Boeken / Fictie

De barbaarse kreten van een ruige gast

recensie: Walt Whitman - Leaves of Grass/Grasbladen

.

~

De oorspronkelijke editie van Leaves of Grass bevatte twaalf gedichten, waarvan Song of Myself verreweg het langste was. In latere versies bracht Whitman een groot aantal wijzigingen aan en voegde hij vele nieuwe gedichten toe. Dit zorgde ervoor dat de laatste, zogenaamde ‘deathbed editie’ uit 1891-1892 (waarvan binnenkort een selectie in vertaling verschijnt bij uitgeverij Wagner & Van Santen) volledig verschilt van de oorspronkelijke versie van 1855. De meeste critici zijn het er echter over eens dat geen van de latere edities kan tippen aan de poëtische kracht van de oorspronkelijke editie.

Bombastisch

De eerste editie van Leaves of Grass liet Whitman voorafgaan door een voorwoord dat in alle andere edities werd weggelaten. Dit voorwoord is geschreven in hoogst curieus en bombastisch proza. Het is een bombardement van op zichzelf staande beweringen die slechts op indirecte wijze met elkaar in verband staan. Zowel qua opzet als qua inhoud doet het erg denken aan Ralph Waldo Emerson, vaak wordt het dan ook beschouwd als een antwoord op Emersons essay The Poet. Net als Emerson geeft Whitman een karakterisering van het poëtische genie dat Amerika, dat zelf ook als een gedicht wordt voorgesteld, nodig heeft. Het hele stuk lijkt in een roes te zijn opgetekend en door de critici werd het veelal afgedaan als onvolwassen en betekenisloos gestamel. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Whitman het in latere edities niet heeft opgenomen. Aangezien de vertalers de poëzie zelf centraal wilden stellen, hebben ze dit voorwoord niet in de vertaling opgenomen. Hoewel deze keuze verdedigbaar is, krijg je hierdoor wel een minder goede kijk op de oorsprong van de bundel en de context waarin het gelezen moet worden.

Kosmos

~

Het prototype van dé Amerikaanse Dichter dat door Whitman in zijn voorwoord wordt beschreven, was voor Whitman niet langer een droom voor de toekomst, zoals bij Emerson. Nee, hij wilde zelf die Dichter zijn. In Leaves of Grass beschrijft hij zichzelf dan ook met veel bravoure als: “Walt Whitman, een Amerikaan, een ruige gast, een kosmos.” Niet iedereen kon dit waarderen, zo schreef een criticus met vileine ironie:

Dat hij een Amerikaan was, wisten we al […] Dat hij een ruige gast was is ook duidelijk, maar dat hij een kosmos was, is een nieuwtje waar we nauwelijks op voorbereid zijn. We vertrouwen erop dat Mr. Whitman snel een gelegenheid aan zal grijpen om het ongeduldige publiek mee te delen wat een kosmos precies is.

Deze ironische en ietwat neerbuigende toon is kenmerkend voor veel reacties op Leaves of Grass. Bijna niemand verwerpt de bundel volledig, maar velen hebben kritiek op de vele seksueel geladen passages, op de zelfverzekerde toon die Whitman aanslaat en op de heterogene en onzuivere stijl die hij hanteert. Eliot schreef bijvoorbeeld: “Leaves of grass verscheen in 1856 [sic], Les fleurs du mal in 1857: is er enig ander tijdperk dat bladeren en bloemen heeft voortgebracht die even hybride zijn?” En hij bedoelde dit allerminst als een compliment, al zou Whitman het wel zo opgevat kunnen hebben. Lovende woorden waren er van Raplh Waldo Emerson, die Whitman een enthousiaste brief stuurde, en later van Tennyson, Swinburne en anderen.

