Formidabel gemaskeerd bal
Het begint gelijk goed. In zijn werkkamer ligt Riccardo te slapen onder een gigantisch affiche met daarop zijn beeltenis en de tekst ‘Voor een duidelijke weg naar de toekomst’ – Kay van de Linde is jaloers op zo’n krachtige slogan. Voor de deur staat een rusteloze massa politici, lobbyisten en intriganten te wachten. Wat volgt is een drie uur durend politiek steekspel, waaraan Riccardo uiteindelijk ten onder gaat. Het helpt daarbij niet dat hij ook nog eens verliefd is op Amelia, de vrouw van zijn naaste bondgenoot Renato.
Een spel met maskers
Un ballo in maschera is dus bij uitstek een politieke opera, maar Guth waakt er voor om van de opera een pamflet te maken, zoals Johan Simons onlangs in Amsterdam deed met Mozarts Die Enführung aus dem Serail. “Mozart wist het al: Wilders heeft ongelijk” vertelde Simons in de kunstbijlagen, maar Guth pakt de zaken veel slimmer aan. Hij verplaatst de opera weliswaar naar het heden, maar geeft haar tegelijkertijd iets tijdloos mee. Het gekonkel achter de rug van de machthebber is immers van alle tijden en Guth probeert zeker niet een eenduidige politieke boodschap over te brengen.
Guth laat wel op intrigerende wijze zien dat alle personages zich voortdurend achter een masker verbergen, of dat nu het masker van de machthebber is, of dat van diens rivalen, van zijn beste vriend, of van zijn geheime geliefde. Een prachtige vondst is het daarom om juist tijdens het bal als iedereen daadwerkelijk een masker opzet, de hoofdpersoon zonder masker te tonen, als enige gestrand in een moderne wereld. Het kille kantoordecor maakt dan plaats voor een kitscherige balzaal, maar dankzij de vernuftige toneeltechniek zien we als in een splitscreen ook de kille werkelijkheid ernaast.
Oog en oor voor detail
Niet alleen Guth brengt Verdi’s opera tot de kern terug, ook dirigent Carlo Rizzi ontdoet de partituur van vele lagen stof. Waar een mindere dirigent deze opera laat verworden tot een dansavondje, zoekt Rizzi de diepgang. Prachtig is het om te horen hoe in de slotscène het strijkorkest op het toneel combineert met de blazers op het zijtoneel en het voltallige orkest in de bak. De dramatische kracht van deze scène krijgt zo een ongehoorde diepgang.
Het was de bedoeling dat de Mexicaanse stertenor Rolande Villazón de hoofdrol op zich zou nemen, maar omdat hij alle nieuwe engagementen afzegde, werd zijn plaats ingenomen door Roberto Aronica. Deze begon de avond wat weifelend, maar groeide vanaf het liefdesduet aan het eind van het tweede bedrijf steeds meer in zijn rol. Hij werd echter overtroffen door Andrzej Dobber als zijn vertrouweling die hem uiteindelijk neerschiet. Mooi gezongen rollen waren er eveneens voor Tatjana Serjan (Amelia) en Rosemary Joshua als de kittige assistente van Riccardo.