Dodelijk vermoeide femme fatale verwarmt de harten
Bestaat er een killere moeder dan Emilia Marty, de hoofdpersoon van Janáceks De zaak Makropulos? Weliswaar vermoordt zij haar kinderen niet zoals Medea, maar haar kinderen laten haar volkomen koud: ‘Hoe weet ik of ik niet duizenden koters heb op deze aardbol?’ Emilia is de ultieme ijskoude diva. Alles verveelt haar: het goede, het kwade, de aarde, de hemel. Voor haar zijn er alleen ‘dingen en schaduwen’.
Jaarringen en een atoomklok
De roterende houten schijven waaruit het eenheidsdecor is opgebouwd lijken op de jaarringen van een boom en brengen veel vaart in een verder vrij statische opera. En dat is knap, want De zaak Makropulos is in het eerste uur vooral een conversatiestuk, zonder aria’s of duetten, maar daarvoor in de plaats een enorme hoeveelheid dialogen. Als geen ander weet Janáèek echter een verfijnde orkestratie te koppelen aan door spreektaal geïnspireerde melodieën, waardoor deze opera muzikaal van begin tot einde sprankelt.
Droomdebuut
Yannick Nézet-Séguin, sinds augustus chef-dirigent van Rotterdams Philharmonisch Orkest, maakt met De zaak Makropulos een droomdebuut bij De Nederlandse Opera. Vanaf de eerste hamerende paukenslagen, de gejaagde strijkers en de vervaarlijk knorrende blazers in de prelude musiceert het Rotterdams Philharmonisch op het scherpst van de snede met een buitengewoon heldere klankbalans. Dat belooft wat voor Puccini’s Turandot die volgend jaar mei gepland staat.
In de cast veel vertrouwde gezichten – Marisca Mulder, Dale Duesing en Graham Clarke – maar zoals het hoort in deze opera draait eigenlijk alles om de Australische sopraan Cheryl Baker. Afstandelijk en hautain, maar ook verleidelijk en hartverscheurend toont zij Emilia Marty als een dodelijk vermoeide femme fatale. Precies zoals Janácek wilde, voelt iedereen aan het einde met haar mee. Het minutenlange applaus na afloop was eigenlijk nog te kort.