Boeken / Achtergrond
special: 6. Bunker Hill

Tijdschriften over literatuur

De komende maanden kun je bij 8WEEKLY een serie artikelen verwachten waarin een dwarsdoorsnede wordt gegeven van het aanbod aan Nederlandstalige tijdschriften over literatuur. Vandaag nummer zes: Bunker Hill.

Bunker Hill ontstond in 1997 toen Jasper Henderson, Daphne de Heer, Lolies van Grunsven, Menno Hartman en Machiel Bosman hun krachten bundelden, zij een literair tijdschrift het leven schonken en het met eigen middelen financierden. Kort na het ontstaan werd een uitgeverij gevonden die zich wilde verbinden aan het project en die de financiën voor zijn rekening wilde nemen. Vandaag de dag wordt het tijdschrift uitgegeven door uitgeverij Thomas Rap (onderdeel van De Bezige Bij).

Redactie

~

Zoals de site ons laat weten, werd de bestaande redactie na “vijf succesvolle jaren” vervangen door een nieuwe lichting verse redacteuren. Sinds 2003 wordt het blad gemaakt door Victor Schiferli, Caroline Mulder, Maartje Somers, Dirk Jan Arensman, Vincent Overeem en Martijn Mertens. Deze redactie hield vast aan het oorspronkelijke concept, en voegde nieuwe dingen aan het blad toe waaronder de serie Schrijversvertrekken waarin, aldus de site, “bekende auteurs uit binnen- en buitenland uitgebreid aan de tand worden gevoeld over hun schrijverschap”. Enkele van de oud-redacteuren hebben zich vervolgens gestort op een nieuw literair avontuur: ze maken nu deel uit van de redactie van het internetplatform Literair Nederland.

Dreams from Bunker Hill

Bunker Hill verschijnt viermaal per jaar en bevatte door de jaren heen werk van onder anderen Ilja Leonard Pfeijffer, Bernlef, Jaap Scholten, Menno Wigman, Mustafa Stitou en Michael Chabon. In de serie Schrijversvertrekken kwamen onder meer de auteurs Hafid Bouazza, Thomas Rosenboom en de dichter H.H. Ter Balkt aan bod. Het blad bevat korte verhalen, poëzie en essays, en wordt tegenwoordig geregeld opgesierd met illustraties van Erik Bindervoet en met Net niet verschenen boeken van cartoonist Gummbah. Bunker Hill probeert vooral “een platform te zijn voor jong Nederlands talent en bijzonder buitenlands werk”. De naam van het tijdschrift is afgeleid van de roman Dreams from Bunker Hill van de Amerikaanse auteur John Fante, een favoriet van de toenmalige redactie. Een roman met een toepasselijk onderwerp, namelijk de strijd van een beginnend schrijver gesitueerd in het Los Angeles van begin twintigste eeuw.

Ontmoetingen met Frankrijk

In 2004 stelde Bunker Hill op verzoek van de CPNB een themanummer samen voor de Boekenweek, met als onderwerp Gare du Nord, ontmoetingen met Frankrijk. In deze speciale uitgave waren onder meer vertalingen te lezen van niet eerder in het Nederlands verschenen teksten van Proust en Colette. Ook was er werk in opgenomen van Boris Vian, Régis Jauffret en favoriet John Fante. Een interview met Michel Houellebecq, evenals een artikel over de cultauteur Frederic Beigbédér maakten het themanummer compleet. Voor deze uitgave werd de oplage bovendien eenmalig opgewaardeerd van 600 naar 3.600; een welkome bijkomstigheid.

Inhoud en vormgeving

~

Qua vormgeving is Bunker Hill strak en sober. Het gaat de redactie dan ook niet om een flitsend uiterlijk – ze is sterk inhoudelijk gericht. Bunker Hill ziet zichzelf als “een tijdschrift met gevoel voor traditie” en werd door Annemiek Neefjes in Vrij Nederland “vooral een prettig leesnummer” genoemd. Het formaat is handzaam, de lay-out oogt vrij saai en afgezien van de kaft is het geheel kleurloos. In het geval van een ‘dubbeldikzomernummer’ is dit alles wat teveel van het goede. De kleine lettertjes verergeren de zaak bovendien. Bij mij persoonlijk verandert de lust in ieder geval al snel in een last bij het zien van het veelvoud aan korte verhalen, poëzie en essays die hun kwaliteit nog moeten bewijzen. Bij een ‘normaal’ nummer blijft deze weerzin uit; het blad telt dan ongeveer zeventig pagina’s.

