Oogverblindend visueel spektakel uit de zeventiende eeuw
Hoe houd je een barokopera van een vergeten componist bijna vier uur spannend en vermakelijk? Het antwoord wordt deze maand in Amsterdam gegeven door regisseur David Alden en de dirigent Ivor Bolton. Samen weten zij van Francesco Cavalli’s (1602 – 1676) Ercole amante een boeiende voorstelling te maken die verbaast en nergens verveelt.
En dat is knap, want het grote manco van barakopera’s is de lengte, mede ingegeven door het feit dat elke solist nu eenmaal een aantal aria’s moest zingen. Wie denkt dat de muziekdrama’s van Wagner lang zijn, doet er goed aan eens een willekeurige opera van Händel op te zetten én mee te lezen. Veel vaart zit er niet in.
Komische uitvergroting
De Nederlandse Opera heeft inmiddels een flinke reputatie opgebouwd als het gaat om het ten tonele brengen van de opera’s van Monteverdi en Händel, veelal met artistiek leider Pierre Audi als regisseur. Waar hij er meestal voor kiest om zijn enscenering zo sober mogelijk te houden en te graven naar een diepere betekenis achter de vaak vergezochte libretto’s, kiest David Alden nu voor de komische uitvergroting. Soms gebeurt dat letterlijk, want wanneer gezongen wordt over Atlas, zien we daadwerkelijk een figurant met een wereldbol op zijn schouders, maar vaker gebeurt dat ironiserend.
Populaire cultuur
Verwijzingen naar populaire cultuur zijn vaak een onderdeel van de ensceneringen van David Alden, en dus zien we naast Hercules als action man ook een koor van dode zielen uit de onderwereld dat refereert aan de clip van Michael Jacksons Thriller, een dansende baby die zo uit de televisieserie Alley MacBeal lijkt gekopieerd en een hulpje dat doet denken aan Adje, de acteur die de verstandelijk gehandicapte speelt in Mooi weer de Leeuw. Meteen begrijpelijk is niet alles, want wat die baby daar nou deed behalve dansen?
David Alden stapelt echter niet alleen verwijzing op verwijzing; achter deze met recht barokke enscenering zit wel degelijk een concept, want Cavalli schreef deze opera ter gelegenheid van het huwelijk tussen Lodewijk de Veertiende en Maria Theresia in 1660. Hercules en Lodewijk XIV vallen in deze enscenering samen in de proloog en het einde van de opera, waardoor alle visuele overdaad eens te meer doet denken aan de Zonnekoning en al zijn excessen.
Spektakel en muziek
Het visuele spektakel leidt jammer genoeg wel af van wat in de orkestbak gebeurt, en dat is fenomenaal. Dirigent Bolton schuwt de grote accenten niet, maar juist daardoor klinkt het op authentieke instrumenten spelende – en flink uitgebreide – Concerto Köln verrassend fris. De percussie-geluidseffecten overstemmen soms het orkest, maar effectief is het wel, juist doordat de contrasten met de gedragen lamenti zo nog veel groter worden. Onder de solisten maakt vooral Anna Maria Panzarella indruk als de vrouw van Hercules, alle rollen zijn echter goed bezet.
Of Cavalli inderdaad binnen afzienbare tijd door alle operahuizen omarmd zal worden, zoals Bolton in meerdere interviews verklaarde, is maar de vraag. Vast staat wel dat deze Ercole amante naar meer smaakt – al krijg je van overdaad waarschijnlijk wel buikpijn.