Snijvlak van leven en dood

De nieuwe productie van La Bohème van Giacomo Puccini (1858 – 1924) bij De Nationale Opera zet het drama van de 19e-eeuwse kunstenaarsvrienden en het stervende meisje in een tijdloos frame. Met een jonge, enthousiaste cast, schitterende decors en een regie gericht op herkenbaarheid is de traditionele kitsch afwezig en krijgen authentieke emoties de boventoon.
Plastische uitlichting van details
Op de grens van leven en dood
Regisseur Benedict Andrews en decorbouwer Johannes Schütz plaatsen de bohemiens in een modern, kaal atelier met de telkens uitgaande kachel als symbool van de armoede in het midden. De ontmoeting van dichter Rodolfo met naaister Mimi sluit daar bij aan. “Wat een ijskoud handje!” is zijn eerste liefdesverklaring, warm ondersteund door de violen. De ijzigheid van de Parijse winter keert terug wanneer, aan het begin van het derde bedrijf, bij het tolhuis aan de stadsgrens, de waarheid doordringt tot het stel. Mimi heeft tbc en zal sterven.
Op een donker podium dwalen de zangers rond in de dwarrelende sneeuw, op de grens van leven en dood. Van het vrolijke kerstfeest – een mooie massascène met het als altijd fantastische koor – is niets over. De vrienden Marcello (Massimo Cavalletti), Colline (Gianluca Buratto) en Schaunard (Thomas Oliemans) blijven solidair en verkopen alles wat ze hebben om Mimi’s sterfbed te verlichten.
Intieme toonzetting
In de laatste acte is plotseling achter de atelierramen een bloeiend grasveld met spelende kinderen te zien. Wat zou kunnen werken als irritante kitsch – symbolisch leven naast een sterfbed – vergroot in deze regie de betrokkenheid. Terwijl de dokter nog in aantocht is en Musetta bidt tot de Madonna om Mimi’s leven te sparen, voltrekt het drama zich in een intieme toonzetting. Mimi sterft ‘realistisch’, zonder een lange aria, terloops bijna. Het is het moment waarop de kracht van Puccini, zijn perfecte menging van realisme en romantiek, op zijn hoogtepunt is.
De zangers zijn zonder uitzondering van grote klasse, met een speciale vermelding voor Atalla Ayan (Rodolfo) die met zijn warme, krachtige vertolking de diepe menselijkheid van het verhaal de zaal in brengt. Het orkest is hier en daar wat te luid, wat soms tot balansproblemen leidt. Maar dat is dan ook de enige kanttekening bij deze fraaie kerstproductie.
Er zijn nog voorstellingen op 25, 28 en 30 december.