Boeken / Non-fictie

Revolutie!

recensie: Noah Shusterman - De Franse Revolutie

De quiz De slimste mens is weer op de buis. Een vraag die vast voorbij zal komen is: wat weet u over de Franse Revolutie? De bestorming van de Bastille zal genoemd worden. Wellicht het jaartal 1789. De onthoofding van Lodewijk. Maar wat weet u over deze bijzondere periode in de wereldgeschiedenis?

Noah Shusterman, universitair docent geschiedenis, helpt ons het geheugen op te frissen. In De Franse Revolutie zet hij helder de belangrijkste gebeurtenissen op een rij: vanaf de opening van de Staten-Generaal in Versailles in 1789 tot de opkomst van Napoleon in 1799. Het zwaartepunt van zijn werk ligt bij de rol die religie speelde tijdens deze turbulente tien jaar. Jaren vol hoop, verwachting, ergernis, woede, opstanden en terreur.

Voor de revolutie, tijdens het ancien régime, bezat Frankrijk al een lange traditie van sociale ongelijkheid, talloze privileges die de rijken in het koninkrijk bevoordeelden. Een koninkrijk met als fundament het katholicisme. Niet iedereen was katholiek en de affiniteit met het geloof brokkelde langzaam af. Toch behielden velen de rituelen, de tradities en religieuze feestdagen in ere.

Écraser l’infame

Vermorzel het schandelijke! Dit motto is toe te schrijven aan de bekendste Verlichtingsfilosoof, Voltaire. Met ‘het schandelijke’ bedoelde hij de katholieke kerk, niet het geloof. Voiltaire vreesde het atheïsme en dus een samenleving die niet meer één was in het geloof. Een geloof dat samenhing met gewoonten en tradities – lijm die de staat bijeenhoudt. Hij vond: iets is van waarde wanneer het nut voor de samenleving heeft. De kerk had deze waarden verkwanseld en bestond volgens de filosoof uit luie machtsmisbruikers: ‘Een despotisch instituut dat de maatschappelijke ontwikkeling hinderde.’

Reeds voor de revolutie begon had de kerk al behoorlijk wat veranderingen ondergaan, maar de grootste slag die het te verwerken kreeg kwam in 1790 toen de Burgerlijke Grondwet van de Clerus werd aangenomen. De kerkelijke kaart van het koninkrijk werd opnieuw getekend. Alle geestelijken zouden voortaan door de overheid betaald worden. De meest verstrekkende maatregel was de wijze waarop pastoors en bisschoppen voortaan geselecteerd zouden worden, namelijk: door middel van verkiezingen. Een idee dat in alle lagen van de bevolking slecht viel. De kerk an sich was niet tegen verandering, zij was echter wel van mening dat deze niet door de wereldlijke overheid mocht worden opgelegd. De verandering moest van binnenuit komen. Ook de botte manier waarop de nieuwe ideeën werden doorgedrukt zette (eveneens bij aanvankelijke voorstanders) kwaad bloed.

De andere sekse

Een ander aspect waar Shusterman op inzoomt is de rol van vrouwen. Hun directe invloed was gering. De man werd nog altijd als onbetwiste leider binnen gezin, samenleving en dus revolutie gezien. Toch was het zaak de politiek zeer betrokken vrouwen achter je te krijgen. Zo waren daar de geestelijken met hun grote achterban van vrome vrouwen die vochten voor de tradities van hun geloof. Deze vrouwen waren zeer fanatiek en bereid hun leven op het spel te zetten voor hun idealen. Voorstanders van verandering klaagden over de onnozelheid van de vrouw die zich veel te veel liet leiden door angsten en emoties. Niet zelden wisten ze de voortgang van de revolutie te belemmeren.

Bronnen

Een ander interessant aspect zijn de bronnen die Shusterman geraadpleegd heeft voor zijn studie. Zo put hij veel meer dan moderne historici die recent over de Franse Revolutie schreven, uit klassiek negentiende-eeuws materiaal. Materiaal dat dichter bij de revolutiejaren staat en inmiddels gezuiverd is van fouten. Shusterman is een goede verteller. Het boek leest als een prettig college (ondanks het soms wat joviale taalgebruik en de drukfouten), legt een boeiende verbinding tussen religie en sekse, laat keurig alle hoofdrolspelers opdraven en volgt chronologisch de stappen tot aan de opkomst van Napoleon. De titel De Franse Revolutie dekt daarmee volledig de lading.