Klaar voor de festivals
.
Woordspelingen met spijkers, hamers en rake klappen te over voor één-zin recensies. Vijf jaar na Pajama Day zijn Claw Boys Claw terug met Hammer. Alsof ze niet weg zijn geweest.
In 1987 kwam het eerste album uit en begon een stabiele stroom van albums, al dan niet onder de naam Claw Boys Claw. Daarnaast is zanger Peter Te Bos ook nog grafisch vormgever, met een overbekende stijl. Hij gaf Lowlands het herkenbare logo, lettertype en uiterlijk. Hammer is in diezelfde stijl vormgegeven.
Leermeesters
Claw Boys Claw is de laatste jaren een beetje naar de achtergrond verschoven, het was stil rond de band. Maar na die stilte slaat Hammer terug. Vanaf de start is terug te horen waarom Claw Boys Claw al zo lang meedraait. De liedjes zitten degelijk in elkaar en er zijn er een paar die zo af en toe ineens in je hoofd opduiken. Titeltrack ‘Hammer’ is er zo een.
Het album is niet experimenteel of vernieuwend, maar grijpt terug naar de garagerock van de jaren zestig en zeventig. Invloeden van de Beatles, Stones en Stooges zijn terug te horen. Niet dat er gewoon gekopieerd wordt, maar de voorgeschiedenis van deze muziek is niet moeilijk terug te vinden.
Aanstekelijk lekker
Op Hammer staan uiteraard weer rasechte CBC-songs. Te Bos houdt zich niet in, de andere leden evenmin. Hammer staat bol van energie en plezier. Geen hoogdravende boodschap, maar gewoon rock ‘n’ roll. Versterkers op 10 en raggen. Nou ja 10, 7 eigenlijk. Claw Boys Claw maken geen lawaai, ze weten ook mooie en lieve liedjes neer te zetten (‘Zoo’). Ze weten waar ze mee bezig zijn.
Met de vuige baslijnen en het soms bijna etherisch klinkende gitaargeluid dat doet denken aan Duane Eddy heeft Hammer een apart geluid. Het album biedt liedjes die uiteenlopen van McCartney-achtige pop-plaatjes tot Country-achtige rock. Maar het blijven de Claw Boys Claw. En dat is misschien wel het beste van het hele album.