Te snel voor nostalgie
Het Amerikaanse viertal van Speedy Ortiz werd gehypet op Pitchfork wegens de eigenzinnige draai die zij geven aan de alternatieve jaren negentig-sound. Tijdens het optreden in de kleine zaal van Paradiso was er echter geen tijd voor nostalgie, maar racete de band energiek door een gevarieerde set.
Het was rustig in de bovenzaal van Paradiso, waar zo’n vijftig man wachtte op Speedy Ortiz. Het publiek was qua leeftijd een gemêleerd gezelschap met mensen die in hun jeugd waarschijnlijk in hetzelfde gebouw bands als Pavement bewonderd moeten hebben. Muzikaal gezien begeeft Speedy Ortiz zich in de alternative-sound van de jaren 90, die werd gekenmerkt door het Matador-label. Het stemgeluid van zangeres en gitarist Sadie Dupuis doet denken aan een mix van Helium, Liz Phair en Tracy Bonham. Het is daarom makkelijk om Speedy Ortiz af te doen als een weinig originele retroband die inhaakt op de nostalgische gevoelens van dertigers die in hun puberteit voor het eerst verliefd werden op de klanken van The Breeders en Bettie Serveert. Het knappe van de band is juist dat ze overtuigend en met zelfvertrouwen een eigen invulling geven aan die stijl, waardoor ze meer willen dan alleen profiteren van vergane muzikale glorie.
Energiek en springerig
Tijdens het optreden uitte dit zich vooral in een snelle set waar het tempo goed inzat en waarin de band springerig van nummer naar nummer wisselde zonder aan energie te verliezen. Er was in dat opzicht geen tijd om nostalgisch te zwijmelen over vroeger, aangezien je werd overdonderd door de strakke directheid van de band, waarmee ze zeiden: ‘Hier zijn we!’
De set wisselde wat nummers van EP’s af met tracks van het album Major Arcana, zoals de sterke single ‘Tiger Tank’ en het opbouwende ‘Casper (1995)’. Speedy Ortiz is op haar best tijdens nummers die van zachte momenten overgaan in harde gitaar-uitspattingen en hoekige tempowisselingen zoals in ‘Plough’, dat heerlijk wordt geleid door Dupuis’ zang, of het dromerige en dreigende ‘Gary’. De rustige slacker-ballad ‘No Below’ gold als tussenpoos, waarna de band met ruigere uptempo nummers als ‘American Horror’ (van de nieuwe EP Real Hair) en ‘Cash Cab’ afbouwde.
Het enige manco van het optreden was de enigszins afstandelijke houding van de band. Dupuis maakte wat korte opmerkingen, maar deed weinig om het publiek verder bij de show te betrekken. Uiteindelijk bleek dat niet nodig; de band leek vooral op te gaan in hun muziek, alsof zij de eerste waren die de oude sound hadden ontdekt. Die passie kwam over en zorgde ervoor dat de zaal lekker meedeinde op hun losbandige muzikale golven.