Tussen kunst en kitsch
Acht releases geleden was Ryan Adams een jonge, onstuimige singer/songwriter die zijn stem door je ziel kon laten snijden. Zijn debuut Heartbreaker was absoluut indrukwekkend. Om hem direct de nieuwe Springsteen te noemen, daar was het nog te vroeg voor, maar een onmiskenbaar talent was hij zeker. Een status die hij vet onderstreepte met de opvolgers Gold en Love is hell deel I en II. Toch moeten we zo langzamerhand ook concluderen dat zeker niet alles dat Mr. David Ryan Adams aanraakt verandert in klaterend goud. Talent hebben is één, maar er vervolgens wat mee doen is twee, drie, vier, vijf, zes, zeven en nu dus acht. Want Jacksonville City Nights is alweer zijn achtste release. Zo’n typische ‘mwoah-plaat’. Niet slecht, maar zeker ook geen mijlpaal in het oeuvre van Ryan Adams.
Op naar de volgende, zou je zeggen. Gelukkig hoef je bij Ryan Release-a-holic Adams nooit lang op een nieuw album te wachten. Critici kunnen best een paar kanttekeningen plaatsen bij de kwaliteitscontrole, maar luiheid kan Adams niet worden verweten. Want hij kan als geen ander platen afleveren met een tempo dat de popencyclopedie niet kan bijhouden. Veelvreters van zijn muziek worden alleen al dit jaar driemaal financieel op de proef gesteld. Cold Roses verscheen eerder dit jaar, nu dus Jacksonville City Nights en over een maand prijkt zijn laatste cd uit dit drieluik, 29, alweer bij menig Ryan Adamsliefhebber op het sinterklaas- of kerstwenslijstje.
Schaamteloze country
Laten we niet op de zaken voor uit lopen, first things first. Bij een eerste luisterbeurt bekruipt mij het gevoel alsof oma zojuist vol trots haar nostalgische platencollectie ten gehore brengt. Uit pure beleefdheid lieg je dat je het prachtig vindt, maar ondertussen hoop je dat ze die vreselijke oubollige country maar gauw weer uitzet. Zo gedateerd klinkt Adams op Jacksonville bij een eerste draaibeurt. Natuurlijk, het is bekend dat Adams een voorliefde heeft voor country – in zijn geboorteplaats Jacksonville kreeg hij het met de paplepel ingegoten – maar overdrijft hij het niet? Bijna kitsch, zo klinkt het. En toch schaamt hij zich daar niet voor. Sterker nog, hij komt er mee weg omdat het nog steeds onvervalst als Ryan Adams klinkt. De emotie en melancholie druipen ervan af.Van een echte misstap kun je daarom ook niet spreken. Wie goed luistert moet bijna wel bewondering opbrengen voor het gemak waarmee Adams de songs uit zijn mouw weet te schudden. De pedal steel guitar (John Graboff) en de slide-begeleiding van The Cardinals zijn het meest dominant aanwezig en bepalen dus het typerende countrygeluid. Daar moet je van houden, anders slaat de irritatie snel toe. Zeker wanneer Adams in een aantal nummers met een overslaande stem wat geforceerd klinkt (Peaceful valley, My heart is broken) Gelukkig herbergt ook dit album weer een aantal pareltjes van ongekende schoonheid. In een nummer als Silver Bullets, waarin niet geheel toevallig de countrydosering wordt gereduceerd, bewijst Adams andermaal zijn uitzonderlijke talent en in Dear John neemt hij gast Norah Jones bij de hand om haar naar een voor haar nog ongekend hoog niveau te slepen.
En waarom ook eigenlijk niet?
Voor de najagers van urgente releases dient zich natuurlijk de vraag aan in hoeverre deze plaat een toegevoegde waarde is voor de cd-collectie, in het bijzonder als het om het segment Ryan Adams gaat? Vooropgesteld, een cd van Ryan Adams is in iedere collectie een must. En ach, zoals nu, als de herfst er is, de winter nadert en de donkere dagen met rasse schreden hun intrede doen, word je toch wel weer heel erg warm van dit soort muziek.