Muziek / Concert

Gezelligheid en goede bandjes

recensie: Dollypop 2004

Het weekend van 2 en 3 juli stond in Hengelo in het teken van Dollypop. Het festival, dat vernoemd is naar het gekloonde schaap, werd voor de zesde keer georganiseerd en wordt steeds groter. Hoewel, groter? Met een maximum van 250 bezoekers, ongeveer tachtig medewerkers en honderd artiesten kun je moeilijk van groot spreken. Maar de bandjes de naar Hengelo getogen waren om op te treden mochten er wezen.

~

Dollypop wordt gehouden op het terrein van een scoutingvereniging. Er is bier, er zijn hamburgers en je kunt er twee nachten kamperen voor 20 euro. Het terrein is van zo een omvang dat er niet meer bezoekers kunnen komen, maar dat is eigenlijk wel zo prettig. Overal is er ruimte genoeg, nergens is het te druk. Het slechte weer valt goed te trotseren, er was een soort open partytent waaronder je kunt zitten en schuilen, met een biertje en borrelnootjes in de hand. In de Kampvuurkuil en in het pand zelf spelen de bands, onder wie Kopna Kopna, Blues Brother Castro, Piepschuim, Liftid, Incense, Ottoboy en Scylla.

Vrijdag

Nadat we onze tent hebben opgezet beginnen de goden te wenen en haasten we ons naar een droge plek. Binnen speelt Piepschuim, een sympathieke band die met een Nederlands repertoire het publiek te lijf gaat. Ergens in de verte hoorde je de invloeden van André Manuels Krang en De Kift. Een goed begin van de dag, hoewel wij besluiten om met een pak DubbelFriss ons buiten te nestelen. Daarna naar de kampvuurkuil, waar theatersport losbarst. De groepen Pro Deo en Buiten Bereik strijden met elkaar om de winst, door onder andere The Lord of The Rings te parodiëren. Wie er uiteindelijk gewonnen heeft zou ik niet weten, maar dat maakt niet uit. Lachen was het wel.

We missen nogal wat, omdat we constant aan het kletsen zijn met Jan en alleman, en de flauwe grappen zijn niet van de lucht. Na de nodige biertjes rukken we ons los van de gezelligheid om binnen naar Kopna Kopna te gaan kijken. Hun eerste album, Like You! is door 8WEEKLY positief ontvangen en maakt ons erg benieuwd. We worden niet teleurgesteld, in een vrij kleine maar knusse zaal speelt Kopna Kopna de pannen van het dak. Het album deed ons al vermoeden dat ze echte crowdpleasers zijn en die verwachting wordt live helemaal ingevuld. Na een intens optreden, vol funky ritmes en heupwiegerij dansen we de avond verder we met DJ Katastrof en maken we het laat. Als het programma reeds lang verlopen is begeven we ons eindelijk naar onze tent, om toch nog een paar uurtjes te slapen voordat het zaterdagprogramma begint.

Zaterdagmiddag

~

We staan langzaam op, drinken één van de lekkerste kopjes koffie ooit, rijden even naar de supermarkt om een ontbijt in te slaan en zowaar wordt het weer eens droog en kan Rik Kaez beginnen in de kampvuurkuil. Rik speelt in zijn eentje eigen liedjes die doen denken aan Neil Young met een vastere stem. Een heerlijk begin van een brakke dag. Het blijft droog dus we hebben geen reden om onze biezen te pakken en na een mooi optreden van Kaez worden we getrakteerd op de meligheid van Duo Dynamite, twee campy geklede dames die het publiek in twee kampen verdeelt en laat strijden om de winst. Er is een mystery guest, twee vrijgezellen moeten elkaar zo snel mogelijk leren kennen en er moet een eind gebreid worden. Van de puntentelling klopt geen ene hout en we verliezen totaal onterecht. Als we van al dit onrecht bekomen zijn neemt Ottoboy (die ook speelt in de band Easy to Fucks) plaats op het podium. Hij zit met zijn glittergitaar achter een hi-hat en een bass-drum. Ottoboy stelt zich voor als de one-man-trash-band en begint nummers te spelen die niet veel meer tekst hebben als “Where the fuck is Ottoboy?” en “Soul Fire”. Het rammelt en het kraakt, de glittergitaar breekt, maar allemachtig wat een optreden! In zijn eentje doet Ottoboy wat The Eagles of Death Metal met z’n drieën doen: een heerlijke bak met groovy herrie maken. Na een minuut of dertig is Ottoboy door materiaal heen maar dat maakt niet uit, het publiek roept een songtitel en Ottoboy (de held van de dag) jamt er een nummer bij. We komen te weten dat hij met een demo bezig is en die zullen we op deze site ongetwijfeld bespreken.

Zaterdagavond

Zaterdagavond om acht uur trad op het ‘grote’ podium de ‘grote’ band Incense op. Voor de fans een niet geringe gebeurtenis: Dollypop had de eer als allerlaatste getuige te mogen zijn van een optreden van de band, die enkele weken daarvoor bekend had gemaakt ermee op te houden. Dit zou veel goeds beloven. Immers, men mocht verwachten dat deze rockers nog één keer alles uit de kast zouden halen. En dat deden ze. Voor de liefhebbers betekende dit dan ook goed nieuws, maar voor degenen die minder gecharmeerd zijn van de muziek, betekende het alleen maar meer van het slechte. Want dat was het in mijn ogen.

Pretentie

Waar te beginnen? Toegegeven: technisch gezien haalt Incense een hoog niveau. Het zal één van de redenen zijn waarom ze in 2000 de Grote Prijs van Nederland wonnen. Het probleem is misschien een tevéél aan techniek. De lange, nauwkeurig (maar steevast langs dezelfde weg) opgebouwde songs verraden dat de band veel registers beheerst, maar verbergen een gebrek aan creativiteit. De vele toonaarden en emoties die bestreken worden suggereren een psychologische en muzikale diepte die er niet is. Onvoorspelbaarheid is een groot goed, in de muziek zeker. De grootste zonde die een band kan begaan is dan ook quasi-onvoorspelbaar te zijn. Het is met Incense steeds weer ‘hetzelfde liedje’: rustig begin, toenemende spanning, solo’s, erupties, gekwelde uithalen, mogelijk even een momentje rust – de pretentie straalt ervan af, maar authentiek is anders.

Meer dan techniek

Ik hoop voor de bandleden dat ze hun potentieel in de toekomst op een creatievere wijze zullen benutten – of in ieder geval: ik hoop dat ze dat kunnen. Dan liever de twee acts die rond Incense geprogrammeerd stonden. Blues Brother Castro en The Skidmarks gaven er blijk van meer aspecten van het rock & roll-ambacht te beheersen dan louter de techniek: men denke aan spontaniteit en energie. Een stuk minder gecompliceerd dan Incense, maar daarom niet minder muzikaal.

Doldwaas

En dan was er die avond nog het akoestische gezelschap Mental Marble, met wie we op de camping reeds kennis gemaakt hadden. In hun entourage bevond zich onder andere een briljante diabolo-kunstenaar. Jammer dat deze jongen zijn act niet ook op het podium opvoerde. Hun muziek is mooi en ingetogen, van het type waarbij vrouwen en kinderen bellen blazen. Tot slot moet nog Scylla genoemd worden, de groep die deze avond, en daarmee het doldwaze weekend, naar een einde rapte.