De kunst van de draaitafels
Het mixen van samples is een kunst – beats maken evenzeer. Een volwaardige plaat produceren die stoelt op beide kunsten is voor lang niet iedereen weggelegd. Toch deed de Amerikaanse RJD2 het een aantal keer. Met name Deadringer (2002) en Since We Last Spoke (2004) werden lovend ontvangen, niet in het minst door hun toegankelijke sound: een mix van onder meer oude soul, r&b en hiphop. In het nog prille 2010 is RJD2 terug, met zijn eigen label en een nieuwe plaat: The Colossus.
De als Ramble John Krohn geboren artiest verdiende zijn sporen als dj in de Amerikaanse hiphopformatie MHz en nam meerdere mix-cd’s op. Zijn hiphopachtergrond is op elke plaat te herkennen, maar de kwalificatie ‘hiphop’ zou de lading allerminst dekken. De muziek van RJD2 is een eclectisch geheel, een potpourri van stijlen, die invloeden kent van soul tot hedendaagse elektronische muziek. Op The Colossus is dat wederom het geval.
Groots aangezet
De cd begint met ‘Let There Be Horns’. Het gekras van een plaat en opzwellende strijkers zorgen er in vier seconden voor dat je vermoedt naar RJD2 te luisteren. Als de beat inkomt weet je het zeker. Het is knap dat iemand zijn stempel kan drukken op muziek die bestaat uit fragmenten. De meeste nummers van RJD2 zijn in die zin herkenbaar. De Amerikaan heeft oor voor lekkere samples, en voorziet deze van strakke hiphopbeats en soms zelfs een vleugje rock. Een enkel nummer bevat rap, het gros is instrumentaal of herbergt soulvolle zangpartijen.
De muzikale variatie maakt dat The Colossus lastig te duiden is. Wat dat betreft is er dan ook nauwelijks eenheid te ontdekken, op het RJD2-stempel na. Eenheid alsof een eigengereide zangeres als Björk een album heeft opgenomen met een schlager, een jazz-standard en gangsterrap. Die eenheid kortom zit hem in de computerspelgeluidjes, het geknisper van langspeelplaten en de voortdurende afwisseling tussen rauwe en glad klinkende beats. En op een vreemde manier zijn nummers van RJD2 bij vlagen humorvol.
Op de goede weg?
Dat wil alleen niet zeggen dat dit de plaat van het jaar is. RJD2 heeft het zichzelf moeilijk gemaakt, en de lat ligt duidelijk hoger dan bij zijn eerdere platen. Soms slaat hij daardoor de plank mis. Zo klinkt ‘A Spaceship For Now’ inderdaad als een ruimteschip. Maar menig fan van het eerste uur zal dit zware nummer overslaan, innig verlangend naar de vrolijkmakende klanken van nummers als ‘Good Times Roll Pt. 2’.
The Colossus vraagt iets meer van de luisteraar, die wel meer terugkrijgt wanneer hij de gelaagde plaat meermaals beluistert. In elk geval is het aan te raden om tot het laatste nummer te wachten. ‘Walk with Me’ lijkt meer een afsluiter van een quiz op televisie, maar nodigt uit om van de bank te komen en te kijken of de heupen het nog doen. En dat is ook zeker het geval bij het funky ‘Crumbs of the Table’. RJD2 blijft een meester in het creëren van muziek door het samenstellen van geluiden die voor elkaar gemaakt lijken. En dat meesterschap is wel waardering waard.