Steun in zware tijden
Van de verzamelde gedichten van de Nederlandse dichter Jan Jacob Slauerhoff zijn na zijn dood vele uitgaven verschenen. Er was alleen één probleem volgens de schrijvers Hein Aalders en Menno Voskuil: de indeling kon logischer en overzichtelijker.
Aalders en Voskuil waagden zich aan een geheel nieuwe uitgave van het verzameld werk van Slauerhoff. In plaats van de gedichten rond thematische kernen te verdelen zoals Slauerhoffs tekstbezorger Kees Lekkerkerker had gedaan, hielden zij de volgorde van de oorspronkelijke dichtbundels aan. Dit maakt Verzamelde gedichten overzichtelijk en het meest authentiek. Ondanks dat Slauerhoff slordig met zijn gedichten omsprong, en zijn literaire vrienden zijn bundels grotendeels voor hem samenstelden, ligt deze indeling het dichtstbij de volgorde en presentatie zoals Slauerhoff dat zelf had gewild.
Oud Nederlands maar niet gedateerd
De gedichten van Slauerhoff in 2019 lezen is even wennen. Het taalgebruik uit het begin van de twintigste eeuw bevat woorden die in onze hedendaagse taal niet veel meer worden gebruikt, zoals verpoozing en voorpui. Toch is de poëzie van Slauerhoff alles behalve gedateerd. Na de eerste gedichten, ontdek je dat zijn gedichten heel leesbaar zijn en de thema’s herkenbaar. Ook schreef hij het grootste gedeelte van zijn gedichten in gekruist rijm: het bekende a-b-a-b rijmschema. Dit zorgt voor lekker lopende poëzie. De eerste strofe van ‘Voor de verre prinses’ is hier een voorbeeld van:
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
De gedichten van Slauerhoff zijn nog steeds glashelder en treffend. Wie herinnert zich geen liefde waarvan hij of zij ooit gescheiden is en zich afvraagt hoe het met die ander gaat. Ook weet hij mooie beelden op te roepen zoals in het gedicht ‘Metamorphose’:
Hun tocht trok langs, een stugge vlaag,
Waartegen de zachte zang vervlokte.
Woeste zee, naderende dood en onmogelijke liefdes
Er is wel één kanttekening te plaatsen bij Slauerhoffs poëzie. Vrolijk word je er niet van. Terugkomende thema’s in zijn poëzie zijn de woeste zee, de dood en onmogelijke liefdes. De zon schijnt niet vaak in zijn gedichten, meestal stormt het, letterlijk en figuurlijk. Deze thema’s zijn direct in verband te brengen met zijn onstuimige leven. Slauerhoff zwierf, was als scheepsarts veel op zee en had verschillende relaties met bezette vrouwen. Het huwelijk dat hij met de beeldschone danseres Darja Collins had, liep gauw uit tot een pijnlijke breuk. Ook was hij door zijn astma en tuberculose regelmatig doodziek. ‘In het leven was geen dag ooit zonder tegenspoed,’ schrijft hij in één van de gedichten. Slauerhoff leefde een intens en zwaar leven dat zijn weerslag krijgt in zijn gedichten. Maar misschien lees je dit er ook in als je het levensverhaal van Slauerhoff kent. In één van zijn gedichten wordt duidelijk dat Slauerhoff zijn gedichten niet bedoeld had voor bekenden:
Neen, als ik schrijf dan is ’t voor de onbekenden,
Die in stilte zitten met het boek
En in mijn ramp vergeten hùn ellende.
Slauerhoff ziet zijn eigen poëzie dus als een steun voor iedereen die zware tijden meemaakt. Als je je eigen misère met die van Slauerhoff vergelijkt, zie je dat jouw leven zo erg nog niet is. Daarom een leestip voor iedereen die de beeldende, rake poëzie van Slauerhoff wil leren kennen: vergeet de mythe van Slauerhoff en lees zijn gedichten zonder kennis van zijn persoon en leven.