Ingetogen en dromerig
.
Het is altijd even spannend als een grote band na lange tijd terugkeert met een nieuwe cd. Voor het eerst sinds 2001 brengen The Cranberries een studioalbum uit. Was Roses het wachten waard?
In de jaren negentig mochten The Cranberries zich tot de succesvolste Ierse acts rekenen, samen met onder andere U2 en The Corrs. Zoals hoorbaar in hits als ‘Zombie’, recentelijk op memorabele wijze gebruikt in een autoreclame, en ‘Ode To My Family’ wist de groep zich te onderscheiden met een heel eigen geluid. Na het niet al te enthousiast ontvangen Wake Up And Smell The Coffee uit 2001 verscheen er elf jaar geen nieuw studiowerk. Wel leverde zangeres Dolores O’Riordan in de tussentijd twee soloreleases af.
Ingetogen
Gelukkig heeft Roses ook de nodige levendige momenten, met steviger werk als ‘Losing My Mind’ en ‘Schizophrenic Playboy’. De band weet hiermee de verveling net genoeg te compenseren. Neemt niet weg dat de cd als geheel onder doet voor al hun eerdere werk, met uitzondering van Wake Up And Smell The Coffee. Dat komt vooral door afwezigheid van echte knallers.
Geen instantklassieker
Frontlady O’Riordan zingt nog steeds uitzonderlijk goed. Haar stem is niets veranderd en dat zal de trouwe fans verheugen. Ook live – zoals tijdens Bospop in 2010 – blijft ze zelfs in de meest complexe zangpartijen overeind. Na zo’n optreden weet je weer waarom The Cranberries ooit zo populair waren. Nieuwe nummers als ‘Show Me’ zullen ongetwijfeld eveneens enthousiast onthaald worden op het (festival)podium, maar een instantklassieker als ‘Zombie’ of ‘Salvation’ zul je op Roses niet aantreffen.
The Cranberries, nooit echt gevierd vanwege constante albums, klinken wat moderner en volwassener dan op voorgaande releases. Maar na tien jaar verwacht je toch wat meer dan een elftal aardige, maar snel vergeten composities. Zelfs de single ‘Tomorrow’ blijft niet echt hangen. Zonder potentiële hitsingle lijkt het onwaarschijnlijk dat de groep dankzij Roses een nieuw publiek zal aanspreken.