Muziek / Album

Mozart uit het lood

recensie: W.A. Mozart - Requiem

Met nerds moet je oppassen. Vraag een programmeur naar zijn werk en voor je het weet zit je met Dire Straits op de achtergrond een paar uur vast in een discussie over de voordelen van deze tegenover die programmeertaal, Windows versus de Macintosh of de voordelen van een laser- boven een inkjetprinter. En geen moment zul je er evenveel van snappen als hij.

~

Mozart kun je gerust als een muzieknerd omschrijven. Kijk, er zal echt wel een markt voor zijn getuige de barrage aan Mozart-opnamen, maar aan mij is het niet besteed. Teveel noten, ziet u. Het ene idee is nog niet goed en wel verwerkt of het volgende dringt zich alweer op. Waar je temidden van uren Wagner hoopt dat er wat meer gebeurt, smeek je na een paar minuten Mozart al om minder. Daarbij schreef Wolfgang ook best veel: meer dan veertig symfonieën, zoveelentwintig pianoconcerten en god mag weten hoeveel strijkkwartetten, pianostukken en sonates. Allemaal met heel veel noten. Daarbij moet wel worden gezegd dat Mozart een weinig nerdig privébestaan had: dat werd gevuld met drank, dames en dobbelstenen.

Steve Vai

Ik weet dat ik met mijn mening duidelijk in de minderheid verkeer. En ik zal ook grif toegeven dat het allemaal best goed is. Maar net zoals ik weet dat, om maar eens iets te noemen, Steve Vai goed kan gitaarspelen, zal ik niet snel iets van Mozart (of Steve Vai) opzetten. Maar er zijn uitzonderingen, stukken waarin Mozart zichzelf beter wist te beheersen dan gebruikelijk. Die Zauberföte is zo’n voorbeeld waarbij hij boven het gebruikelijke gekrakeel uitsteeg. Of zijn Requiem.

Krap bij kas

Nou ja, zijn Requiem… zoveel Mozart zit er eigenlijk niet in. Veel meer Süssmayr eigenlijk. Nadat Wolfgang Amadeus na een leven van werken, zuipen en gokken in 1791 zijn laatste adem had uitgeblazen ging deze leerling op aandringen van de altijd krap bij kas zittende mevrouw Mozart aan de slag met wat de meester had nagelaten. Veel was dat niet: het meeste van de koordelen was voltooid, maar van de orkestpartituur was alleen het openingsdeel, Introït, klaar.

Amadeus

Maar Süssmayr produceerde wel iets moois. Iedereen die Milos Formans film Amadeus wel eens heeft gezien (en gehoord) is vertrouwd met zijn handwerk. Onmiskenbaar Mozartiaans is het wel. Anderzijds is dat ook een beetje een kip-en-ei kwestie omdat het Requiem mede bepaalt wat we als ‘mozartiaans’ zien. Indrukwekkend is het ook, vooral als het met wat panache wordt uitgevoerd.

Lenny

~

Laat dat maar aan Lenny over. Nu Deutsche Grammophon bijna is overleden als muzieklabel brengt het gelukkig nog wel regelmatig archiefstukken in omloop. Deze opname uit 1989 behoort tot Leonard Bernsteins laatste en is opgenomen met het Beierse omroeporkest, destijds één van Duitslands betere. Alles lijkt dus op zijn plaats voor een memorabele gebeurtenis en hoewel iedereen heel erg z’n best doet wordt het toch nergens echt briljant. Misschien ook wel omdat Bernstein een beetje teveel zijn best doet en hij met een heel goed orkest maar een nogal middelmatig koor moet werken. En van dat koor horen we dankzij de opnamejongens van Deutsche Gramophon veel meer dan van het orkest. Hier en daar klinkt het bijna alsof het koor vóór het orkest stond, zozeer overstemt het de orkestleden.

Bifocaal

Bernstein was een eigengereid mens. Soms liep dat goed af, soms minder goed. Hier is het laatste het geval, vrees ik. Aan energie geen gebrek, wel aan snelheid. Waar Bernsteins ingehouden tempi in bijvoorbeeld zijn Mahler-opnamen heel goed kunnen werken is dit stuk veel meer gebaat bij een vlotter tempo. Nu klinkt alles wel heel erg ‘uitgerekt’ en daardoor onnodig pompeus en bombastisch. Gecombineerd met de disbalans in de opname zorgt dat voor een vreemd vervormd geluidsbeeld. Een beetje alsof je door de bifocusbril van je oma kijkt.

Ik sluit niet uit dat ik na enige gewenning gehecht ga raken aan deze opname, maar vooralsnog zie ik het niet gebeuren – een technische off-day van DG gecombineerd met de zwarte kant van Bernsteins eigenzinnigheid maken dit tot een weliswaar opmerkelijk, maar niet erg charmant document.