Poëzie die opstaat uit het boek
.
Het thema ‘poëzie en theater’ is niet ver gezocht voor een festival als dit. Een voorgedragen gedicht is immers eigenlijk al theater. Want hoewel niet alle dichters even goede performers zijn, geven stem, mimiek en de klanken van de originele taal de woorden als vanzelf iets extra’s mee. Maar de link van poëzie naar toneel wordt op ook nog vele andere, verassende manieren onderzocht. Er is aandacht voor dichters die ook toneelschrijver zijn, zoals Judith Herzberg en Garcia Lorca. Er zijn performances van studenten van de Arnhemse Toneelschool, er wordt gedicht in gebarentaal en slammers strijden om de wereldtitel. Daarnaast spreekt Lars Gustafsson de lezing ter Verdediging van de Poëzie uit en krijgt het beste Nederlandstalige debuut de C. Buddingh’-prijs uitgereikt. En tijdens een acht uur durende marathon zullen meer dan twintig dichters hun vertaling van Walt Whitmans Leaves of Grass voorlezen. Er is nog veel meer… 8WEEKLY doet de hele week verslag.
25 juni
Doorfluisteringen – Lost my way in V&D
In de vertaling van een gedicht is het belangrijk dat behalve de betekenis ook de muzikaliteit van de woorden behouden blijft. Soms maakt de vertaler daarom keuzes waarbij de klankkleur blijft bewaard maar de betekenis verloren gaat. Om dit te illustreren wordt tijdens Doorfluisteringen, een traditioneel onderdeel op Poetry International, een gedicht meerdere malen van de ene naar de andere taal overgezet. Afgelopen week is het vers ‘Lost my way in V&D’ van Frank Koenegracht achtereenvolgens vertaald naar gebarentaal, Engels, Duits, Fries, Frans en tenslotte weer naar het Nederlands. Frank Koenegracht leest het origineel en Eric Menkveld draagt het uiteindelijke resultaat voor. Het is een compleet ander gedicht geworden. De eerste zin: “Hier helpt geen lied, lasvlam of route…” is ineens “Door het hart reist een dirigeerstokje…”. Er duikt plotsklaps een “getailleerde geliefde” in de vertaling op, en wordt gerept van “iets wat de Zwitsers niet kunnen”. Een bizar en surrealistisch verhaal komt tevoorschijn, waarin zelfs “hohoho” “nee nee nee” is geworden. Hilarisch. Alleen de woorden “foto” en “dokter” zijn blijven staan. Echte overlevers zijn het, bestand tegen alle poëtische interpretaties.
Slotprogramma Maskerades
Ter afsluiting van het festival trekken dertien dichters voorbij om gedichten voor te dragen met het thema ‘Maskerades’. De Zuid-Afrikaanse Ingrid de Kok leest een mooi gedicht over haar vader (“And he is meant to be dead/not in northern time and space/turning up here alone/avoiding my glance again.”) De Roemeen Matei Visniec leest een vers met misschien wel de mooiste titel die er te horen was de afgelopen week: ‘Liederen om de leegte onder de trap te verjagen.’ Verder maakt Emad Fouad uit Egypte indruk met een lang vers waarin een man de liefde met een pop bedrijft. Xandra Schutte, die de avond presenteert, mag de volgende keer in de leer bij een willekeurige Studio Sportverslaggever en thuis gaan oefenen op de Litouwse, Roemeense en Friese namen. Als entr’actes danst het Scapinoballet drie prachtige pas de deux uit de nieuwste voorstelling Allerzielen. Tenslotte kan er gedanst en nagepraat worden in de foyer waar Applegarden draait. De festivalfoto’s die gedurende de week door Pieter Vandermeer zijn geschoten en die levensgroot geprint de wanden van de foyer versieren, mogen mee naar huis. Diverse dichters en bezoekers zullen de plakbandjes voorzichtig lospeuteren en met een mooi opgerold aandenken onder hun arm de Schouwburg verlaten.
