Muziek / Concert

RAKE COMBINATIE: WANTENAAR EN BRUCKNER

recensie: NTR ZaterdagMatinee
Simon van Boxtel

Het Vioolconcert van de jonge componist Mathilde Wantenaar en de Achtste symfonie van Anton Bruckner die 24 september 2022 werden uitgevoerd in het NTR ZaterdagMatinee door het Radio Filharmonisch Orkest met Simone Lamsma als solist en onder leiding van chefdirigent Karina Canellakis hebben meer met elkaar gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken.

Bij Wantenaar stond in het programmaboekje verrassend genoeg: ‘Met speciale dank aan mede-orkestrator Tijmen van Tol’. Musicoloog en auteur Michel Khalifa vermeldde in dat programmaboekje, dat Wantenaar ‘geplaagd door tijdnoot de instrumentatie van het eerste en derde deel toevertrouwde aan haar collega, vriend en sinds kort zwager Tijmen van Tol’. Dat heeft hij in haar geest gedaan. Dat wil zeggen dat je Wantenaars stijl primair kunt kenschetsen als impressionisme 2.0. In het eerste deel zelfs compleet met een octatonische (achttonige) toonladder.

Het Vioolconcert van Wantenaar
De trouwe Matineebezoeker kent Wantenaars werk en keek ongetwijfeld uit naar de wereldpremière van haar Vioolconcert. Het is een concert in een klassieke driedelige vorm. Ook de orkestopstelling was nagenoeg klassiek: eerste violen links, tweede rechts. Alleen de contrabassen en harpen hadden stuivertje gewisseld.

Opvallend aan de muziek van Wantenaar is dat het, zoals ze zelf op haar website schreef ‘eclectisch en toch authentiek is’. En – mag eraan worden toegevoegd – telkens weer verrast door een nieuwe invalshoek. Het is muziek die zowel een diepe ernst kent als een vleugje humor (het slot van het concert!) en van een soms adembenemende schoonheid, zoals de korte blazerssoli die de viool beantwoordden.  Primair zangerig in de solopartij én met een grote speelvreugde, zoals met name in het derde deel, waarin opeens een Bartókachtige volksmelodie opduikt.
Het concert werd zowel door soliste als orkest intens gespeeld. Intens, zoals we dat van Simone Lamsma kennen.

De Achtste symfonie van Bruckner
Na de pauze volgde de omvangrijke Achtste symfonie van Anton Bruckner. Canellakis dirigeerde eerder Bruckners vierde en waagde zich nu voor het eerst aan diens achtste, de langste. En ook de enige waarin, net als bij Wantenaar, harpen voorkomen. Drie maar liefst.
‘Zingt’ ook Bruckner trouwens niet alsmaar door, met zijn unendliche Melodien? En spreekt meteen uit het begin, net als bij Wantenaar, ook niet een zekere dreiging? Raak getroffen – om beide werken tezamen op een concert te programmeren.

En: wat een geweldig orkest is dit toch, met ook hier fraaie blazerssoli. Canellakis bouwde de climaxen mooi op, of zette de raak getroffen stemmingen als blokken naast elkaar: zachte en luide passages, donker en licht. Terwijl de Generale Pauzes bleven zinderen van dreiging én verwachting. Nog een overeenkomst; bij beide componisten overwint uiteindelijk het licht boven de donkerte.
Rest misschien een wens voor een volgende Bruckner: de tempo-overgangen, ja, die zou je wellicht wat vloeiender wensen. Een detail, laten we ’t daarop houden bij zoveel moois.