Theater / Voorstelling

Bloed van zondebokken moet vloeien

recensie: Nationale Toneel - Heksenjacht

Midden op het podium staat een meisje op een stoel, als een middeleeuwse dief aan het schandblok. Ze staat voor de rechtbank, het is haar woord tegen dat van de stad Salem. Actrice Pauline Greidanus staat met kromme knieën, het vertrokken gezicht afgewend. Ze probeert alle vertelde leugens te ontkrachten. Maar het is in deze rechtbank makkelijker te liegen dan de waarheid te spreken. De mensen in Salem willen bloed zien vloeien, zondebokken geslacht zien worden. Het bange meisje markeert het omslagpunt in Heksenjacht. Het is allemaal niet waar, het is een onzinnige hetze, is haar boodschap. Arthur Miller schreef het stuk in 1953, als vermomde kritiek op het McCarthy-tijdperk, waarin iedereen met een afwijkende mening meteen een communist was.

~

Om de zoveel jaar zorgen de Verenigde Staten voor een goede reden om Heksenjacht (The Crucible) op te voeren. Met deze voorstelling bij het Nationale Toneel verwijst regisseur Franz Marijnen expliciet naar het Amerika van Bush. In de foyer van de Haagse Koninklijke Schouwburg hangen affiches van opvoeringen van dit stuk in het buitenland. Het is sinds 9/11 opvallend vaak gespeeld. In die foyer staan ook tv-toestellen waarop citaten te zien zijn van Amerikaanse gezagsdragers die The War Against Terrorism legitimeren. Hun drogredeneringen lijken recht uit Arthur Millers (1915-2005) pen te komen.

Behekst

Het verhaal begint onschuldig. Amerika, de zeventiende eeuw, in een christelijk stadje. Een groepje jonge meisjes wordt betrapt door de dominee (Peter Tuinman), terwijl ze ’s nachts in het bos dansen en bij wijze van spel proberen geesten op te roepen. Uit angst voor straf voor hun uitstapje doen de meisjes alsof ze door de duivel bezeten zijn. Ze liggen te kronkelen in bed. Behekst, zijn ze zogenaamd. Het verhaal gaat zelfs dat ze gevlogen hebben.

Duivel

Een van de betrapte meisjes is de geile Abigail. Zij is ontslagen als dienstmeisje. Haar mevrouw had ontdekt dat haar man met haar vreemdging. Abigail voelt zich vernederd door de vrouw, en afgewezen door de man, John Proctor. Als ze hem niet kan krijgen, dan zal ze hem breken. Na de nachtelijke dans begint ze in het wilde weg mensen aan te wijzen die ze zogenaamd samen heeft gezien met de duivel. Namen te noemen. Mensen te beschuldigen van hekserij. Zo ook de vrouw John Proctor.

Autoriteit

~

Er komt een rechtbank aan te pas. Al snel valt de kreet die Bush zo koestert in zijn oorlog tegen het terrorisme: wie niet voor ons is, is tegen ons. Het ergste is dat die rechtbank het hoogste gezag is. De onaantastbare autoriteit. Wanneer de rechtbank begint te dwalen, is het onmogelijk haar tegen te spreken. Het paranoide verzinsel van hekserij overvleugelt de waarheid.

Marijnen

Regisseur Franz Marijnen maakte de afgelopen jaren bij het Nationale Toneel magistaal mooie kleine voorstellingen, zoals De Meiden en Triptiek . Met Heksenjacht is hij terug als regisseur van een groot ensemble. Marijnen orkestreert zijn acteurs strak en doelgericht. Jochem ten Haaf als de overspelige doch rechtschapen John Proctor, en Wendell Jaspers als het valse loeder Abigail komen hard aan. Bram van der Vlugt is de autoritaire rechter die in mooie volzinnen onbruikbare cirkelredeneringen neerzet. Voor de associatie met de oorlogvoerende Verenigde Staten hoeft Marijnen niet eens zijn best te doen.

Heksenjacht is te zien t/m 19 mei 2007. Klik hier voor de speellijst: www.nationaletoneel.nl