24 juni
Scènes en strofes: perverse politieagenten
“Een toneelschrijver is een perverse politieagent die het verkeer laat botsen,” zegt criticus Kester Freriks. Voor een beetje drama is immers conflict nodig. Hij praat vanavond met drie dichters/toneelschrijvers. We zien eerst een monoloog uit Struisvogels op de Coolsingel, een theaterstuk gebaseerd op de levensgeschiedenissen van zeven Rotterdammers die omkwamen bij het bombardement van 1940. Schrijfster Anne Vegter vertelt hoe het karakter van haar personage langzaam ontstond door de historische feiten aan elkaar te schrijven. Dan leest Peer Wittenbols voor uit zijn nieuwe stuk De Nimfen. Wittenbols pleit voor een sterke band tussen toneelschrijver en theater. Hij werkt zelf al jaren samen met regisseur Rob Ligthert en schrijft in nauw contact met het hele gezelschap. Na de beroemde ‘jaloeziemonoloog’ uit Het chemisch huwelijk, vakkundig voorgedragen door Joost Prinsen, krijgt auteur Gerrit Komrij het woord en hij geeft het niet meer af. Het Nederlandse toneel ontbreekt het volgens hem aan maatschappelijk engagement en regisseurs hebben het te druk met subsidieformulieren en de laatste modekleur. Het publiek vindt het prachtig. Een lekkere botsing is leuk om naar te kijken en dat heeft Komrij prima begrepen.
Kat François wint Worldslampionship
De Britse dichteres Kat François mag zich vanaf vandaag Worldslampion 2005 gaan noemen. Beats vulden de schouwburg gisteravond tijdens de tweede editie van het wereldkampioenschap slammen. Slam is een energieke mengeling van poëzie, rap en stand-up comedy. De acht beste slamdichters van de wereld streden met alles wat ze in zich hadden om de wereldtitel: Sven Ariaans (Nederland), Tobias Borke (Duitsland), Henry Bowers (Zweden), Ewok (Zuid-Afrika), Kat François (Groot-Brittannië), Mitchell Joe (Australië), Brendan McLeod (Canada) en Sonya Renee (USA). Het eindoordeel kwam democratisch tot stand. Een vijfkoppige jury, waaronder Jules Deelder en iemand uit het publiek gaf vijf cijfers waarvan de hoogste en de laagste niet meetelden. De resterende drie opgeteld bepaalden de eindscore. “Laat je horen!” moedigden de hosts het publiek aan, “bemoei je ermee!” Het niveau was hoog, de onderwerpen heel divers en de poëzie, met zoveel passie vertolkt, drong door tot in je tenen. Winnares Kat François bracht een adembenemend gedicht over een verkrachting (“while I was choking you was joking”) en werd terecht de winnares. Kat houdt zich naast dichten ook bezig met dans, film, slams organiseren en geeft poëzieworkshops. Ze werkt op dit moment aan haar eerste bundel You go girl!.23 juni
Liesbeth Lagemaat wint C. Buddingh’-prijs
De C. Buddingh’-prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut werd gisteravond uitgereikt aan Liesbeth Lagemaat voor een grimwoud in mijn keel. De jury koos uit vijfentwintig poëziedebuten van het afgelopen jaar de vier beste bundels. De genomineerde dichters werden voorgesteld met een introductiefilmpje en een voordracht uit eigen werk. In Bernd G. Bevers’ Tegenberichten blikt een eenzame man melancholiek terug op zijn kindertijd. Eva Cox schreef het avontuurlijke Pritt.stift.lippe vol muzikale en talige associaties (zie ook haar weblog). En Micha Hamels Alle enen opgeteld bevat levendige, ritmische poëzie met veel humor. Tenslotte was er nog een eerbetoon aan de grote meester zelf: Buddingh’ opende en besloot de avond met een voordracht op het scherm.De jury beschreef de grimmige sprookgedichten van winnares Lagemaat als “een sterk, trefzeker geheel van indringende beelden en zinnen die bijblijven. De gedichten zijn in hoge mate onvoorspelbaar en getuigen van een oorspronkelijke geest.” “Ik haat flapteksten”, zei Lagemaat in haar introductiefilmpje. Misschien bedenkt ze zich alsnog. Want zo’n citaat doet het toch lang niet slecht op de achterflap van je eerste boek.
