Kunst / Expo binnenland

Rood voor de ogen

recensie: De kleuren van De Stijl

‘Waar blijven nu de Mondriaans?’ zegt een oudere heer die op zijn rollator gaat zitten om een 16mm film installatie van Katja Mater te bekijken, die zijn vrouw desgevraagd ‘wel knap’ vindt. Hij zal ze ongetwijfeld hebben gevonden, toen hij in Kunsthal KAdE naar boven ging. Want beneden valt naoorlogse en hedendaagse kunst te zien die is geïnspireerd door het kleurgebruik van een Stijlkunstenaar als Mondriaan, maar ook door Van Doesburg, Van der Leck, Rietveld, Vantongerloo en Huszár.

Méér dan rood, geel en blauw

Fransje Killaars, Colours first, 2017, Handgeweven acryl / wol, Courtesy de kunstenaar. foto Mike Bink

Het begint op de begane grond met de kunstenaar Josef Albers, de leermeester van grootheden als Rothko, Newman en Serra. Van Newman is nota bene het beroemde, en beveiligde Who is afraid of red, yellow and blue III te zien. Het geeft letterlijk en figuurlijk de rijkdom van deze rijk geschakeerde expositie aan, al gaat het maar over een thema: de kleuren van De Stijl. En al is de werking van het rood volgens sommige kenners minder, nadat het na een beschadiging met andere verf is overgeschilderd, – het rood blíjft confronterend.
Zoals het zwart bij Reinhardt en Serra je opzuigen en je je in de kleuren van Fransje Killaars’ Colours first kunt verliezen.

Piero Manzoni, Achrome,1958, 130 x 97 cm, porseleinaarde, linnen op jute. Collectie Van Abbemuseum

Zwart, wit en grijs

‘De’ kleuren van De Stijl bestaan eigenlijk niet, want naast rood, geel en blauw gebruikten de Stijl-kunstenaars van het eerste uur ook wit, grijs en zwart. Zo schilderde Rietveld een plafond in het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht bijvoorbeeld zwart.
Iemand als Piero Manzoni, van wie een prachtige Anachrome valt te zien, gebruikte een totaal wit vlak, of zoals hij het zelf liever noemde: een volkomen kleurloos, neutraal vlak. Het roept geen enkele associatie of sensatie op. Het ‘is’ gewoon.
Ook van Robert Ryman is een wit vlak te zien (Untitled) dat een soortgelijke, maar toch ook net weer andere uitwerking dan Manzoni op de beschouwer heeft: de kleur reageert op de omgevingskleuren.
Grijs is voor Alan Charlton een functionele kleur, waarover verder niets valt te zeggen.

Katja Mater, As Much Time As Space, Maison Nelly & Theo van Doesburg, Meudon 2017 16 mm film installation 8’24’’ 2 projectors 1 film 0’08’’ interval.

Natuurlijke kleuren

Zoals bij Ryman de omgeving een rol speelt, zo speelt bij Olafur Eliasson de individuele beleving van een nabeeld een rol. Van hem wordt een prachtige lichtinstallatie getoond: Emphermeral afterimage star.
Het natuurlijke in plaats van artificiële van De Stijl speelt ook een rol in de foto’s die Roy Villevoye in Papoea-Nieuw-Guinea maakte. Hierop staan mannen die primaire kleuren tonen. Hier is het de natuur die de context creëert.
Om de film As Much Time As Space te kunnen maken, verbleef Katja Mater twee maanden in het Van Doesburghuis in Meudon bij Parijs.  En zoals deze entourage méér biedt dan de context voor haar werk, zo is de film ook méér, en misschien zelfs het tegenovergestelde van ‘een deconstructieproces’, zoals het in de catalogus wordt omschreven.

Gerrit Rietveld, ontwerp 1950, 3D mock-up van louge gedeelte van Lockheed L-188 Electra, gebouwd door meubelmaker Erwin Kwant. Foto Mike Bink

Kleurtheorie

Op de eerste verdieping wordt dieper ingegaan op de achterliggende kleurtheorie van niet alleen Newton, maar ook van Goethe en Oswald.
Verder worden hier in vier kabinetten werk van de al genoemde zes protagonisten van De Stijl getoond. Onder meer te zien zijn modellen, maquettes, het tijdschrift De Stijl, brieven en kleurontwerpen. Het meest in het oog springt een gereconstrueerd ontwerp van Rietveld voor het interieur van de Douglas 7C (Dakota), DC8 en Lockeed Electra.

Door zo sterk uit te gaan van de rationele kanten van de kleuren van De Stijl en de doorwerking daarvan in de naoorlogse en hedendaagse kunst, is een rijke en smaakvolle tentoonstelling ontstaan voor fijnproevers. Een expositie die er letterlijk en figuurlijk óók mag, en zelfs moet zijn tussen alle blockbusters die dit jaar ter gelegenheid van 100 jaar De Stijl landelijk worden georganiseerd.
Of zoals de vrouw van de mijnheer die op zoek was naar de Mondriaans in Amersfoort zei: ‘Wat een mooi begin voor we naar Den Haag gaan is dit.’ En zo is het. Ook nog eens vergezeld gaand van een prachtige, en betaalbare catalogus. Met drie leeslintjes: rood, geel en blauw.
Maar al die aandacht voor de zes mannelijke protagonisten van De Stijl wekt wél de nieuwsgierigheid naar het door Van Doesburg als Stijl-lid beschouwde Truus Schröder-Schräder, de enige vrouw. Landelijk gezien een beetje een gemiste kans?