Voor de volledigheid
In de onlangs herziene canon van Nederland schitteren Kees van Kooten en Wim de Bie in afwezigheid. Gelukkig hebben ze nu een eigen encyclopedie gekregen. Alleen is deze Koot & Bie Encyclopedie waarschijnlijk niet het verzamelwerk waar de fans op hoopten.
Richard Groothuizen is niet de eerste de beste Van Kooten en de Bie-fanaat. Al decennia werkt hij aan het archiveren van alles wat Van Kooten en de Bie ademt, omdat hij het nou eenmaal niet kan laten en omdat niemand anders het doet. Zijn fanatisme leverde hem dozenvol informatie op en een manuscript dat lange tijd op zolder lag te verstoffen. Dit jaar vond hij dan eindelijk een uitgever voor al zijn guerilla-archiefwerk. In niet minder dan 500 pagina’s neemt Groothuizen je mee in het oeuvre van het duo dat verantwoordelijk is voor de Vieze Man, Jacobse en Van Es, de Geilneef en talloze andere onvergetelijke typetjes.
Gegarandeerd ongeautoriseerd
Met het Koot-en-Bieaanse credo ‘gegarandeerd ongeautoriseerd’ op de cover dekt Groothuizen zich maar vast in: dit boek is namelijk zonder medewerking van de heren zelf tot stand gekomen. Sterker nog, wat Van Kooten en de Bie betreft was het boek nooit gepubliceerd. Blijkbaar vinden ze het zelf een overbodigheid. Hiermee rijst de vraag of deze encyclopedie wel uitgegeven had moeten worden.
Zo is beeldmateriaal door een gebrek aan rechten erg schaars in deze encyclopedie. Dit is opgevangen door grafisch vormgegeven abstracties van alle typetjes en meerdere pagina’s beslaande fotocollages die doen denken aan de sketches. Het zijn kunstgrepen die het ontbreken van echte archieffoto’s niet goedmaken.
Vlees noch vis
Zijn de teksten dan genoeg om het boek te redden? Ook niet helaas. Enkel het alfabetische register met Koot- en Biebedenksels heeft een echte meerwaarde. De mannen zijn voor zo veel Nederlandse woorden en uitdrukkingen verantwoordelijk. Denk aan ‘regelneef’, volgens Van Dale iemand met een overdreven organisatiedrift. Ook een ingeburgerd neologisme als ‘doemdenken’ komt van hun hand. Het register vormt een mooi eerbetoon aan de nalatenschap van deze Hagenezen.
Het leeuwendeel van het boekwerk bestaat echter uit tamelijk droge beschrijvingen van alle sketches uit Keek op de Week en ander televisiewerk. De vraag rijst wat Groothuizen eigenlijk wil bereiken met deze encyclopedie. Zijn handen moeten na al het guerrilla-archiefwerk gejeukt hebben, maar dat maakt de materie nog niet uitgevenswaardig. Deze stoeptegel kan nog wel eens hetzelfde lot beschoren zijn als Pikkety’s Kapitaal: bij velen eindigt het ongelezen in de boekenkast.