Oud, maar goud
.
De gezamenlijke redacteuren van muziekblad OOR verkozen Lux rond de eeuwwisseling tot beste popzanger van Nederland. Velen zullen het met hen eens zijn. Gitarist Jan Akkerman haalde hem in 1969 bij Brainbox, dat hij met drummer Pierre van der Linden was begonnen. Akkerman en Lux schreven samen origineel werk, en hun covers vielen op door een eigen, verrassend handschrift. De single ‘Down Man’ werd een grote hit in de Verenigde Staten. Van der Linden en Akkerman zouden zich al snel voegen bij Focus, toen later ook Lux opstapte viel de groep uit elkaar. In de huidige tour ontbreekt Akkerman, maar Van der Linden is wel van de partij.
Vorm vinden
De sound bij dit optreden is aanvankelijk slecht gedefinieerd, wollig, alsof het geluid zijn trillingen niet kwijt kan in deze ruimte. Later op de avond klinkt het beter, maar echt goed wordt het nooit, de brij laat zich kennelijk moeilijk fijn stellen. Ook de muzikanten hebben tijd nodig om op dreef te komen. In de eerste set wringt het bij het country- en blueswerk en zijn het alleen de uptemporocknummers die overtuigen, verderop geldt dat eigenlijk voor alle tracks. Gitaristen John Schuursma en Rudy de Queljoe opereren eerst nog wat zoekend, maar krijgen gaandeweg meer grip op het materiaal. Beiden spelen slag- én sologitaar. Bassist Cees van der Laarse is een baken in zee, hij heeft zijn sporen verdiend bij Akkerman en Herman van Veen. Hij doet een knappe solo. En Lux zelf? Die zie je groeien gedurende het concert.
In een interview met Het Parool liet hij zich ontvallen dat hij vooral veel moet spelen om goed bij stem te geraken. Dat kon je goed merken tijdens het optreden, hoe langer hij zong, des te beter het klonk. Akkoord, op alle punten is het wat minder dan voorheen, de kracht, het volume, de lenigheid. Zijn falsettonen zijn nog steeds onvervalst, maar de echt hoge tonen mijdt hij als een onbeklimbare berg. Soms hoor je vanuit het publiek hoge kreten, alsof ze de zanger willen aansporen. Toch is zijn karakteristieke timbre nog steeds intact en hij kan nog altijd gierend uithalen. Hij weet met zijn stem een vibrato te laten echoën zonder dat daar ook maar enige effectapparatuur aan te pas komt.
Het publiek bestaat grotendeels uit heren en dames die in 1969, toen het enige album van Brainbox uitkwam, de status van puber al ontstegen waren. Een enkele twintiger kijkt haar vriendin verweesd aan. Het is pathetisch om te zien dat een paar vijftigers in een donkere hoek stiekem een joint staan te roken. Dampen van Rode Libanon stijgen op.
De band speelt naast oude nummers ook nieuw werk. Het lijkt erop dat ze bij deze frisse songs net even meer pret uitstralen. Lux kondigt ook een nieuw album aan. Zijn soloplaten zijn nu al tijdens de avond te koop, zo kondigt hij bij aanvang van de pauze aan. De opbrengst van de cd’s gaat naar giro 555, Haïti. Sympathiek.
Nieuwe benadering
In het uitgesponnen ‘Sea of Delight’, van origine met een lange, intense solo van Akkerman, krijgt Van der Linden volop de kans te excelleren. Hij blijft een fenomenaal drummer. Zijn solo zorgvuldig opbouwend met verdubbelde ritmes en zeer verfijnd slagwerk, werkt hij toe naar een hoogtepunt, waarbij hij op grote instemming van de toeschouwers kan rekenen. Een andere klassieker, ‘Summertime’, krijgt een lichtvoetige uptempobehandeling met een aangename kadans, waar het origineel van de band meer een slepend, dieselend karakter had. ‘Dark Rose’, ook een oude hit, sluit het concert af. Als toegift klinkt het aloude ‘Gloria’ van de eveneens aloude Van Morrison. Het refrein wordt luidkeels meegezongen door de dan inmiddels deinende massa.
Lux is nog steeds een unieke zanger, die beseft dat zijn beste jaren achter hem liggen, maar het muziekmaken niet kan laten. Hij straalt nog steeds plezier uit en weet nog steeds anderen daarin te laten delen. En gaat het daar uiteindelijk niet om?