Tamme folkavond in Groningen
Piter Wilkens”Wie heeft hier de jaren zeventig bewust meegemaakt?” Het was de retorische vraag die de Friese singer-songwriter Piter Wilkens zijn publiek met een olijk gezicht stelde. “Iedereen? Ik geloof er niets van!” De vierde editie van Trad.it!, het Europese folkfestival in de Groningse Oosterpoort, werd voornamelijk bezocht door geremde vijftigplussers, waardoor het feestje niet echt van de grond kwam.
Met name de Ierse hoofdacts Téada en At first light – met in zijn gelederen de vermaarde uilliean piper John McSherry – hadden een zware avond. Zij speelden in een, bij gebrek aan publiek, sterk verkleinde grote zaal – die alsnog maar voor de helft was gevuld. Hun optredens met Ierse dansmuziek werden hierdoor teruggebracht tot een ongemakkelijk luisterspel. Dit was niet alleen de schuld van het publiek of onvermogen van de muzikanten; het hielp ook niet echt mee dat de zaal uit zitplaatsen bestond. Ze probeerden het nog wel: “If you like the change in the ritme of the music, you say ‘oooe'”, zo trachtte violist O’Connor van At first light het publiek mee te krijgen in de sfeer van de muziek. Maar het mocht niet echt baten.
Friese ‘folk’
De acts die de handen wel op elkaar kregen speelden in de kelder en de foyer. Zoals de reeds genoemde Wilkens. De Fries had zijn ontwapende charme mee en bracht de sfeer die voor de rest grotendeels ontbrak. Zijn inspiratie ligt echter enigszins buiten de grenzen van de Europese folkmuziek, zo bleek ook uit zijn keuze van covers. Met enige moeite valt Cornelis Vreeswijk nog wel binnen het genre, maar Dr. Hook en de tot Friese ‘truckersong’ omgebouwde klassieker Willin’ van de Amerikaanse Little Feat zijn echt een ander genre . En natuurlijk speelde Wilkens zijn Dunsje mei dy. Ook voor de niet- of anti-Fries een aanrader. Hoewel een beetje de vreemde eend, toch een succes.
Sväng |
De Finse band Sväng, bestaand uit vier virtuoos duellerende mondharmonicaspelers, wist de pook daarna nog een beetje in het vuur te steken. Het op het eerste gezicht idioot ogen gezelschap – vier mannen in zwarte pakken met excentrieke mondharmonica’s – speelde de blues op haar geheel eigen wijze. Het Belgische Olla Vogala wist vooral een intieme sfeer neer te zetten, met onder ander een prachtige melancholieke mazurka. Met een Marokkaanse gastzanger speelde de band nummers uit zijn inmiddels tien jaar oude oeuvre. Anne Niepold op de ‘trekzak’ was fenomenaal; zij tolde in de rondte als een schildpad op zijn rug, de benen in de lucht, de ogen gesloten, onderwijl schuurde en jankte haar instrument.
De snoepdoos van de traditie
De smaakmaker van de avond was Hotel Palindrone, waarvoor de kelder van De Oosterpoort eigenlijk veel te klein was. Deze Oostenrijkse multi-instrumentalisten spelen een zeer eigenaardige cross-overmuziek met zo’n beetje alle instrumenten die je kunt bedenken. De muzikanten graaien met een flinke eclectische veeg uit de snoepdoos van de traditie en jodelen er zonder schaamte bij.
De organisatie had het dus op zich goed voor elkaar. Een mooie en ruime programmering, met vijf kwartier per act waardoor de bands goed tot hun recht konden komen. Het grootste manco op Trad.it! was echter de lauwe sfeer en het gebrek aan een (gevulde) dansvloer, en dan is een dik uur echt lang. Als er één soort muziek is die een feestje kan garanderen, dan is het de vingervlugge folkmuziek – maar deze keer wilde het niet loskomen.