Barbaarse kreet

Whitman had een eigenzinnige opvatting over poëzie, hij vond dat zijn gedichten ongecompliceerd en natuurlijk behoorden te zijn. Hij schreef vrije verzen en onthield zich daarbij van rijm en metrum, zonder dat zijn werk daardoor onmelodieus werd. Hij schiep een polifonisch geheel van stemmen dat van beeld naar beeld springt, zonder deze beelden in een overkoepelend kader met elkaar te verweven. Het geheel is een collage van situaties, stemmen en gebeurtenissen. De inspiratie voor deze nieuwe vorm van poëzie, haalde Whitman o.a. uit het kolkende stadshart van New York City, waar het leven zonder enige orde en regelmaat langs hem heen stroomde. Zijn poëzie moest dezelfde kracht, dezelfde energie uitstralen. De beste illustratie hiervan is het gedicht Song for Myself. Dit gedicht bestaat uit een groot aantal evocaties van het Amerikaanse leven, met in het midden Walt Whitman die van zichzelf zegt: “Ik slaak mijn barbaarse kreet over de daken van de wereld.” Deze Walt Whitman, die het poëtische middelpunt van het gedicht is en in zijn eigen vlees de hele mensheid herkent, omvat en overstijgt de mens Walt Whitman. De ironische speldenprik van de hierboven geciteerde criticus is dan ook nogal gemakzuchtig en doet weinig recht aan Whitmans poëtische visioenen.

Gedurfd

Jacob Groot en Kees ’t Hart vroegen twintig dichters om samen met hen elk een deel van Leaves of Grass te vertalen. De ‘onzuivere’ poëzie van Whitman leent zich uitstekend voor een dergelijk vertaalproject. Het resultaat wordt in het Woord vooraf dan ook terecht omschreven als een “volstrekt unieke bloemlezing uit het taalarsenaal van de moderne Nederlandse poëzie.” Qua toon en kleur verschillen de vertalingen behoorlijk van elkaar. Sommige vertalingen zijn heel strikt en traditioneel, zoals de degelijke en bondige vertaling van Judith Herzberg. Andere vertalingen zijn heel vrij, soms zelf op het exuberante af. Een goed voorbeeld hiervan is de vertaling van Astrid Lampe. Het is een gedurfde vertaling die soms zo ver van het oorspronkelijke werk afstaat dat het eerder een hertaling is. Hoewel haar zoektocht naar nieuwe betekenishorizonten is toe te juichen, wordt haar vertaling hier en daar ontsierd door missers en lelijke regels. Zo vertaalt ze de verzen “I am the poet of the body/And I am the poet of the soul” als: “Ik, body ’n soul dichter.” Dit krachteloze en halfslachtige Nederlands is weinig interessant. Veel geslaagder is dan Ilja Leonard Pfeijffers sensationele en uiterst eigenzinnige vertaling van het gedicht Grasbladen (Te denken aan tijd). De vertaling begint met de volgende regels:

achterpeinst de docht aan dagen vandaag aan tijd op handen
knaagera’s der aardkeveren grimmelend ontjouwen
zo niet iets is dan zeker is niets

Dit lijkt meer op Pfeijffer dan op Whitman maar toch heeft het, vooral naast het Amerikaanse origineel, een verfrissend en ontladend effect die je op een geheel nieuwe wijze naar de poëzie van Whitman doet kijken.

Leaves of Grass/Grasbladen wordt vandaag, 22 juni, gepresenteerd op het 36e Poetry International Festival. De gedichten uit de bundel werden vertaald door: Huub Beurskens, Anneke Brassinga, Tsead Bruinja, Geert Buelens, Maria van Daalen, Arjen Duinker, Jacob Groot, Kees ’t Hart, Judith Herzberg, Gerrit Komrij, Rutger Kopland, Jan Kuijper, Astrid Lampe, Hagar Peeters, Ilja Leonard Pfeijffer, Toon Tellegen, Anne Vegter, Hans Verhagen, Peter Verhelst, Simon Vinkenoog, Elly de Waard en Menno Wigman.