Overdonderende wondertjesbouwers
Meestal is regen geen pretje bij een locatievoorstelling, soms is het een zegen. En soms zelfs, in uitzonderlijke situaties, allebei. Zo’n geval is Verborgen Stad van De Kwekerij. Het zou prachtig zijn geweest als deze wondertjesbouwers een touwtje hadden gehad om de zon en de nattigheid mee aan en uit te doen. Helaas, dat hebben ze niet. Maar ook als het vijf kwartier van de zes regent, zijn hun brouwsels overdonderend prachtig.
Ze repeteerden wekenlang in de stralende zon, de dansers en acteurs die dezer weken tien avonden lang de bewoners van de Verborgen Stad zijn. Het was droog en stoffig en warm. Precies in de dagen voor de première keerde het tij en ook tijdens de eerste speeldag konden de dreigende druilwolken zich niet langer inhouden; ze regenden grauwe motregen over spelers en publiek. Die lieten zich daardoor gelukkig niet tegenhouden en ondergingen – misschien wel mede daardoor – samen een bijzondere belevenis.
Industrieel Venetië
De opening is sterk. Het terrein van rioolgemaal Moerenburg is onder alle omstandigheden indrukwekkend. Maar dat wordt nog eens behoorlijk verhevigd als in de vallende grijze avond in een gordijn van motregen vijf vrouwen over betonnen plankiers naar je toe en van je af dansen, je op de achtergrond in een spookachtig blauw schijnsel mensen met koffers aan en af ziet sjouwen en je overal lampjes ziet branden in de huisjes van de stad waaraan je een bezoek mag brengen. Een niet in de tijd te plaatsen nostalgie maakt zich van je meester. Een industrieel Venetië, dat is waar het landschap van Moerenburg vanavond aan doet denken met z’n poelen en z’n watergangen, z’n kruipdoor sluipdoor trappetjes en smalle paadjes, z’n taluds en z’n vlaktes en vooral ook z’n bijzondere licht.
Groepsgewijs gaan we vervolgens op visite bij de bewoners, die ons onderhouden met een monoloog. Terwijl we nog bezig zijn de indrukken van de opening en het terrein te verwerken en we steeds worden afgeleid door dingen die elders gebeuren, krijgen we ingewikkelde teksten voor onze kiezen van een raaskallende roeier. De volgende bewoonster vertelt een melancholisch verhaal over haar man, Balg, die een trap naar de hemel bouwt, daar een haardvuurtje brandt en probeert de sterren te plukken. O, wat hadden we het deze lieve vrouw gegund als de avond helder was geweest en we de eerste sterren hadden zien twinkelen. Gelukkig priemen ze door haar beeldende vertelstijl door de dikke wolken heen.
Doffe plof
De gastvrije meisjes in de takkenhutjes een ‘deurtje’ verder zeggen dat er iets met je gebeurt van het drankje, dat je met je hoofd in je nek moet opdrinken. Maar het is natuurlijk de blik die dan omhoog is gericht die dat doet: kies een ander perspectief en de wereld ziet er anders uit. Mooier, liefst, en alleen daarom al hadden deze schattige meisjes eigenlijk een decor van schapenwolkjes verdiend.
De dingen krijgen langzaam maar zeker een beetje meer verband: ruimte, de tijd en de reis door het leven, dat lijken de thema’s in deze magische wereld.
Terwijl we naar de buurman wandelen, buitelen de danseressen van de opening in het natte gras van een talud. Hun beheersing is bijzonder. Buurman sluit op de eerdere verhalen aan met een filosofisch verhaal over de tijd. Een aandoenlijke zonderling, die ons laat klepperen in een vast ritme en onze hartslag wil synchroniseren. Geruststellend gevoel: in een stukje bos naast zijn tuin spelen, ook in deze gekke wereld, blije meisjes kinderspelletjes. Ze gooien met ballen die aan sterren doen denken: de sterren van Balg?
Een excursie naar de kofferfabriek staat ook op het avondprogramma. Ondanks het slechte weer wordt er stevig doorgewerkt. Wat gebeurt hier? Komen de koffers hier vandaan, gaan ze hier naartoe, verblijven ze hier tijdelijk? De doffe plof aan het eind van het proces belooft niet veel goeds. Dat vindt de tijdmaker ook, niet veel goeds. Met de klok op z’n rug bast hij boos banjerend dat hij veel te hard moet werken om het iedereen naar de zin te maken. De avond is nu echt gevallen, de afnemende regen ondersteunt zijn deprimerende betoog.
Beelden op boomstammen
Fijn en vervelend, ze blijken ook in deze surrealistische, of eerder magisch-realistische, wereld allebei noodzakelijk om een evenwicht te bereiken. Ze lopen, net als in het leven van alledag, zelfs door elkaar.
De vijf groepen toeschouwers vinden elkaar weer bij een fascinerend en beslist niet vervelend schouwspel waarin de rodedraaddanseressen een serviesgoeddans doen aan een tafel in de vorm van een enorme doodskist. Ter afscheid van iemand die een stukje verderop wordt betreurd bij een open graf. De regen is opgehouden, de bodem is gelaafd. De danseressen doen een afsluitende dans in de modder voor ze de vruchten van een nieuw leven gaan plukken.
Bewegende beelden op boomstammen en bassins begeleiden de bezoekers naar de uitgang van deze wonderlijke wereld. De bewoners geven hun visite voldoende voedsel voor de geest mee, met de poëtische maar tussen al die indrukken soms wel erg complexe teksten. Gelukkig zitten ze vooral vol vragen en niet vol antwoorden. Maar het zijn toch vooral de sfeer, de beelden en de belevenis die zullen blijven hangen van deze mooie reis, waarin de tijd vloog.
Kijk hier
voor meer informatie over De Kwekerij.