Wij zijn onze situatie
Ons creatieve brein borduurt verder op het eerdere boek van Dick Swaab, Wij zijn ons brein. Dat boek oogstte naast veel lof ook veel kritiek. In zijn nieuwe telg maakt hij de koppeling tussen ik en de omgeving, doch blijft het brein dominant.
Het eerste wat opvalt aan Ons creatieve brein is de prachtige uitvoering. De tekst is gelardeerd met foto’s van prachtige kunst, met soms een leuk feitje of anekdote erbij. Ook de weinig bescheiden foto op de achterkant valt op. Daarmee is het boek een imposante verschijning, die gewichtig in je hand ligt. De titel spreekt ook meer tot de verbeelding dan zijn vorige boek. Onze verhouding tot onze omgeving is altijd een wisselwerking tussen onszelf (ons brein) en de omgeving. Kenmerkend aan die wisselwerking is creativiteit. Swaab maakt met deze creativiteit vanaf het begin van zijn boek een koppeling met kunst en hij weet dit uitstekend met zijn vakgebied, de neurologie, te verbinden.
Mozart
Het charmante aan Ons creatieve brein is de hoeveelheid extra informatie die Swaab ons bij de hem geliefde kunstwerken vertelt. Zo is hij gecharmeerd van Mozart en blijkt dat het stuk ‘KV 448’ van Mozart helpt bij het stimuleren van het geheugen. Wellicht verrassend, omdat Mozart zoveel mooiers gemaakt heeft. Kunst, zowel beeldende als muziek, zou ons brein enorm stimuleren, evenals het leren van meer dan één taal. Swaab weet met verve zijn passie voor kunst aan de lezer over te brengen, met daarbij tal van interessante anekdotes. Naast de heilzame werking van kunst op onze geest destilleert Swaab vele feiten uit tal van onderzoeken over wat gezond voor ons zou zijn.
Percentages
Swaab spreekt erg vaak over percentages. Zo is onze intelligentie voor tachtig procent genetisch vastgelegd. Logischerwijs is dit te begrijpen als dat de omgeving relatief weinig invloed heeft op onze intelligentie. Ouders slim, kinderen slim, zou je kunnen zeggen. Elders lezen we dat ‘meer dan 60 procent van de aangeboren vormen van geestelijke achterstand blijkt te berusten op foutjes in het DNA die bij het kind zijn ontstaan’. Hier zal echter het percentage gelezen moeten worden als dat in bijna 2/3 van de gevallen het DNA en 1/3 van de gevallen een andere factor een rol speelt bij aangeboren vormen van geestelijke achterstand. Aan die 2/3 zou je dan weer wat kunnen doen. In deze en vele andere gevallen in het boek is het niet altijd duidelijk hoe we de percentages moeten begrijpen.
Vrije wil
Een stokpaardje van Swaab is zijn standpunt over de vrije wil. Die blijkt een plezierige illusie. Later in het boek slaat hij er in door, maar hij begint met het weerleggen van de kritiek die hij de afgelopen tijd op zijn visie kreeg. Hij legt helder uit dat ons onbewuste al een keuze heeft gemaakt voordat we ons ervan bewust zijn en dat onze linker hersenhelft daar later een kloppend verhaaltje bij ‘bedenkt’. Belangrijk hierbij is te weten dat Swaab een determinist is. Een determinist is volgens hem iemand die de vrije wil naar het rijk der mythes verwijst. Hij zet zich daarmee af tegen de indeterministen, die de mens als meer dan een tot neurobiologische processen gereduceerde schakel in een groter geheel zien. Wat beide stromingen verbindt is dat ze het maakbaarheidsideaal dat je kunt worden wie je bent, als je maar je best doet eindelijk naar het rijk der fabelen sturen. Niet de maakbaarheid, maar de omgeving en je genen bepalen in al dan niet grote mate hoe je bent en hoe je je gedraagt.
Een nadeel van het brein blootleggen door middel van metingen en afspraken is de vraag hoe je de resultaten moet interpreteren. Een ander nadeel is dat er altijd meetfouten zullen ontstaan. Wellicht dat die blinde vlek opgevuld kan worden door een andere (indeterministische) denkvisie? Die kans lijkt verkeken wanneer Swaab tegen het einde van zijn boek drammerig wordt, wanneer hij de naam van het initiatief voor vrijwillig levenseinde, ‘Uit Vrije Wil’, als een illusie wegzet. Tegen die tijd hebben we de boodschap wel begrepen.
Taboedoorbrekend
Ons creatieve brein is een plezant lezend, populairwetenschappelijk boek, dat op beeldende wijze de wisselwerking tussen brein en omgeving weergeeft. Daarnaast gaat het in op de state of the art van het huidige hersenonderzoek en denkt het vooruit over de toekomst. Dit boek breekt een lans voor taboes rondom hersenziekten en seksuele voorkeur. Zo blijkt je seksuele geaardheid, of je hetero, homo, bi, et cetera bent, al vanaf je geboorte vast te liggen. Het zal, gezien de verkoopcijfers van zijn vorige boek, ongetwijfeld meehelpen in de emancipatie van bovenstaande taboes. Swaab zet zijn visie wederom stevig en feitelijk neer. Dat zal ongetwijfeld opnieuw de nodige reacties oproepen, waarmee het discours wordt vervolgd.