Tijdschriften over literatuur
Eisner is een nieuw tijdschrift dat een literair geïnteresseerd publiek wil laten kennismaken met het genre van het serieuze stripverhaal, oftewel de graphic novel. Driemaal per jaar wordt een selectie gemaakt van fragmenten uit nieuw te verschijnen beeldverhalen en korte verhalen die speciaal voor het tijdschrift zijn getekend. Al moet je je afvragen of Eisner wel onder de categorie tijdschrift valt; het lijkt qua vormgeving meer op een boek. Hoe dan ook, Eisner is een feest voor het oog.
Het blad is vernoemd naar een van de belangrijkste geestelijk vaders van het medium, Will Eisner, en is tevens een knipoog naar de huidige mode om tijdschriften naar een persoon te vernoemen. Bij het maken van de selecties laat de redactie zich naar eigen zeggen leiden door het criterium kwaliteit, wat wordt ingevuld door sterk te letten op de originaliteit van zowel de tekenstijl als het verhaal.
Postmoderne bundel
In hoeverre een strip literaire kwaliteiten kan bezitten, is een discussie die al decennialang wordt gevoerd en waarschijnlijk nooit helemaal zal worden afgesloten. Maar in het geval van de graphic novel gaat het om meer dan alleen plaatjes kijken. De synergie die ontstaat, wordt mooi geïllustreerd door het korte verhaal van Brecht Evens, waarin tekst en beeld elkaar tegenspreken en juist daardoor versterken. Er zijn dan ook voldoende raakvlakken aan te wijzen die het beeldverhaal literaire kwaliteit kunnen verschaffen; plot, stijl, dialogen en verweving van meerdere thema’s kunnen in de graphic novel uitstekend tot hun recht komen. Beelden zeggen wat dat betreft net zoveel als woorden, wat ook blijkt uit het eindresultaat; de verhalen zijn stuk voor stuk van hoog niveau, en de grote verscheidenheid aan tekenstijlen en thema’s zorgt voor een goed overzicht van de manier waarop het beeldverhaal zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld. In feite is Eisner een postmoderne bundeling van moderne strips.
Sterk uiteenlopend
Het februarinummer van 2009 – 80 pagina’s dik – bevat sterk uiteenlopend werk van onder andere Merel Barends, met het korte verhaal Voorgerecht, gebaseerd op de roman het Diner van Herman Koch. In haar verhaal worden twee belangrijke scenes uit het boek van Koch met elkaar verweven. Regisseur Guido van Driel publiceert zijn getekende verhaal De Gave, oorspronkelijk begonnen als storyboard voor een film. Het verhaal is beklemmend mooi gemaakt, in een prachtige, donkere stijl.
Erik Kriek maakt met de Buitenstaander een fraai horrorverhaal naar het voorbeeld van H.P. Lovecraft. Een totaal andere wending neemt Bob Wolkers – zoon van Jan Wolkers – met een speelse, kleurrijke strip. Zeer de moeite waard is ook het verhaal Jamilti van de Israelische Rutu Modan. In een heel eigen naïeve stijl schetst zij een kort maar indringend beeld van het dagelijks leven in een door bomaanslagen geteisterd Tel Aviv.
Er is gekozen voor een combinatie van complete korte verhalen en slim gekozen fragmenten uit langere verhalen, die als op zichzelf staande verhalen prima overeind blijven. Eisner maakt zijn ambitie dan ook meer dan waar: als kennismaking met het literaire beeldverhaal is het blad bijzonder geslaagd. En daarnaast voor gesettelde stripliefhebbers verplichte kost.
Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 3. Tzum, 4. De Revisor, 5. Armada, 6. Bunker Hill, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn, 14. Lava, 15. Yang, 16. Vooys, 17. De Parelduiker en 18. Filter.