Stevige aanpak
Onlangs zei zanger en tekstschrijver Morrissey in een interview dat hij zijn carrière niet veel langer voort wenste te zetten. Doorgaan zou een gebrek aan waardigheid kunnen suggeren. Het is de vraag hoe serieus je deze mededeling moet nemen. Voorlopig is er Years of Refusal, zijn negende album, en staat hij op 6 juni in een uitverkochte WATT in Rotterdam.
In 1988 kende de solocarrière van Morrissey een vliegende start met de single ‘Suedehead’ en het album Viva Hate. ‘Mozzer’, zoals zijn bijnaam luidt, leek na het heengaan van The Smiths verrassend gemakkelijk overeind te blijven. Dat was achteraf gezien iets te snel geconcludeerd. In de twintig jaar hierna wisselden sterke en magere platen elkaar af.
Morrissey is geen muzikant en voorziet zijn teksten dus niet zelf van muziek. Tussen 1983 en 1991 bracht zijn samenwerking met gitarist Johnny Marr en producer Stephen Street vele memorable songs voort. Sinds 1992 leunt hij voor de muziek op zijn gitaristen Boz Boorer en Alain Whyte. De composities van dit tweetal zijn doorgaans minder prikkelend, al weet Morrissey dat met zijn persoonlijkheid vaak te verhullen.
Robuust
Boorer en Whyte tekenen ook voor de composities op Years of Refusal. De productie was in handen van Jerry Finn, die in augustus 2008 op 39-jarige leeftijd aan een herseninfarct overleed. Finn produceerde in het verleden onder meer Bad Religion, Green Day én Morrissey (You Are The Quarry). Years of Refusal is een vrij stevig rockalbum en roept als zodanig herinneringen op aan Your Arsenal uit 1992. De pittige opener ‘Something Is Squeezing My Skull’ is veelbelovend, met overtuigende zang. Ook het evenzo robuuste ‘All You Need Is Me’, met een ouderwets vileine tekst, mag er wezen. Het nummer was overigens al te vinden op Greatest Hits (2008). De stevige aanpak werkt niet altijd: de volvette drums en het kopergeschal op ‘Mama Lay Softly on the Riverbed’ voegen weinig bijzonders toe. ‘Black Cloud’ en ‘One Day Goodbye Will Be Farewell’ zijn aardige rocksongs, maar overtuigen niet. Dat ligt grotendeels aan de muzikale invulling, die niet bepaald fijnzinnig is.Gelukkig heeft Morrissey nog voldoende historisch besef om niet alleen met zwaar werk te komen. De single ‘I’m Throwing My Arms Around Paris’ is een typische Morrissey-track met een open geluid, akoestische gitaren en het nodige pathos, ‘Only stone and steel accept my love.’ Het eerder verschenen ‘That’s How People Grow Up’ ligt enigszins in het verlengde hiervan, een prima zanglijn met een refrein dat zich stevig in je brein nestelt. De gitaarpartij is helaas kort door de bocht. Johnny Marr had hier met een semi-akoestische gitaar wonderen kunnen verrichten!
Verrassend
Het lukt Morrissey op Years of Refusal een aantal keer écht te verrassen: ‘When Last I Spoke to Carol’ is een vreemde eend in de bijt door zijn Mexicaanse invloeden, het hanengekraai en het gefluit van de zanger. Maar het is in de eerste plaats een prima song die een frisse wind over het album doet waaien. Op ‘It’s Not Your Birthday Anymore’ grijpt hij wederom naar stevige drums en gitaren. De melodielijnen en vooral de emotionele zang stuwen het nummer echter naar grote hoogten. Een subtiele klarinet maakt het geheel af. Als Morrissey hierna het stemmige ‘You Were Good in Your Time’ brengt, lijkt zijn aangekondigde afscheid inderdaad dichtbij te zijn gekomen. Het zou de ultieme albumafsluiter zijn, ware het niet dat we hierna nog getrakteerd worden op twee weinig verheffende rocksongs. Dat brengt het aantal twijfelgevallen op dit album op vijf. Gelukkig staan er zeven goede songs tegenover. Morrissey hoeft zichzelf dus nog niet af te schrijven.