Theater / Voorstelling

Het zwijgen heerst

recensie: Robinson Crusoe, de vrouw en de neger (NTGent)

Met Robinson Crusoe, de vrouw en de neger voltooit regisseur Johans Simons de officieuze literatuurtrilogie waarmee hij debuteert in België. Na Grunberg (De Asielzoeker) en Houellebecq (Platform) was Coetzee (Foe) aan de beurt. In een multinationaal gebeuren legt Simons ditmaal de nadruk op de functie van taal en het vertellen van verhalen. De voorstelling is een Belgisch-Duits-Luxemburgse samenwerking, de voertaal is Duits, maar de acteurs doen ons geloven dat ze Engels spreken (over Vrijdag: “Hoeveel Engelse woorden kent hij? […] Zou het uw eenzaamheid niet verlichten als Vrijdag het Engels machtig was?”). Eenieder in de voorstelling heeft zijn verhaal, maar niemand kan zijn ei kwijt.

Coetzees Foe is een grondige bewerking van het bekende schipbreukelingenverhaal. Het boek werd twintig jaar geleden gepubliceerd, toen het apartheidsregime in Zuid-Afrika nog op volle toeren draaide. Coetzee, zelf een blanke Zuid-Afrikaan, gebruikte Robinson Crusoe voor een moderne parabel over de complexe verhouding tussen blank en zwart, overheersers en onderdrukten. Simons plaatst zijn voorstelling in “een wereld waarin meer dan ooit over vriend en vijand gesproken wordt.”

Koninkrijkje

~


In Robinson Crusoe, de vrouw en de neger volgen we Susan Barton, prachtig gespeeld door Betty Schuurman en Julika Jenkinsen, die ieder een kant van de persoonlijkheid van deze vrouw uitbeelden: de denkende, terugblikkende en de handelende, betogende. Barton is door de muitende bemanning van een schip overboord gezet en is beland op een kaal en rotsig eiland. Dit is het eiland waar Robinson Crusoe de scepter zwaait, en waar de altijd zwijgende Vrijdag slaafs Crusoes bevelen opvolgt. Met haar kritische vragen over de verhoudingen tussen meester en slaaf en haar verlangen om terug te keren naar de bewoonde wereld zet de vrouw het kleine koninkrijk op de kop.

Uiteindelijk weet ze te van het eiland af te komen, en neemt ze een doodzieke Crusoe en de zwijgende, volgzame Vrijdag mee. Crusoe overleeft de reis echter niet. Barton komt wel aan in Engeland, maar kan het eiland niet achter zich laten. Ze besluit het verhaal te vertellen van Crusoe en Vrijdag, en daarvoor roept ze de hulp in van de beroemde schrijver Daniel Foe. Dat levert een tweede krachtmeting op tussen Barton en acteur André Jung, die zowel de rol van Foe als van Crusoe speelt. Want hoe moet dat verhaal verteld worden, als Barton weigert haar eigen verhaal centraal te stellen en als de gegevens die ze heeft over het samenleven van Crusoe en Vrijdag maar schaars zijn?

Reuzenvoeten

Dat alles vindt plaats in een decor dat het verhaal uiterst geraffineerd ondersteunt. Vrijdag torent boven de acteurs uit in de vorm van een groot beeld, met voeten zo groot als een mens. Met een trapje kunnen de spelers opklimmen naar zijn mond, waaruit geen antwoord komt op de vragen die ze zich stellen. Zijn zwijgen heerst. Aan Vrijdags voeten kookt Jung aan de lopende band maaltijden. Als Crusoe maakt hij het eten klaar met een verbeten volharding, en plaatst hij de borden vol lekkers als ze klaar zijn achteloos aan de rand van het podium. Als Foe schenkt hij voordturend wijntjes in voor zijn gaste, en verleidt hij haar met zijn kookkunst. Koken is als verhalen vertellen, verhalen vertellen vormt de kern van ons bestaan, en het leven is te vergelijken met koken. En waar Crusoe zijn geluk zoekt in een eenzaam bestaan ver van de boze buitenwereld en in rituele dagelijkse handelingen, willen Foe en Barton het volle leven ondergaan, doordringen tot in de kern van de ander, op zoek naar een verlossende waarheid.

Verborgen

~


Hoewel Simons in zijn opvoeringen nooit kiest voor een helder statement, liggen de maatschappelijke, sociale en politieke lagen in Robinson Crusoe wel heel diep verborgen. Het is vooral een essayistische zoektocht, waarbij het publiek zelfs niet krijgt aangereikt welke vraag aan de zoektocht ten grondslag ligt. Platform bijvoorbeeld handelde over de verhoudingen tussen het kapitalistische westen en een wereldverzakende islam, maar hier blijft het zoeken. Wie is Vrijdag en wie is Robinson in onze maatschappij? Wie is de zwijgende partij, die zich schikt in onderdrukking, die de overheersers tart met stiltes en mokken? Wie is de heersende partij die zich gevangen ziet in de positie van meester en er geen enkele moeite voor doet om daaruit te ontsnappen, de ander te leren kennen?

Of is het meer de rol van Barton die ons voor wordt gehouden om ons aan te spiegelen? Barton die nobel en strijdvaardig probeert de verhalen van Vrijdag en Robinson te voorschijn te krijgen, maar die daar niet in slaagt. Die ondertussen de rust van Robinson verstoort en hem ver van zijn geliefde eiland meeneemt om te sterven. En die Vrijdag uiteindelijk dwingt tot schrijven, alsof ze nu zelf zijn meester is geworden, maar dan een die ook nog de erkenning wil dat het goed is dat zij Vrijdag overheerst?

Meer info over speeldata vind je op de site van NTGent