Theater / Voorstelling

Volwassen geworden kinderspel

recensie: BRASART - Disco Pigs

Voorbestemd om hun levens te delen, dat zijn Zwijn en Zeug, die half jaren zeventig een minuut na elkaar geboren worden in het ziekenhuis van Zwijn City. Zolang de jeugdige fantasie overheerst, althans, want wat gebeurt er als de volwassen werkelijkheid langzaam maar zeker doordringt in hun avontuurlijke, jonge leventjes? De jonge Vlaamse regisseuse Leen Braspenning laat dat teder doch pijnlijk zien in haar versie van Enda Walsh’ Disco Pigs, nu te zien in de Blind Date-serie van het TIN.

~

Stoer paraderen het meisje en de jongen over de vloer. De twee tieners vertellen de toeschouwer hun levensverhaal, soms direct en letterlijk, soms met kleine toneelstukjes over de avonturen die ze samen beleven. De jeugdige overmoed straalt van de hip geklede hoofdpersonen af; de energieke acteurs Marie-Ange Gillis en Dries Beugels brengen die, hoewel in werkelijkheid een stuk ouder dan hun rol, geloofwaardig over. Hier en daar sijpelt tussen al die drukke bombarie de realiteit, de bedachtzaamheid ook, van het volwassen zijn al binnen in de jonge leventjes, vooral bij het meisje. Kost het je als kijker aanvankelijk misschien een beetje moeite je bij dit van zichzelf overtuigde jonge grut betrokken te voelen, de momentjes van twijfel, van kleine schoonheid maken het menselijk en meeslepend.
 

Contrasterend

~

De vloer is gordijnloos, de kale blauwe wanden vormen de achtergrond voor het eenvoudige, effectieve decor dat baadt in koud, blauw licht – de grauwe, toekomstloze stad waarin de twee hartsvrienden groot worden. Twee barkrukken en een verplaatsbare wit betegelde muur spelen, zoals twee stoelen en een laken dat doen in het kinderspel, voor alles wat maar van pas komt: bar, bus of buitenmuurtje. Een balk die aan lange kettingen aan het plafond bungelt, bevat de contrasterende rode accessoires: blikjes spa rood die soms voor een biertje, soms voor gin tonic doorgaan, een tomaat die het leven laat als hij voor Zwijns gemepte tegenstander speelt en tomatenpuree die dienst doet om Zeug er verminkt te laten uitzien.

Lichtpuntje

Het stuk speelt voortdurend met de grenzen tussen fictie en werkelijkheid en die tussen kind zijn en volwassenheid, niet noodzakelijkerwijs in een synchrone richting. Zo transparant en helder is immers de wereld van opgroeiende tieners niet, in de tijd dat ze de kinderspelletjes aardig achter zich laten zijn en die vervangen worden door het politieke spel van grote mensen. In de tijd dat begint door te schemeren hoe relatief voor eeuwig is in een zich ontwikkelend mensenleven. Maar zolang het nog duurt, zijn zij het lichtpuntje in elkaars uitzichtloze bestaan en samen kunnen ze de wereld wel aan. Dansen, feesten en zuipen, daar is het om te doen. Of toch om de kleine, fijne en bijzondere momenten? Bijvoorbeeld aan de zee in Blankenberge, of op het moment dat Zwijn ogenschijnlijk plastisch maar onder de oppervlakte oprecht en teder beschrijft hoe hij zijn vriendinnetje neemt?
 

Een geslaagde interpretatie

~

De gepeperde Antwerpse vertaling van Jeroen Olieslaeghers legt de tegenstellingen, de chaos en de woede in hun jonge leventjes rauw en pijnlijk bloot; direct en toch poëtisch. De Engelse bron van Disco Pigs is door het dialect en het voor het hele westen geldende onderwerp gauw vergeten. Het werk toont door zijn grootstedelijke, universeel menselijke thematiek, door de gebruikte taal en door de heldere verwarring van Braspennings regie een prettige verwantschap met het oprechte Gentse ‘volkstheater’ van toptheatermaker Arne Sierens. Geen klein compliment maar zeer verdiend voor dit aangrijpende werk.