Poëziemarathon Leaves of Grass
De marathonlezing van Grasbladen, de zojuist verschenen vertaling van Walt Whitmans Leaves of Grass, begint verrassend. Een krakend geluidsfragment uit 1889 laat Whitmans stem horen. Indringend, imponerend, en haast onverstaanbaar op de laatste woorden na: “… Earth… Freedom… Love.” Vervolgens lezen de tweeëntwintig dichters, die elk een deel van het gedicht vertaalden, achtereenvolgens hun bijdrage voor. “Hier zitten de volhouders,” fuistert een binnensluipende man vol bewondering, want het geheel neemt maar liefst acht uur in beslag. Het is gelukkig mogelijk in- en uit te lopen en er worden zelfs broodjes verkocht in de zaal, maar het is ook heel verleidelijk om te blijven zitten. Er treedt een selectie van Nederlands beste dichters aan; enkel Kopland, Verhelst en De Waard lieten voor de lezing verstek gaan. In de geest van Whitmans meesterwerk kregen de deelnemers onbeperkte vrijheid bij het vertalen en is de selectie van de dichters zo democratisch mogelijk gemaakt. De haast hypnotiserende tekst wordt passend meerstemmig in de diverse vertalingen en voordrachten. En het levert bovendien een onvergetelijke avond op.Lees ook onze uitgebreide recensie van Leaves of Grass/Grasbladen.
Poetry&Art
Tijdens het festival vindt ook de manifestatie Poetry&Art plaats, die bestaat uit beeldende kunst die een speciale relatie heeft met taal. De werken van de deelnemende kunstenaars hebben vaak een verassende vorm. Zo werd het toneel van de grote zaal tot zitplaats voor het publiek gemaakt en in de zaal werd een podium voor de dichters gebouwd. Dichters en bezoekers worden zo beiden publiek en deelnemer. Op de traptreden naar de zaal toe staan humoristische statements over het gedrag van bezoekers en dichters: “Finally the Public hears a Love Poem” en “The Poets get their Breakfast Coupons”. Ook op de podia zelf worden projecties en beelden getoond. Er zijn verder in de foyer installaties, foto’s en schilderijen te zien en je kunt video-interviews met kunstenaars bekijken. Er hangen witte doeken die gedurende de week met vertalingen gevuld worden, er is een kunst-spread in de programmafolder en de verkochte T-shirts kregen kunstenaarsstatements. Om dagelijks op de hoogte te blijven kun je een e-letter ontvangen van een schrijver/kunstenaar en DJ’s en VJ’s performen na afloop van het programma.22 juni
Een vlieg die een toneelstuk speelt
Over het toneel van Judith Herzberg
“Het woord ‘leedvermaak’ zou ook kunnen wijzen op het aanpassen of schenken van leed,” zegt Judith Herzberg (1934), een een van Nederlands bekendste dichters, die ook toneel- en scenarioschrijver is. Leedvermaak is een van haar beroemdste theaterstukken en gisteravond sprak ze met Max Arian over haar werk. Herzberg was al een gevestigd dichter toen ze op uitnodiging van het Instituut voor Theateronderzoek met toneelschrijven begon. Een ideale situatie omdat de tekst in dit ‘laboratorium’ samen met de acteurs direct op het podium kon worden getest. “Een theatertekst is een gebruiksvoorwerp,” zegt ze, “en krijgt zijn definitieve vorm pas in het spel.”De stap van Herzbergs poëzie naar het toneel lijkt niet groot. Veel van haar gedichten hebben al een conversatietoon en roepen een concrete situatie op. Haar toneelstukken bevatten veel korte, ritmische zinnetjes, weinig handeling en spelen zich vaak op meerdere plaatsen tegelijkertijd af. Ze is altijd weer nieuwsgierig naar de vorm die de regisseur voor haar spel met tijd en ruimte zal vinden. Zelfs bij zware onderwerpen zoals abortus, euthanasie en oorlogsleed, behoudt Herzberg vaak haar wat afstandelijke, ironische toon. Ze zegt te willen laten zien hoe gecompliceerd dit soort thema’s zijn, en toneel is bij uitstek geschikt voor het laten horen van een meerstemmige waarheid. “Haar teksten zijn als het topje van een ijsberg”, zegt de aanwezige regisseur van het Düsseldorfer Schauspielhaus die stukken van Herzberg in Duitsland brengt, “met weinig woorden wordt er heel veel gesuggereerd.” Ter illustratie spelen drie actrices twee scènes uit Leedvermaak en speelt het Düsseldorfer Schauspielhaus een stuk uit Vielleicht Reisen (Thuisreis). De scènes zijn niet lang, het decor bestaat enkel uit wat keukenstoelen en Judith zelf vervangt, gezeten achter de interviewtafel, een afwezige actrice. Desondanks ontrolt zich een boeiend en fascinerend verhaal.
