daar tot de schrikwekkende conclusie komen dat ze er niet in staan. Maar dan zijn ze al wel langs de kassa geweest.”Een ambtenaarsuitvinding
Een echte zuurpruim is Komrij niet. Zo viel hem, net terug in zijn vaderland en rijdend over de snelweg, de overheidscampagne voor verkeersregels op: I love afstandhouden. “Een ambtenaarsuitvinding”, noemt hij het. Taalvervuiling. Maar hij heeft weinig trek eeuwig over dat soort dingen te blijven mekkeren. “Ik heb geen zin in een maagzweer.” En zo is Komrij opvallend mild. Slechts met de pen in de hand komt het venijn om de hoek kijken, zo lijkt het. Hij vertelt met tevredenheid over de opnames voor Een gelukkige schizo: de NPS-documentaire over hem die op 20 september uitgezonden wordt. Zichzelf noemt hij daarbij ‘een onuitstaanbaar type’, die overal zijn mening over klaar heeft. “Dat werkt wel op de televisie, daar hebben ze geluid nodig.” Ook iets wat hij met veel plezier doet: zinnen rondstrooien die de toehoorder in verwarring achterlaten. “Ik zeg graag de waarheid, op voorwaarde dat de mensen niet alles geloven”, beschrijft hij zijn optredens in praatprogramma’s. Zo is het meest tekenende aan Komrij dat hij de lezer met veel genoegen een rad voor ogen blijft draaien.
De documentaire De gelukkige Schizo over Gerrit Komrij wordt op 20 september 2005 uitgezonden in een uitzending van Het uur van de Wolf om 23.00 uur op Ned. 3. De documentaire is ook op dvd te verkrijgen bij Moskwood Media voor € 19.90.
Gerrit Komrij • Eendagsvliegen • Uitgeverij: De Bezige Bij • 303 bladzijden (paperback) • prijs: € 19.90 • ISBN 90 234 1768 2