Theater / Voorstelling

Tussen liefhebben en lijden in

recensie: Schuldig kind - Het Nationale Theater
3 mannen© Fred Debrock

Alle elfjarigen hunkeren naar de liefde. Naar iemand die je trots je ‘vriend’ mag noemen. In de zoektocht naar die vorm van liefhebben komt schrijver, dichter én kunstenaar Ted van Lieshout bedrogen uit: als elfjarige krijgt hij een relatie met zijn ‘meneer’. De voorstelling Schuldig kind, naar de gelijknamige, autobiografische roman, blikt terug op een verleden dat Van Lieshout voor altijd getekend heeft.

Ted wil als persoon niet zomaar verworden tot een ‘seksboekje’ voor oudere mannen, roept hij richting het publiek in de kleine zaal van het Nationale Theater (NHT) aan het Spui in Den Haag. Een gevreesde toekomst, die op dat moment wellicht al werkelijkheid is geworden. In deze toneelvoorstelling reflecteren drie versies van Ted – het kind, de tiener en de volwassene – op de handelingen van de elfjarige Ted.

Ted in drie gedaantes

De drie acteurs die Ted vertolken, Bram Coopmans, Florian Myjer en Sander Plukaard, nemen om de beurt één van deze drie versies van Ted op zich. De jongste van het drietal, de vlot acterende Myjer, is dus niet – in de lijn der verwachting – van het eerste moment slechts de jongste versie van Ted. Het feit dat de drie toneelspelers telkens onverwachts in een van de drie rollen kunnen kruipen, maakt dat ze meer gelaagde en bovenal zeer dynamische personages worden. Een oudere versie van Ted is een heel andere mening toegedaan over iets wat is voorgevallen dan een nog vrij onwetende versie van Ted. In al deze ‘Tedden’ zijn een tal van emoties aanwezig die er geloofwaardig uitkomen. Hoe oud je ook wordt, in ieder van ons zit nog steeds dat kind van weleer met alle opgekropte gevoelens. Wellicht een kind dat altijd nog die tergende vragen uit het verleden oprakelt en blijft wikken en wegen volgens de norm.

Coopmans, Myjer en Plukaard laten heel goed zien hoe gebroken en toch ontzettend sterk Ted is. Het is ook immens knap te noemen hoe goed de drie op elkaar zijn ingespeeld. Na iedere zin moet een ander weer verder praten en hup, ook nog snel een beetje… Het is echt geen gemakkelijke opgave om dit te bewerkstelligen en al helemaal niet als je ook moet switchen naar geheel andere personages (zeker de continue verschuiving van slachtoffer Ted naar schuldige misbruikers) én de daarbij gepaard gaande emoties. Het spel is echt zeer boeiend. Het enige wat je je afvraagt is waarom de mannen in hun rol als Ted af en toe zo hard staan te swingen op liedjes uit de jaren 70 en 80, zowel aan het begin als aan het einde van de voorstelling. Misschien als een soort overwinningsdans van de jonge Ted die de ellende van zich afdanst en zich vrij en levendig voelt op de klanken van liedjes die een gelijkwaardige boodschap verwoorden?

Een confronterende lachspiegel

3 mannen op rode bank

© Fred Debrock

Niet alleen wisselen de drie heren in rap tempo van versie, ze spelen ook nog eens talloze andere passanten in de voorstelling. Zo bedenkt Ted dat hij best een aardig zakcentje kan verdienen als hij 10 gulden vraagt voor het aftrekken van oude, lustige mannen. Deze wuiven hem toe vanuit obscure auto’s op verlaten plekken, zoals een bos. En laat dat nou net het vaste decor zijn van dit toneelstuk: een bos met een knalrode bank in het midden die ook fungeert als auto. Op de achterwand flonkeren ons gordijnen tegemoet die lijken op wazige lachspiegels uit een spiegelpaleis. Een mogelijke verwijzing naar Ted, die zich zijn leven lang een spiegel blijft voorhouden of langdurig in de spiegel kijkt maar de Ted van vóór het misbruik niet meer terug kan vinden.

