De lounge voorbij
Het Berlijnse platenlabel !K7 heeft een wereldwijde faam wat betreft het uitbrengen van goede, originele loungemuziek en alles wat zich daarom heen bevindt. Een van de smaakmakers van het label is het Weense Tosca, bestaande uit Rupert Huber en Richard Dorfmeister (inderdaad, die van Kruder). Al jaren maken ze computerlounge van de bovenste plank en nu verschijnt het nieuwe album, J.A.C. Dit staat voor Joshua, Arthur, Conrad, de namen van de zonen van de twee Weense producers door wie de heren zich nu vader mogen noemen. Vaders of niet, Tosca is nog steeds heel relaxed.
Zwetend, donker, sexy
De opener, Rondo Acapricio, is nog een echt Tosca-nummer zoals we die van het duo gewend zijn: relaxte laptoplounge met een funky basloopje en fijne samples. Daarna neemt het band-denken de overhand met het heerlijke Heidi Brühl, met vocale ondersteuning van de Egyptisch-Franse zangeres Samia Farah (die klinkt als Billie Holiday na een spoedcursus Frans). Dan volgen Superrob en John Lee Huber, twee nummers met onwaarschijnlijk zwetende, donkere, sexy zangpartijen. Maar niet alleen de zang geeft J.A.C. de sfeer van een echte band, ook qua muziek klinkt de plaat zo. Als je met je ogen dicht naar Pyama luistert, zou je zweren dat je in een modern jazz-café bij een live-sessie bent. Tosca is de lounge gepasseerd.
Witbier of rosé
Liefhebbers van de vorige platen hoeven niet bang te zijn dat de oude Tosca met een zomerse noorderzon vertrokken is. Qua sfeer blijft Tosca tappen uit hetzelfde vaatje. Meeslepende maar relaxte nummers die gemaakt lijken te zijn voor zonnige zomeravonden wanneer je met een lekker witbiertje of fijn glas rosé op het stoepje voor je huis zit na te genieten van een barbecue met een stel vrienden. Het is haast niet voor te stellen dat Tosca uit het Oostenrijkse Wenen komt. Barcelona lijkt een meer passende stad. Of Parijs voor mijn part. Het moge duidelijk zijn: J.A.C. is verplichte kost voor de avonden vanaf vandaag tot aan medio september.