Er is niets mis, maar toch mist er wat
Met een Bob Dylaneske rasp in de stem opent Richard Ashcroft met Why not Nothing? zijn derde album Keys to the World. En dat doet hij goed, want een betere start kan een plaat zich niet wensen. Handen wrijvend hing ik met mijn oor aan de box gekluisterd, hopend op meer van dit fijns. Wat jammer te merken dat de gezette standaard niet gehandhaafd wordt en er gaandeweg het album steeds meer het gevoel rijst dat het al eens gedaan is. En beter ook.
Beter goed gejat…
Het fnuikende van dit album is echter dat het allemaal niets nieuws onder de zon biedt. Bijna de helft van dit album doet sterk denken aan artiesten die hetzelfde voorheen al eens beter deden, zoals Simon & Garfunkel (in Sweet brother Malcolm) en zelfs Cat Stevens. Het zit hem niet zozeer in de zang, maar meer in de muzikale omlijsting. Met Why do lovers? heeft Richard Ashcroft zowaar bijna een eigen Morning has broken in elkaar gedraaid. Althans, daar heeft het piano-intro toch aardig wat gelijkenis mee.
…dan slecht zelf verzonnen
Bij de single Break the night with colour zijn associaties met Robbie Williams niet te vermijden. De zanglijn, de piano, het zou zo uit één van Robbies betere nummers kunnen komen. Zij het wel gezongen met de geweldige stem van Ashcroft. Het is niet voor niets dat Coldplay’s Chris Martin hem tijdens Live8 afgelopen jaar introduceerde als de beste zanger ter wereld. Zo zou ik het niet willen stellen, maar evengoed is het een feest om weer een album vol met zijn getergde stem te mogen beluisteren.
De gemene deler van de losse delen
Steeds lijkt er iets op dit album te missen, dat terwijl alle losse delen kloppen. Why not nothing? maakte zelfs dat ik met de ogen dicht een dansje door de keuken deed. Toch weet de plaat nergens een traan uit diezelfde ogen te ontlokken. Ach, misschien ben ik gewoon verwend geraakt door de Sufjan Stevensen en Jens Lekmannen die tegenwoordig mijn cd-speler nauwelijks uit te slaan zijn. Heus, er is weinig verkeerd aan Keys to the world. Het is gewoon een mooie plaat met hier en daar een uitschieter. Een meesterwerk vergeleken met de singer-songwriter-pulp die heden ten dage de hitlijsten bevolkt. Maar een plaat om verslaafd aan te raken? Nee. Helaas.