Muziek / Album

Joseph Marx’ Romeinse kastelen

recensie: Orchestral Music Vol. 4 – Romantisches Klavierkonzert / Castelli Romani

Een nieuwlichter is niet altijd een groot kunstenaar – omgekeerd is een groot kunstenaar niet per definitie een vernieuwer. Bach is een goed voorbeeld: een groots vakman, maar niet echt een innovator. Het omgekeerde zou je kunnen zeggen van Schönberg. Als ik de Oostenrijker Joseph Marx (1882-1964) in dit plaatje probeer in te passen, kom ik eerder uit aan de kant van Bach dan aan die van Schönberg. De man was zeer conservatief en week nooit meer echt af van het toonpalet dat hij in zijn vroegste jaren als componist gebruikte.

Dat is althans het gebruikelijke verhaal. Maar luisterend naar Marx’ muziek begin je aan dat vaak genoemde conservatisme te twijfelen. Natuurlijk, het is geen twaalftoonsmuziek. Maar anderzijds is het ook geen schaamteloze kopie van muziek uit de tijd van Tsjaikovski, waar veel van zijn collega’s zich tot in de jaren dertig aan schuldigmaakten.

Traditioneel, but different

Marx heeft goed geluisterd naar impressionisten zoals Ravel, naar Richard Strauss en vooral naar zijn Weense ‘buurman’ Erich Korngold. En net als die laatste moest hij inderdaad niets hebben van nieuwlichters zoals Arnold Schönberg. Maar dat betekende, net zoals bij Korngold, zeker geen slaafse navolging van de traditie. Dat veel schrijvers over muziek dat nog steeds voor zoete koek aannemen zegt meer over het succes van Schönbergs PR-oorlog, dan over hun vermogen om zelf naar muziek te luisteren.

Want je zult een stuk van Marx geen ogenblik verwarren met dat van iemand anders. Zo ook deze pianoconcerten, met een uitbundig gebruik van contrapunt, stekelige ritmes en een zeer afwisselende orkestratie – op het ene moment bijna voluptueus, dan weer heel sober.

~

Het eerste stuk, het Romantisches Klavierkonzert uit 1919, is precies dat: een groots opgezet, romantisch concert, met ongelooflijk virtuoze passages die in brede golven op de luisteraar afkomen. Concentratie is noodzakelijk om door het buitengewoon dikke bos de bomen nog te zien. Ik kan me zomaar voorstellen dat dit niet ieders kost is, omdat in de veertig minuten die het concert duurt de melodische lijnen niet altijd even duidelijk worden. Het is vooral een vehikel om de pianopartij goed te doen uitkomen; het orkest vormt de broeierige achtergrond waartegen de solist scherp afsteekt.

Het Romantisches Klavierkonzert werd eerder door Hyperion opgenomen met Marc-André Hamelin als solist en Osmo Vänskä als dirigent. Het opvallende verschil tussen Hamelins versie en deze met David Lively is vooral dat dirigent Sloane Marx’ breedsprakigheid nog eens aanzet, en dat komt de structuur van het geheel niet altijd ten goede. In de veel compactere versie van Vänskä waren de lijnen soms al moeilijk te volgen, maar hier wordt het af en toe wel heel erg lastig.

Romeinse rondgang

Maar alles, echt alles wordt goedgemaakt door de opname van Marx’ tien jaar later geschreven tweede pianoconcert met de titel Castelli Romani. Marx probeert hierin een rondgang door het oude Rome uit te beelden – de delen zijn dan ook genoemd naar Romeinse gebouwen: Villa Hadriana, Tuscanum en Frascati. Het is een dikke tien minuten korter dan het eerste concert en mede daardoor ook veel spannender. Maar ook het feit dat Marx veel van zijn melodieën uit de Italiaanse volksmuziek haalt draagt bij tot de samenhang. Volksmuziek kent over het algemeen een eenvoudige ritmiek, terwijl Marx juist neigt naar heel ingewikkelde ritmes. Het is dus juist het gemis van Marx’ volledige vrijheid dat het stuk ten goede komt.

Lively kan dit werk goed aan – geen moment klinkt het geforceerd, maar daarbij moet wel worden gezegd dat de eisen die dit werk aan de pianist stelt minder extreem zijn dan die van het Romantisches Konzert, waarvan de concurrentie (Hamelins opname voor Hyperion) duidelijk de betere versie afleverde. De begeleiding van Sloane en diens Bochumers is ook zeer behoorlijk, zij het niet briljant. Hetzelfde orkest voerde dit concert een aantal malen live uit, en is bovendien bezig om alle orkestwerken van Marx voor ASV op te nemen. Zet deze opname af tegen de eerste (met de Naturtrilogie) en het is duidelijk dat het orkest bezig is zich dit repertoire meer en meer eigen te maken.

Al heel lang was er behoefte aan een opname van Castelli Romani en het is heel goed dat die er nu eindelijk is. Het is gelukkig ook een heel goede opname, maar die van het Romantisches Klavierkonzert is desondanks niet van hetzelfde niveau als die van Hamelin. Lively en Sloane zijn duidelijk veel meer op hun gemak in Castelli dan in het Klavierkonzert. En het is dat stuk dat de aanschaf van deze CD meer dan rechtvaardigt.