Proza en interviews

Desalniettemin bevat het dubbeldikke zomernummer enkele bijzondere bijdragen. Zo is daar het korte verhaal van Bob van der Burg, Zeepaardjes en kerstbomen, over het verval van een huwelijk gezien door de ogen van een klein meisje. De auteur weet hierin precies de goede, pijnlijke sfeer te treffen. Van Abdelkader Benali is het verhaal Dicht bij Jezus opgenomen over de worsteling van een kind met zijn godsbeeld. Een mooi fragmentarisch verhaal over de aard van herinneringen en de wens het goed van het kwaad te laten winnen. In de serie Schrijversvertrekken is het de beurt aan Hafid Bouazza. Het interview is – mede dankzij zijn opzet – zowaar informatief en inzichtelijk, hetzelfde geldt voor het interview met Thomas Rosenboom in nummer 29.

Proza en poëzie

~

In Bunker Hill 29 is een verhaal geplaatst naar aanleiding van een wedstrijd op het UvA Cultureel Festival. De hoofdprijs bestond uit plaatsing in het genoemde blad. Marcel Roes sleepte de prijs binnen met Poekie, een wrang verhaal over de ontvoering van een kat in de naam van liefde. Mark Boog luistert een en ander op met zijn gedichten, zoals het mooie Ooit oud en het eveneens over vergankelijkheid verhalende Lichaam. In nummer 30 draait het allemaal om de poëzie. In dit nummer waagt de redactie zich aan de plaatsing van de uitkomst van een enquête onder moderne Nederlandse en Vlaamse dichters over de stand van zaken in de Nederlandstalige poëzie. Een bijdrage voor de ware poëzieliefhebber/-kenner, voor een ander misschien een beetje teveel van het goede. Ook in dit nummer zijn weer gedichten te vinden van onder anderen Mark Boog, Philip Hoorne, Maria Barnas, Ingmar Heytze en Tjitske Mussche.

Essayistiek

Ook de liefhebber van essayistiek komt ruimschoots aan zijn trekken bij Bunker Hill. Of het nu gaat om de aandoening (die veel gangbaarder is dan men denkt) verliefd te worden op het eigen personage (zoals Lewis Carroll op zijn Alice), of om de herinneringen aan het ontstaan van een verhaal opgetekend door Tonnus Oosterhoff – er is meer dan genoeg reden tot beschouwing. In het poëzienummer wordt in dit kader Stephen Coopers grafrede opgenomen voor Joyce Fante, schrijver en naamgever van Bunker Hill, ter gelegenheid van Fantes overlijden. In nummer 29 is een kort stuk van Raymond Carver geplaatst, getiteld Over Schrijven, dat inzicht geeft in zijn ideeën daaromtrent.

Waar is de jonge onbekende schrijver?

Al met al kan ik Annemiek Neefjes van Vrij Nederland gelijk geven: Bunker Hill is een prettig leesnummer. Het trakteert de lezer op van alles en nog wat zonder dat het zijn opzet uit het oog verliest. Enige kritische noot ligt misschien in de wens een platform te willen bieden voor jong Nederlands talent. Het overgrote deel van de bijdragen bestaat namelijk uit min of meer gevestigde namen. Zo kunnen we Abdelkader Benali wel jong en talentvol noemen, maar hij is allang geen nieuwkomer meer. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld Mark Boog; zijn talent is anderen ook reeds opgevallen, getuige zijn drie verschenen dichtbundels en twee romans. Ingmar Heytze, Thomas Verbogt, Philip Hoorne, Menno Wigman, Anjet Daantje, Peter Middendorp: allen hebben reeds werk uitgegeven en zijn al lang aanwezig in het literaire landschap. De enige twee namen die debuteren in de drie nummers die ik gelezen heb zijn Saskia Waterman met vier gedichten, en Marcel Roes met zijn Poekie.
Waar is dan het platform voor de beginnende, worstelende schrijver die armzalig op een kamertje zit te dromen over een doorbraak (zoals in Dreams from Bunker Hill)? Waar is de jonge ‘onbekende‘? Hoe komt het dat het merendeel van de bijdragen bovendien van het mannelijk geslacht is? Waar is dan toch de jonge vrouwelijke onbekende?

Bunker Hill
– Losse nummers: € 9,00
– Abonnement: € 18,00
– Steunabonnement: € 34,00
Bunker Hill verschijnt 4 maal per jaar, en is verkrijgbaar in de betere boekhandel of te bestellen via een e-mail naar debezigebij@wpguitgevers.nl.

Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 3. Tzum, 4. De Revisor, 5. Armada, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn, 14. Lava en 15. Yang.