Muziek / Album

Ze liegen dat ze barsten

recensie: Velvet Revolver - Libertad

Velvet Revolver. Tjonge, jonge wat was ik aangenaam verrast door hun debuut Contraband. Die samengebalde energie van de Guns-’n-fuckin’-Roses-zonder-Axl-band en prachtzanger Scott Weiland. ’t Was song na song heerlijke, compromisloze uptempo hardrock-’n-roll die de nieuwe band uitspuwde. Compleet met simpele, doeltreffende fuck you-attitude. Zo fout dat het weer goed was. En daar kon ík in ieder geval geen genoeg van krijgen. Het nieuws dat deze band met een tweede plaat kwam, werd door mij minstens zo enthousiast begroet als dat langs denderende openingsnummer van Contraband, Sucker Train Blues. Maar toen ik het tweede album beluisterde? Tja… toen wist ik het even niet meer.

~

Het onlangs uitgekomen Libertad, dus. Want daar gaat het hier over. Libertad staat voor de “total search for freedom” zo meldt Weiland ergens in de documentaire die toegevoegd is aan het album. Welnu, waren ze die zoektocht maar nooit begonnen. Was het maar ‘gewoon’ bij die dampende, eendimensionale rock-’n-roll gebleven. Nee hoor, het vijftal moest ineens “the best record we’ve all made” afleveren. Laat mij het u vertellen: ze liegen dat ze barsten. ’t Is een ronduit saaie bedoening geworden.

Boomstamdik wordt flinterdun

Allereerst dat geluid. Het klinkt overal zo verschrikkelijk klef, dat ik ineens denk met een compleet andere band te maken te hebben. Neem die boomstamdikke Slash-gitaar van weleer. Die is op Libertad een flinterdunne eenheidsworst geworden. Duff McKagans bas is praktisch weggemixt, de rol van tweede gitarist Dave Kushner is nu helemaal niet duidelijk meer en Weiland zingt nergens écht alsof z’n leven er van afhangt. Velvet Revolver is zo’n band geworden waar het kratje spa blauwflesjes steevast 7 graden Celsius koel in de oefenruimte staat. Nu is daar niets mis mee, begrijp me niet verkeerd. Maar van deze rauwe, stoere knakkers verwacht ik gewoon iets anders. Een ander geluid, een ander image.

~

Ik wil die naakte vrouw met pistolen in haar hand in plaats van brave echtgenotes met baby’s op de arm. Deze zeer onverwachtse omwenteling heeft direct haar invloed op de composities op Libertad. Let it Roll? She mine? Ze vallen dan wellicht onder de noemer hardrock, maar ze hebben geen pit, geen angel. Ze klinken té geproduceerd, te lief, te braaf, te Maja de Bij. She Builds quick Machines? The last Fight? Mary Mary? American Man? De Stone Temple Pilots (STP) revisited. Met dat essentiële verschil dat het nu helaas wél ondermaatse composities zijn. In retrospectief blijken de songs van alle STP-albums betere composities te zijn.

Doordat alle Libertad-liedjes nu ook nog eens zeer ondermaats (zucht: Just sixteen, For a Brother, Spay) zijn, vraag je je echt af waarom deze gasten dit hebben afgeleverd. Echt niet omdat ze “true en honest” zijn aan zichzelf, zoals ergens in de eerder genoemde documentaire boven komt drijven. En ook niet omdat ze “zo verschrikkelijk blij met elkaar zijn”. Als dít de muzikale definitie van Libertad moet zijn, dan ga ik hierbij persoonlijk op zoek naar een stelletje smerige terroristen die de boel bij Velvet Revolver weer wat op scherp gaan zetten.

Dit tweede album kortom, valt heel erg tegen. Helemaal als je zo genoten hebt van hun debuut. Libertad zorgt er eigenlijk in één klap voor dat de band Velvet Revolver nu zo fout is, dat de band écht fout blijkt. Gauw Contraband opzetten; voordat het goede gevoel bij Velvet Revolver voorgoed verdwenen is…