Vakwerk uit Duitsland en Australië

Terwijl iedereen zijn hart vasthoudt voor de langerwachte nieuwe Motorpsycho, brengt hun platenmaatschappijtje Stickman zo nu en dan albums van andere bands op de markt. Een recensie van de twee meest recente.
De grotere Stickman-bands (35007, Favez en The Soundtrack of Our Lives) brachten het afgelopen jaar al een nieuw album uit; de minder grote namen (waar is het uitstekende Brazen gebleven?) lijken verdwenen. Bij hun laatste uitgave verzorgde het label dan maar de distributie voor een bij ons volstrekt onbekende band: het Australische Black Cab. Een even sterke identiteit als de huisbands van Stickman heeft deze tweemansformatie (nog) niet, maar een veelbelovend debuut is Altamont Diary wel.
Retro
~
Monochrome
Sticksister, een sublabel van Stickman, bestaat om muziek van kleinere, aparte
bandjes uit te brengen. Het debuutalbum van Monochrome is het laatste
wapenfeit, en met Éclat mag deze band zich meten met voorgangers als KVLR en
Cosmic Casino. Het lijkt vreemd dat het gezelschap ooit begon als hardcoreband
(onder de naam Dawnbreed), maar goed beschouwd is het wel te merken: de
drammerige songstructuren en de dynamiek van het de hardcore zijn hier op een
lichter genre (gitaarpop/emo) toegepast, en het resultaat klinkt best enerverend.
Ondanks het feit dat Marc Calmbach geen begaafde zanger is; de nummers waarin vooral zangeres
Liza von Billerbeck zingt (zoals afsluiter Kosmodrom) klinken dan ook
indringender.
Éclat is een solide album: de compacte nummers zijn strak en minutieus
gecomponeerd. Als de plaat echter op het eerste gehoor minder indruk maakt dan
eigenlijk zou moeten, komt dat doordat er nauwelijks van een vast stramien
wordt afgeweken en de variaties niet direct hoorbaar zijn. Vrijwel elke song
heeft dezelfde sound en structuur en hetzelfde tempo, en de band schiet vrijwel
nergens uit de band. Slechts een enkele keer doet Monochrome iets echt
verrassends (Accidents & Incidents, Prim). Zo zijn de songs moeilijk van elkaar
te onderscheiden en vormt het album een lange zit voor de luisteraar, terwijl
het nog geen veertig minuten duurt. Duits precisiewerk dus: solide materiaal
dat helaas iets te netjes binnen zijn eigen beperkingen blijft.