Henry’s persoonlijke relaas is een ruil tussen comedy en diepgang
Ook dit keer is er genoeg luchtigheid in de nieuwste voorstelling van Henry van Loon, al is de toon dit keer zwaarder dan normaal. Hoewel er genoeg te lachen valt, voert sentiment de boventoon. Dat levert een verrassende voorstelling op.
Henry van Loon is geen cabaretier die aan het begin van de voorstelling de grote lijnen uitzet en vervolgens anderhalf uur de tijd neemt om een verhaal met een kop en staart te vertellen. In plaats daarvan strooit hij, schijnbaar lukraak, met absurde gedachtekronkels en gemompel wat nét verstaanbaar genoeg is. Lijkt het. Want dit keer stelt Van Loon zich kwetsbaar en open op, binnen een minuut leren we alles over zijn passies: karten, motorrijden, fjorden, formica en reizen. Terwijl elk van deze passies uit de doeken doet, zet hij een lekker vet Brabants accent op. Niet voor niets, want Van Loon komt uit Oirschot en naar die plaats zal hij gedurende de voorstelling regelmatig refereren als hij het over zijn jeugd heeft. Reden daarvoor is het overlijden van zijn moeder, ongeveer een jaar geleden, wat hij beschrijft als een huis waarvan het dak is afgewaaid. Juist wanneer hij de luim verruilt voor de ernst, lijkt Van Loon op zijn sterkst.
Dat maakt zijn performance gelijk een verrassing en een verademing. De intermezzo’s over zijn vroegere gezinsleven, met name als het gaat om de moeizame relatie met zijn vader Henk, wisselt hij af met anekdotes over zijn vakanties naar Thailand en Los Angeles, of het kopen van zijn huis in Amsterdam-Noord. Niet alle stukken zijn daarin even sterk of briljant, bijvoorbeeld wanneer hij met een Amerikaans accent Batman en Spiderman probeert na te doen. Des te sterker is zijn imitatie van een typisch Amsterdamse makelaar of van een zogenaamde motorkenner. Het zijn dit soort typetjes die hij ook al succesvol verwerkte in zijn vorige voorstelling Sleutelmoment, waar hilarische radioreclames voorbij kwamen. Die lachmomenten zijn ook nu ingebouwd, al neemt Van Loon de tijd en de ruimte om het verlies van zijn moeder een plek te geven. Dat gebeurt in letterlijke zin met een tatoeage op zijn arm, maar ook door het aandoenlijke verhaal te vertellen over hun laatste tochtje samen als gezin, naar Vlissingen. Alsof dat al niet genoeg is, weet hij met een prachtig lied tot een treffend slotakkoord te komen. Het resultaat is een voorstelling met voldoende zelfspot en luchtigheid, maar met een gevoelig randje.