Politieke koortsdroom met de branie van een cartoon
Door het moordende tempo en de waanzin doet The New Prince van De Nationale Opera denken aan een tekenfilm. Daar is overigens niets denigrerends aan.
De Florentijnse politiek filosoof Niccoló Machiavelli (1469-1527) staat in het collectief geheugen te boek als de theoreticus van een gewiekste politiek waarin geen middel geschuwd wordt om de macht in handen te houden. De vorst moet geliefd én gevreesd worden om zijn macht te consolideren. Wat de plaats is van deze koele berekenende kijk op beleidsvoering binnen de huidige media- en machopolitiek onderzoekt regisseur Lotte de Beer in het overdadige The New Prince, een nieuwe opera van componist Mohammed Fairouz en librettist David Ignatius.
Gedoemde persoonlijkheidspolitiek
Niccoló Machiavelli (Joshua Hopkins), eens de belangrijkste raadgevers van de Medici’s, is uitgekotst in zijn thuisstad en wordt door de godin Fortuna (Karin Strobos) naar de toekomst gestuurd. Vijfhonderd jaar na het verschijnen van ‘Il Principe’, zijn handboek voor de macht, wordt hij weer gemaand een heerser te adviseren. Was dit in de zestiende eeuw Cesare Borgia, in 2032 is het Wu Virtu (Simon Lim) de president van Amerasiopia en een kruising tussen een dictator en een rockster. Aan de hand van historische voorbeelden geeft Machiavelli, bijgestaan door de politiek incorrecte sidekick Henry Kissinger (Marc Kudish), drie nieuwe adviezen ter aanvulling op zijn klassieker. Het betoog ‘Waarom prinsen zich moeten hoeden voor revolutie’ wordt bijvoorbeeld geïllustreerd middels Mao en de protesten op het Tahrirplein in Caïro, het hoofdstuk ‘Waarom prinsen hun menselijke driften moeten bedwingen (of verbergen)’ met de affaire Lewinsky (Nora Fisher). Virtu kijkt vanuit de loge toe met een grote zak chips en hoort in de adviezen van Machiavelli alleen wat hij wil horen.
Geen tijd voor bezinning
In de muziek van Mohammed Fairouz buitelen de ideeën en invloeden over elkaar heen. Hij combineert zonder enige hoorbare moeite het idioom van Philip Glass (de typische gebroken drieklanken), Eisleriaanse marsen en het bombastische koperwerk dat we kennen van Disneyslechterikken. Extra knap is het vervolgens dat Fairouz, in al zijn grilligheid, toch de aandacht weet vast te houden.
Hoezeer alle elementen ook in elkaar grijpen, de voorstelling wordt vooral gemaakt door de weergaloze regie van Lotte de Beer. Zij schiet met spervuur en creëert een carnavaleske revue van politieke kopstukken, met een tempo dat doet denken aan de manische cartoons uit de jaren veertig en vijftig. Mensen vliegen over het podium en door de lucht en lijken haast van elastiek. Door meerdere kostuums onder elkaar te dragen verandert de Italiaanse revolutionaire monnik Savonarola bijvoorbeeld in luttele seconden in Hitler en later weer in Mao. De enorme trapconstructies zijn constant in beweging en het spel met licht is indrukwekkend. Er zijn geen personages, alleen levensgrote karikaturen. Ja, het is over the top en ja, het lijkt soms te gemakkelijk, maar oh, wat is het geweldig om te zien.
Het politieke toneel
Laat alle hoop op subtiliteit of verstilling varen. Voor naturalistische emoties of ontroering is het al te laat. Groteske tijden vragen om groteske kunst. Tegelijkertijd is The New Prince te midden van alle dictators en demonstranten niet per se een politieke opera. Het is eerder een kolkende beschouwing van al die eigenschappen die het politieke landschap creëren en bemoeilijken: rede, emotie, instinct en al wat nog meer menselijk is. De toeschouwer mag zich gelukkig anderhalf uur lang verliezen in deze wirwar van krachten; een politicus kan het de kop kosten.