Ook bij jazz gaat het om een goed liedje
Er doet een cynische grap de ronde: ‘een popgitarist kent drie akkoorden en heeft duizend man publiek; een jazzgitarist kent duizend akkoorden en heeft drie man publiek.’ Gitarist, componist en bandleider Corrie van Binsbergen kent ongetwijfeld duizend akkoorden, maar gitaarspelen is niet een kwestie van kennis etaleren. En wat haar publiek betreft, het Bimhuis was lang niet uitverkocht.
‘Songs without Words’, onder dit motto speelt Van Binsbergen met haar nieuwe trio, waarin Hein Offermans op contrabas en Yonga Sun op drums. Gast vanavond is Matthias Schriefl, een jonge Duiste trompettist, die Van Binsbergen via Google op het spoor is gekomen. De gitariste heeft eens te meer aangetoond dat zij een scherpe neus heeft voor talent en ook met de Duitser doet zij een gouden greep. Dat zal na de pauze in de tweede set blijken.
Aankomst
In het eerste nummer wordt meteen al duidelijk wat de bedoeling is. Vanuit een sferisch en soundscape-achtig spel met bedachtzame noten dat aanvankelijk richtingloos lijkt, ontwikkelt zich een songstructuur met een lopende bas en rockachtig slagwerk. De muziek komt ook weer tot bedaren met veel open en jazzakkoorden van Van Binsbergen. De gitariste heeft een scala aan effectapparatuur om zich heen verzameld en weet daar rijke klanken aan te ontlokken.
Boeiend middengebied
Het trio speelt een boeiend spel vol van dynamiek, beweging en ritme. De tandem Offermans en Sun vormt een ijzersterk ritmisch duo, dat af en toe geweldig swingt. Zij schuwen het grove geweld niet, maar eren ook het kleine en het subtiele. Het meeste speelt zich overigens af tussen beide uitersten. Van Binsbergen ondertussen, geeft koers en zin aan haar klanken. Zij weet de techniek fijnzinnig om te zetten in esthetiek.
Solo als toegift
Hij heeft een mooie, heldere en krachtige toon op trompet en kan ook heel ingetogen spelen. Ondanks al zijn grappen en grollen is het vooral zijn muzikaliteit die het publiek voor hem doet innemen. Die geldt ook zijn spel op de tuba. Hij weet een beweeglijke klank uit het toch logge instrument te persen. Met allerlei toeters en bellen zal hij op het eind van de avond als toegift een heel orkest tevoorschijn toveren via de hulp van een loopstation.
Het is vanavond in het Bimhuis weer eens aangetoond dat volledige improvisatie niet hoeft te leiden tot oeverloos geneuzel. Voorwaarde is wel dat grote ego’s thuisgelaten worden. Dan kan de muziek een richting uitgaan die misschien niet altijd even toegankelijk is, maar die je wel degelijk kunt herkennen als ‘Songs without Words’.