Boeken / Achtergrond
special: 3. Tzum

Tijdschriften over literatuur

De komende maanden kun je bij 8WEEKLY een serie artikelen verwachten waarin een dwarsdoorsnede wordt gegeven van het aanbod aan Nederlandstalige tijdschriften over literatuur. Vandaag nummer drie: Tzum.

Het literaire kwartaaltijdschrift Tzum is het kindje van Coen Peppelenbos: schrijver van de romans Tavenier en Harde actie, literatuurcriticus van de Leeuwarder Courant en docent aan de lerarenopleiding Nederlands in Leeuwarden. Peppelenbos is daarnaast echter ook, onder meer in de persoon van gastlezer op leeskringavondjes, promotor van de werken van Arthur Japin en Tommy Wieringa.

Japin

Peppelenbos is in die mate een bewonderaar van Japin dat diens schrijfwerk het kloppende hart vormt van elke afzonderlijke uitgave van zijn tijdschrift. Maar liefst negen pagina’s lang krijgt de auteur van het komende boekenweekgeschenk elke drie maanden weer carte blanche. Pagina’s die gevuld worden met een soort van dagboekaantekeningen: Japin op Java, Japin in London tijdens de recente terroristische aanslagen, Japin in een Samburo-dorp in Noord-Kenia.

~

Het is gewaagd en bij nader bezien wat veel. Vooral omdat Tzum de gelijksoortige rubriek schetsboek bezit: een daartoe uitgenodigde auteur zet een hoeveelheid korte ontboezemingen op een rijtje. Over het algemeen heeft het tijdschrift te stellen met mindere goden dan Japin. Het zal de reden wezen waarom men vol inzet op zijn joker. Veel spetterend literair werk biedt Tzum in de regel namelijk niet. Een voorpublicatie uit de roman Troost van Ronald Giphart is wellicht een uitzondering, ook al wordt het stuk ontsierd door drukfouten. Af en toe springen er evenwel stukken in het oog: de subtiele psychologie van het verhaal Dode hoek van ex-natuurkundige Roel Smits bijvoorbeeld en ook, door hun gekte, de ontregelende gedichten van Karel ten Haaf. Beiden staan in de voorlaatste uitgave van het tijdschrift.

~

In de meest recente editie wordt veel ruimte gegund aan Tommy Wieringa. Peppelenbos interviewt de veelgeprezen schrijver van Joe Speedboot en biedt hem tegelijk de gelegenheid de schetsboek-rubriek in te kleuren. Wieringa blijkt, evenals Japin, een reiziger te zijn en geeft een interessante kijk op zijn bezoek aan Alexandrië. Zijn meest saillante opmerking is daarentegen te vinden in het vraaggesprek: “Alles over Tristan is mijn eerste poging om een roman te maken als een Thais hoertje; een strak, goed gecomponeerd gebruiksvoorwerp”, laat hij optekenen. Ondanks dit soort smakeloosheid tilt de inbreng van Wieringa deze editie van Tzum op tot een behoorlijk niveau.

Tzum-prijs

Jammer blijft het daarentegen dat het tijdschrift ooit het idee kreeg een eigen prijs in het leven te roepen. De beste zin in verhalend proza van het afgelopen jaar is volgens Tzum één uit Ilja Leonard Pfeiffers Het grote baggerboek:

Trekt ie daaropvervolgends z’n broek omlaag, gaat met die harige aars van hem boven de chili hangen en zet ie me daar toch z’n dikke darm open dat Noach kon fluiten naar berg Ararat.

Pfeiffer ontvangt welgeteld 35 euro, één voor elk woord. Even weinig indrukwekkend als de winnende volzin is de prijs zelf. Waarom zou een tijdschrift dat een reclamebord voor literatuur wil zijn, oppervlakkigheid in de literaire wereld stimuleren? Het geeft de indruk van een geforceerde kreet om aandacht.

Tzum heeft moeite, als de laatste drie verschenen exemplaren als leidraad gebruikt mogen worden, werkelijk opvallende schrijvers aan te trekken en staat zo te vaak vol met huis-tuin-en-keuken-proza. De fantastieloze vormgeving van het blad werkt deze alledaagsheid daarbij in de hand. Het blijft wachten op auteurs die je echt naar de strot vliegen.

Tzum
– Losse nummers: € 6,50
– ISSN 1388-1442
– Uitgeverij Kleine Uil
Tzum verschijnt 4x per jaar.

Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 4. De Revisor, 5. Armada, 6. Bunker Hill, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn, 14. Lava en 15. Yang.