Muziek / Album

Een vernieuwde variant van vroeger

recensie: Bonnie 'Prince' Billy - The Letting Go

Hoewel zijn oeuvre met rasse schreden groeit verschijnt Bonnie ‘Prince’ Billy op zijn nieuwste plaat The Letting Go nog altijd even eerlijk en breekbaar als vroeger. Na een hardere periode met Matt Sweeney en een meer vloeiende plaat als Master And Everyone grijpt Oldham, zijn ware naam, ietwat terug op de periode van Palace of die van Ease Down The Road, misschien het meest ondergewaardeerde album van Bonnie Billy tot nu toe. Het resultaat is verrassend: twaalf sterke, mooie en tijdloze songs.

~

Will Oldham opent zijn nieuwste wapenfeit samen met een IJslands orkest en het voelt, ondanks de strijkers, heel vertrouwd. Hij klonk wel eens eerder zo, oprecht, gebroken en weemoedig. Voor The Letting Go toog hij naar The Greenhouse in Reykjavik om daar de opvolger van het mooie, maar ‘harde’ Superwolf te maken. Hoewel je de uitstap met Tortoise en de daarvoor verschenen liveplaat Summer in the Southeast, niet als volwaardige albums kunt zien, is dit toch de derde plaat binnen een jaar. Maar het is de eerste waarop de echte Bonnie Billy verschijnt, zoals we hem al een tijd niet meer hebben gehoord.

Sirene

Oldham trok voor The Letting Go naar de studio waar Björk ook enkele albums opnam. Het resultaat is heel schoon. Het werk van Bonnie ‘Prince’ Billy klonk nooit Lo-Fi, althans niet zoals dat wel eens het geval was ten tijde van Palace. The Letting Go is hierop geen grote uitzondering. Toch onderscheidt Oldham zich op het album door alle mogelijkheden van de studio te benutten en dat alles heel subtiel in de muziek te verwerken, bijvoorbeeld met rijke strijkersarrangementen, die nergens prominent op de voorgrond treden. De stem van Dawn McCarthy, bekend van Faun Fables, is soms als tweede stem, soms als een fabelachtige sirene te horen. Het geluid is zogezegd rijk, maar ook niet zo belegen en enigszins voor de hand liggend als de arrangementen van Master and Everyone. Het klinkt doordacht, maar bevat nog genoeg spontaniteit en fijnzinnigheden om interessant te blijven.

De liefde

Oldham bekijkt zoals gewoonlijk het onderwerp ‘de liefde’ weer vanuit verschillende perspectieven, maar hier en daar is het meer verhalend. En soms zo pijnlijk vragend. Schitterend zijn dan ook nummers als Strange Form Of Life, No Bad News en Love Comes To Me, ook vanwege de getemperde manier waarop de dynamische nummers zijn ingevuld. Alles valt goed en nergens is iets te veel gespeeld. In Cold & Wet en Lay And Love gaat Oldham terug naar vroeger, waarbij de tijd van Palace weer opleeft. Toch is The Letting Go geen herhaling. Verre van dat. De cd laat zien dat Bonnie ‘Prince’ Billy het nog altijd kan.