Seks en vergankelijkheid
Met Hormonen in de nacht levert de Chinese schrijfster Lu Min een lijvige verhalenbundel af waarin ze slices of life beschrijft uit het veelal alledaagse leven van veelal alledaagse mensen. De bundel zit vol goede vondsten, maar de uitwerking en stijl van de verhalen laat regelmatig te wensen over.
Een pruikenverzameling en een slechte nacht
De onderwerpen van Lu Mins verhalen getuigen van haar goede oog voor kleine, maar originele situaties. Er is Het verhaal van Xu’s eend waarbij een overleden eendenverkoper vertelt hoe hij zich wilde wreken op de winkelmanager die met zijn vrouw naar bed ging. Hij liet zich door de manager overtuigen op zijn beurt met diens vrouw naar bed te gaan, maar wanneer de vrouw van de manager nogal apathisch blijft onder het hele gebeuren loopt de wraak van de man op bevreemdende wijze uit de hand. Een ander verhaal gaat over het sneeuwbaleffect aan gebeurtenissen dat door een doordeweeks pesthumeur kan worden veroorzaakt: een poortwachter die een nacht uit zijn slaap wordt gehouden door ruziënde buren weigert een sergeant die anders altijd gratis mag parkeren de toegang tot de parking. Uit verveling en colère besluit de sergeant zijn ochtend een andere invulling te geven en weer een derde een lastig dagje te bezorgen.
Lu Min heeft oog voor grappige en herkenbare details. Ze voert een chef Administratie op die “relatief moeilijk herkenbaar” is, omdat ze haar dunner wordende haar compenseert met steeds een andere pruik. In Het verhaal van Xu’s eend laat ze de verteller een sigaret opsteken waarvan hij uit pure geilheid en verwarring vergeten is hoe hij ze moet roken. Naast die rake observaties, komen in Mins verhalen ook regelmatig vage beschrijvingen en mislukte metaforen voor. Iemand kijkt op zijn horloge “alsof hij het ding verafschuwde en tegelijkertijd blij was dat hij het had.” Een ander verandert iets in zijn houding en lijkt opeens “iets losser, of iets stijver”. Een vergadering die op haar einde loopt wordt dan weer zonder verdere toelichting vergeleken met een “aubergine, komkommer of iets dergelijks” waarvan de lijnen stilaan bij het einde, aan het steeltje zitten.
Haast en spoed
In bijna alle verhalen speelt het verstrijken van de tijd een belangrijke rol. Er wordt gerefereerd aan de leeftijd die alle ijdelheid ten spijt groeven in voorhoofden ploegt en borsten met de zwaartekracht laat kennismaken. Er is de tijd die aftelt richting de dood en die genadeloos blijft verdergaan na het overlijden van een dierbare. Dit verbeeldt Min mooi in De paradijstuin waarin Fuma na het overlijden van zijn grootvader de tijd uitzit, gefascineerd door de draaiende getalletjes op de timer van zijn nieuwe telefoon. En er is de tristesse, door de kunstenaar uit het titelverhaal samengevat als het gevoel dat je niets meer voor de eerste keer kan meemaken wanneer je ouder bent.
De tijd is ook aanwezig in de manier waarop Min haar vertellers aan het woord laat. Zelfs de dode eendenverkoper geeft aan geen tijd te willen verdoen aan details die niet bij het verhaal horen. Doordat deze haast zeer expliciet aan de lezer wordt meegedeeld krijgt het iets irritants en opzichtigs. Wanneer een personage je vertelt dat je de ingekorte versie van een verhaal te horen krijgt, lijkt dat meer op luiheid van de auteur dan op haast van het personage.
Bij het lezen rijst regelmatig de vraag waarom deze verhalenbundel niet werd samengevoegd tot één verhaal. Min voert steevast gelijkaardige personages op. Zo is er bijna altijd een jonge jongen die volledig afgesloten is van de buitenwereld, omdat hij autistisch is, op zijn telefoon zit te spelen of voortdurend ligt te slapen. Een ander archetype dat ze opvoert is dat van de vrouw die op zoek gaat naar mannelijke aandacht, ofwel omdat ze zich niet kan neerleggen bij haar veranderende uiterlijk ofwel omdat ze net recent een glow-up heeft gehad. Veel vrouwen in dit boek trouwen uiteindelijk met een rijke of succesvolle man die veel van huis is en mogelijk affaires heeft. Deze terugkerende personages en dynamieken zetten aan het denken over de Chinese samenleving en de rollenpatronen daarin, maar leiden er eveneens toe dat de verhalen soms oppervlakkig en de personages karikaturaal lijken.
Veelheid aan stijlen
De tien verhalen in de bundel Hormonen in de nacht werden vertaald door acht verschillende vertalers. De reden daarvoor wordt in het voorwoord niet gegeven. Lu Min zelf beroept zich in haar bundel op verschillende vertelstemmen en -stijlen. In combinatie met dat brede stijlpalet van de auteur maakt de veelheid aan vertalers dat de bundel soms te gefragmenteerd aanvoelt. Het wordt op die manier erg moeilijk de precieze auteursstem van Min te ontwaren.
Het is bijgevolg ook moeilijk in te schatten of logge, soms lelijke zinnen – “Fuma’s benen trilden dan een beetje, alsof dat verdwijnende, bijna niet te geloven maar toch werkelijk bestaand hebbende geluksgevoel tegen zijn onderbenen sloeg” – van de auteur komen of een stijlkenmerk van de vertaler verraden. Waar een vertaler bij een goede vertaling gaandeweg onzichtbaar wordt, ontstaat in de veelheid aan vertalers een onmogelijkheid tot gewenning en een wantrouwen ten opzichte van de vertaling.
Hormonen in de nacht is een verhalenbundel die rijk is aan ideeën en observaties over tijd en de tijdsgeest en over het menselijk doen en laten. Toch waren alle personages en verhaallijnen misschien meer tot hun recht gekomen als ze waren ingekookt tot één verhaal.