Een warm toevluchtsoord
Tijdens zijn concerten, die hij zelf liever niet aanduidt als The Never Ending Tour zoals critici dat doen, zingt Dylan op een eigenaardige manier. Mompelend, monotoon en met weinig intervallen in zijn zanglijnen. Zijn studiowerk is vocaal gezien gelukkig heel anders.
Zoveel wordt al snel duidelijk bij een eerste luisterbeurt van Dylans nieuwste werk Tempest. Dat zijn stem de afgelopen decennia aan erosie onderhevig is geweest is evident, maar van ‘mompelen’ is hier gelukkig geen sprake. Dylan heeft een zeer diepe, getekende stem, die in de verte wel wat weg heeft van een (andere) legende als Louis Armstrong. Muzikaal gezien tapt Dylan uit hetzelfde vaatje als hij de afgelopen jaren al deed. Zijn band verzorgt een warme, bluesy sound, met hier en daar wat country invloeden.
Traditioneel
Zowel tekstueel als muzikaal gezien is Tempest een klassiek Dylan album. Lange en verhalende songs, met een productie die wars is van al te veel technologische hulpmiddelen. Voor de hedendaagse luisteraar die niet al te bekend is met het werk van dit levende icoon is dat soms wat wennen. Dylan grossiert als vanouds in beeldspraak en lyriek, en schuwt het niet om uitvoerige vertellingen aan de luisteraar voor te schotelen. De kortste nummers duren krap vier minuten, de langste tussen de zes en veertien minuten. Verwacht dus vooral geen gemakkelijke soundbites of een overdaad aan hooks.
Meanderend, maar wonderschoon
Het algehele gevoel van het album is loom, en na het aanzetten van het eerste nummer duurt het ruim een uur voordat je bij het laatste akkoord bent aanbeland. Daar is in dit geval echter niets mis mee. Wie de moeite neemt om Dylan te vergezellen in zijn meanderende en luisterrijke muzikale stroom, vindt een weldadige wereld vol dromerige verhalen en kleurrijke figuren.
De opener van het album begint met een bijzonder ontspannen en aan vaudeville schatplichtig intro. De rest van het nummer klinkt wat krachtiger door het gebruik van een overstuurde elektrische gitaar. In de songtekst voert Dylan een bonte stoet karakters op. Bij geen van allen heeft hij echter al teveel tijd om stil te staan, want de rijdende trein dwingt hem verder te gaan.
Een ander hoogtepunt is, ondanks dat het wel érg lang duurt, het titelnummer ‘Tempest’. Op een walsende melodie doet hij, zonder gebruik te maken van een refrein, verslag van het zinken van de Titanic. Op een typische literaire Dylan-wijze dwingt hij de luisteraar uit te maken of we hier luisteren naar een historisch verslag, of dat het zinken van de Titanic symbool staat voor de huidige staat van een samenleving. Het emotionele hoogtepunt is echter ‘Roll on John’, waarin hij die andere grootheid Lennon persoonlijk en intiem bezingt.
Er is soms wat moeite voor nodig om Dylans gehavende stem en uitvoerige liedjes te waarderen. Wie deze moeite echter neemt, weet zich in het bezit van een collectie van weer tien mooie liedjes van deze vedette van de popmuziek.