Oorverdovend
Tomahawk bracht begin dit jaar zijn vierde album Oddfellows uit. In Paradiso blijkt dat de band het predicaat supergroep verdient, ook al worden er geen hits gescoord of arena’s uitverkocht.
De Amsterdammers van Seeka trappen de avond af. Pas een week geleden zijn ze gevraagd om als voorprogramma op te treden en het lijkt alsof de band het nog niet helemaal gelooft. Seeka speelt een eclectische mix van stijlen; elementen van hiphop, jazz, blues en soul vinden hun weg in de stevige rock van het trio. Vooral het nummer ‘Medicine’ maakt indruk, door de gedreven manier waarop het gebracht wordt. De mannen leven zich in en laten zich gaan. Waarschijnlijk zijn ze binnenkort op meer podia te vinden.
Een veelkoppig monster
Vanaf de opening, ‘God Hates a Coward’, eist Tomahawk de aandacht van de zaal op. Typerend voor de band is een hang naar het experiment vanuit de metal, door de toevoeging van effecten, afwijkende ritmes en de stemkunsten van Patton. Mathcore, met een knipoog, dat wel. De sfeer op het podium is ontspannen, hoewel Patton even ruzie lijkt te zoeken met de zaal als die niet op de gewenste manier reageert wanneer Dunn opmerkt dat hij met een Nederlands meisje gaat trouwen. De grote glimlach van Patton maakt duidelijk dat hij met de zaal speelt. Ook de onverwachte opmerking dat Stanier iets wil zeggen (‘No, I don’t’) is een goede indicatie.
Kort en krachtig