21 juni
Verdediging van de Poëzie
De Zweed Lars Gustafsson was een van de 23 dichters die naar Rotterdam kwamen voor de allereerste Poetry in 1970. Er was dat jaar zo weinig publiek dat men verhuidse van de zaal naar de foyer. Het contact tussen de bezoekers en de dichters werd daardoor heel direct en er was veel ruimte voor improvisatie. Soms werden er spontaan chansons gezongen, soms werd er nog gewerkt aan een vertaling terwijl de avond al begon. En als de kwaliteit van de hotelkamers van die tijd ter sprake komt, schijnt de nu grijze Gustafsson enkel vriendelijk te glimlachen. Deze week, precies vijfendertig jaar later is hij weer te gast, en leest hij zijn Verdediging van de Poëzie.Gustafsson vergelijkt de poëzie met wiskunde. Beide zijn oud, exclusief, elitair, aanmatigend en kunnen voor uiteenlopende doelen worden gebruikt. Maar een wiskundige uitkomst is te beoordelen op zijn juistheid, terwijl dat bij een gedicht veel moeilijker is. En juist deze subjectiviteit, zegt Gustafsson, vormt de kern van poëzie: “Wat verdedigd moet worden is een manier om te communiceren die uniek is omdat zij de subjectieve beleving in al haar subjectiviteit bewaart en haar toegankelijk maakt.” De door Bernlef vertaalde tekst is terug te vinden in Hotel Parnassus 2005 (uitgegeven door de Arbeiderspers), een bloemlezing met werk van alle deelnemende dichters.
19 juni
Opening in vijf bedrijven
De openingsvoorstelling van Poetry is dit jaar een eerbetoon aan de klassieke tragedie. Een reeks gedichten over theater wordt door zo’n twintig dichters in vijf bedrijven voorgedragen. De reien tussendoor (in de oudheid waren dit koorgezangen) zijn prachtige poëtische filmpjes geworden. Theatraal detail: het publiek neemt plaats op de planken van het podium en de zaal is omgetoverd tot toneel. De vertalingen, meestal naar het Engels, zijn goed te volgen op het projectiescherm. Hier kun je ook nog de typografische kenmerken van de tekst zien (strofe-indeling, afbrekingen) die tijdens het voorlezen wegvallen. Een paar dichters springen er uit. Onze eerste dichter des Vaderlands Gerrit Komrij door zijn onnavolgbare voordracht. (“Je kan een vers aantrekken als een broek”). De expressieve Nieuw-Zeelandse Tusiata Avia, die een levensechte, uitdagende dorpsschone ten tonele voert (“I walk down da street shakeshake my susu”). Peer Wittenbols krijgt de lachers op zijn hand met een mooi vers over een liefde op leeftijd (“vrouw, vrouw… het geweten van ons dagelijks eten”). Maar de voor de grootste verrassing zorgt het duo Flying Words met hun voordracht in gebarentaal. Ze zorgen met behulp van hun hele lichaam voor een levendige performance. En de aanwezige slechthorenden applaudisseren op hun eigen feestelijke manier door met hun handen in de lucht te wapperen. De sfeer is prima, het begin is goed en dat belooft veel voor de rest van de week.