De naakte waarheid

Ted, die op dat punt verwordt tot een speelbal van vieze kerels, is dan al lang en breed aangetast door ‘zijn meneer’: een man die op het eerste gezicht een soort speelkameraad lijkt. Iemand bij wie Ted een warme thuis vindt waar hij met lego zijn droom als ‘kasteelarchitect’ kan verwezenlijken tot het moment dat Ted en zijn meneer aan het modeltekenen slaan. Dan moet opeens de deur op slot gedraaid worden. Die ene keer, als de meneer zich gaat douchen waar Ted bij is, weet Ted – ergens toch een beetje opgewonden – de kamer nog te ontvluchten. Een volgende keer weet hij dat hij de meneer alleen maar blij kan maken, kan voldoen aan diens goedkeuring, als hij tijdens het modeltekenen óók zijn onderbroek uitdoet. Niet alleen de Ted op papier gaat met zijn billen bloot, ook de acteurs op het podium pellen hun lagen aan kledingstukken (die uit de jaren 70 lijken te komen) één voor één af. En dan is het toch net even zo alsof de naakte waarheid letterlijk aan hun voeten ligt.

Ontroerend is het moment dat Sander Plukaard zich naar het publiek wendt en met een pijnlijk gelaat vol tranen blijft stamelen: ‘Ik heb uw geheim voor u bewaard…’. Een zin die zoveel meer omvat dan wordt uitgesproken; ergens is op dat moment ook een soort verlatingsangst geboren en daarmee ook een minderwaardigheidscomplex. De jongen die gepest werd om zijn seksuele geaardheid en meisjesachtige, fysieke verschijning maakt een lange, lange harde val.

De manipulerende liefde

Wat zo opmerkelijk en fascinerend is, is dat er binnen een voorstelling met zo’n heftig thema ook veel ruimte is ingelast voor luchtigheid en humor. Ook het kinderlijke enthousiasme is niet helemaal uitgewist door vervelende ervaringen. Dat maakt het misschien ook heel wat draaglijker voor het publiek dat er onafgebroken geboeid bij zit. Wat dat laatste betreft, is dit stuk een uitnodiging om verder te kijken dan je eerste (voor)oordeel. In een interview met de makers, gepubliceerd door het NHT zelf, zegt regisseuse Belle van Heerikhuizen dat mensen altijd denken dat kindermisbruik een honderd procent ‘zwart-witsituatie’ is, terwijl het toch echt iets gecompliceerder is. Dat zie je duidelijk terug in de voorstelling, want deze blijft voortdurend vragen opwerpen: In hoeverre doet een leeftijdsverschil ertoe als er sprake is van liefde? Wordt die liefde tenietgedaan door de kritiek binnen de samenleving, van buitenaf? Was er überhaupt wel sprake van wederzijdse liefde?

Het is in- en intriest dat Ted van Lieshout letterlijk aan den lijve ondervonden heeft hoe manipulatief andere personen kunnen omgaan met jouw dromen en verlangens. De volwassen toeschouwer ziet van mijlenver aankomen dat Ted steeds in dezelfde bedrieglijke praatjes tuint, maar kan het de speelse en innemende goedzak van een jongen ook niet helemaal kwalijk nemen.

Schuldig kind in theatervorm is een adaptatie die recht doet aan de zinnen die ooit zorgvuldig zijn opgeschreven door Ted van Lieshout. Het is op het ene moment een bikkelharde en voor ongemak zorgende voorstelling en het volgende moment een speelse en lachwekkende show. Het geeft weer hoe een hunkering omslaat in pijn en verdriet én het besef dat de acceptatie van de ander belangrijker is dan die van jezelf. Deze voorstelling laat je geen moment koud, en doet je op het einde verlangen naar een warme omhelzing die naast vriendschap toch ook vooral de nodige veiligheid biedt.

Tekst: Ted van Lieshout
Dramaturgie: Remco van Rijn
Decor: Koen Steger
Kostuums: Daphne van de Winkel
Licht: Floriaan Ganzevoort
Regie-assistente: Charlotte van Nee
Muzikaal advies: Guy Corneille